Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4293 Hendric de Meij zoon van Gillis doet verhef van zijn leen zijnde de helft van drie dagwand. Een dagwand ligt op DE CUTSEROO MEERE en paalt aan Joos van den Breen en aan Joos van den Broucke. Het ander half dagwand ligt op de DE CUTSEROO BEKE en paalt aan Joos van den Breeden en Hendrix van der Meere. Joos de Mey en Jan de Mey broers van de leenhouder staan hem te gevolge met hun deel. Het rapport werd gezegeld door Jan Lupaert op verzoek van de leenhouder op 20 januari 1541 n.s.
- 4294 Merten de Bloc zoon van Hendrix doet verhef van zijn leen van een dagwand en tien roeden groot gelegen op DE BRUCCOUTRE. Het leen paalt aan Lanselot sKeysers, het goed van de kerk van Opwijk. Heer Jan van der Biest bezit in het leen een half dagwand met welk deel hij de als sterfman de leenhouder staat te gevolge. Het rapport werd gezegeld door Jan Lupaert op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 15 juni 1541.
- 4295 Lieven van Hoorenbeke zoon van Anthoon doet verhef van zijn leen van een bunder gelegen op DE LETTER COUTERE aan de PUTTENEN en aan DORPMANS MEERSCHSELKEN nu toebehorende Grietken van Hoorenbeke zuster van de leenhouder Meester Joos van Hoorenbeke bezit de helft van het leen en staat de leenhouder als sterfman te gevolge. Het rapport werd gezegeld door Jacop de Hertoghe op verzoek van de leenhouder op 8 januari 1543 n.s.
- 4296 Cornelis van den Broeke zoon van Joos doet verhef van zijn leen van een half bunder. Het leen paalt aan de Couterstraat, aan Gheerts van den Doort met zijn goed DE LANGHEWEYE genoemd en aan Gillis van Praet. Gillis, Jan, en Daniel van den Broeke broers van leenhouder staan hem te gevolge met hun deel van het leen. Het rapport werd gezegeld door Jan Lupaert op 2 januari 1544 n.s.
- 4297 Heyndryck de Bloc zoon van Joos doet verhef van zijn leen van een half bunder palende aan het goed van Crystoffel Ryke en aan Jan Verherstraten en aan Berbelen van Niffel. Het rapport werd gezegeld door Willem tSmet op 3 januari 1550 n.s.
- 4298 Jan Lupaert zoon van Jan doet verhef van zijn leen van zeventig roeden gelegen op THOOGH MACHIELSVELT palende aan Lieven Kersmakers en aan het goed van de kinderen Machiel Scormans. De leenhouder erfde het leen van zijn vader die het bekwam van Joos den Keijser. De jaarlijkse geschatte waarde bedraagt twee schellingen acht groot. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 8 januari 1550 n.s.
- 4299 Jan de Bloc zoon van Adriaen doet verhef van zijn leen zijnde een helftwinning met een cijnsrol geheven op acht bunder en half gelegen nabij DEN HOVE TE NERVELDE.Eerst een veld TE NERVELDEvan zeven dagwand groot palende aan het MEERLEN VELTen aan de NERVELDE COUTRE en op HET BROECK VAN NERVELDE daar naast. Een dagwand gelegen aan de NERVELDE COUTREen aan FOCXVELT en op FOCXVELTzeventien dagwand palende aan HET BROECK VAN NERVELDEen aan DEN KIEKENS HOF. Op deze acht bunder en half heeft de leenhouder de helftwinninge en de helft van de granen in het vat als het gedorst is. Dit heeft een geschatte jaarlijkse waarde van zes zakken rogge. In heerlijke jaarlijkse rente heft de leenhouder ongeveer vierenveertig deniers par. in speciën en vier hoenderen en de tiende penning bij verkoop. Bovendien houdt Gillis van den Meere zoon van Joos een achterleen van twee dagwand dat zijn hofstede is ook TE NERVELDE gelegen aan het BROECK VAN NERVELDE. De leenhouder erfde het leen van zijn vader Adriaen de Bloc zoon van Joos. De leenhouder zegelde het rapport op 8 januari 1550 n.s.
- 4300 Gillis van den Broeke zoon van Joos doet verhef van zijn leen van twee dagwand gelegen op NIVERSELE en paalt aan de MOLENCOUTER STRATE van Baardegem en aan Pauwels Hofmans, aan Gheert van den Doort en aan Gillis van Praet. De leenhouder erfde het leen van zijn vader die het kocht van Lysabetten van den Doort weduwe van Daem Bosmans. Cornelis, Jan en Daniel van den Broeke broers van de leenhouder staan hem als sterfman met hun deel van het leen te gevolge. Het rapport werd gezegeld door Cornelis broer van Gillis op 8 januari 1550 n.s.
- 4301 Jan van den Keere zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van een bunder palende aan DEN WEIMERS HOF en aan het straatje naast HET CLEEN MEERVELT en aan de hofstede van Jan van den Meere. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Daniel van der Meere zoon van Joos zegelde het rapport op verzoek van de leenhouder op 8 januari 1550 n.s.
- 4302 Daneel van der Meere zoon van Joos doet verhef van zijn leen van anderhalf dagwand gelegen te NIVERSELE op het MEERVELT. Het leen paalt aan Matheeus van der Meere en aan Gillis van Neffele. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 8 jan.1550 n.s.
- 4303 Jan van den Broeke zoon van Joos doet verhef van zijn leen van zes dagwand waarvan vijf dagwand liggen voor Hendrix Verlysbetten hofstede TE NIVERSELE palende aan Lebbeke en tegen het BERSCHVELT en aan Gillis van Neffele. Het ander dagwand ligt op ROIJVELT en paalt aan Daniel van Damme, Jan van Anderenhoven. Van het leen is Janne van den Broeke als sterfman met Cornelis, Gillis en Daniel van den Broeke zijn broers die anderhalf dagwand toebehoren. Daniel van Hemelrijc, Janne van Anderenhove en Gillis van den Broeke de andere zeven en half dagwand staan de leenhouder als sterfman te gevolge. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd gezegeld door Cornelis van den Broeke op verzoek van zijn broer op 8 januari 1550 n.s.
- 4304 Jan van der Dort zoon van Daniel doet verhef van zijn leen gelegen TE DROESHOUTE binnen Opwijk en is twee dagwand bos. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd door Jan Lupaert gezegeld op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 8 januari 1550 n.s.
- 4305 Cornelis van den Broeke zoon van Joos doet verhef van zijn leen TE NIEVERSELE in twee percelen gelegen samen drie dagwand groot. De twee dagwand liggen aan het goed van het klooster van Affligem, aan Jan van Damme en Jan van Anderenhoven. Het ander dagwand ligt aan het goed van het klooster VAN DEN ROOSENaan het goed van Gheert van Trieste en aan Joosijne van Hoorenbeke. De leenhouder erfde het goed van zijn vader. Jan, Gillis en Daniel van den Broeke broers van de leenhouder staan de leenhouder te gevolge omdat het leen hun vieren samen toebehoort. De leenhouder zegelde het rapport op 8 januari 1550 n.s.
- 4306 Jan van den Damme zoon van Joos doet verhef van zijn leen van vijf dagwand palende aan het goed van Jan van der Elst. De geschatte waarde per dagwand bedraagt drie schellingen vier penningen groot. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 9 januari 1550 n.s.
- 4307 Gillis van Neffele zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van vijf dagwand en zesentwintig roeden en half in Opwijk in vijf percelen gelegen. De leenhouder bezit een dagwand HET VELDEKEN genoemd. Dit deel paalt aan Gillis van Broeck. Nog een dagwand en zesentwintig roeden en half liggen op BAERDEGHEM COUTEREen paalt aan Anthonis tKint en staan de leenhouder te gevolge. De erfgenamen van Joos van den Broecke staan de leenhouder met een half bunder te gevolge waarvan een dagwand op DAMENS BROECKligt en paalt aan het goed van de erfgenamen van Joos van den Damme en aan het goed van de weduwe van Joos van den Broecke. Nog een dagwand ligt op DE HOEVEN COUTERoost het goed van Der Roost tegen Brabant. Nog staat Henric van der Lysbetten de leenhouder te gevolge met een ander dagwand HET VELDEKEN TE CONCLEgenoemd palende aan het goed van de erfgenamen van Joos van Damme west, zuid ook aan het goed van de zelve erfgenamen. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 19 januari 1550 n.s.
- 4308 Jan van Anderenhove zoon van Jan doet verhef van zijn leen van zes dagwand waarvan een dagwand ligt op ROIJVELT en paalt aan BERSCH VELT en aan Daneel van Damme en Pieter Bollen. Het ander half bunder ligt op DAMELSBROECen paalt aan het goed van het klooster van Affligem, aan Jan van Damme, aan Hendric van den Velde. Van het leen behoort de leenhouder een dagwand toe als sterfman gekocht van de kinderen van Gillis Verlysbetten. Van de andere vijf dagwand behoort Gheert van Trieste een dagwand toe, Jan van den Keere een dagwand, Hendric Hendrix zoon van Joos ook een dagwand en Lieven van Anderenhove zoon van Gillis twee dagwand die de leenhouder als sterfman staan te gevolge. Het rapport werd gezegeld door Gillis van Neffele op verzoek van de leenhouder die zijn schoonvader is op 16 januari 1550 n.s.
- 4309 Merten de Bloc zoon van Hendrix doet verhef van zijn leen van een dagwand en vijfentwintig roeden op DE BRUCCOUTRE gelegen en paalt aan de hofstede van heer Jan van der Biest. Van het hoofdleen bezit heer Jan van der Biest, priester, ongeveer een half dagwand dat de leenhouder te gevolge staat. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd door Jan Lupaert op verzoek van de leenhouder gezegeld op 16 januari 1550 n.s.
- 4310 Joos Hendrix zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een bunder waarvan een half bunder ligt in HEYSTERGHEM MERSCH en paalt aan de beek bij Brabant en aan HET CAPELLE VELT. De andere helft van het leen ligt op het CAPELLE VELT nabij DEN CLUYSEN en paalt aan Pauwels Permentiers en aan Aerts Walscarts. De leenhouder kocht het hoofdleen van heer Jan van Briest, priester. Van het hoofdleen behoort een half bunder, dat op het CAPELLE VELTligt, toe aan Pauwels de Kersmaker en de kinderen Jan Hofmans zoon van Andries dat de leenhouder als sterfman te gevolge staat. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 16 januari 1550 n.s.
- 4311 Gillis van der Specht zoon van Ghysels doet verhef van zijn leen TE DROESHOUTE aan DEN DRIESCH gelegen en is zes dagwand groot. Het leen paalt aan MEERKENen aan STEENENSELE. Daniel van der Specht zoon van Jan bezit twee dagwand in het leen dat de leenhouder als sterfman te gevolge staat. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het rapport werd gezegeld door Jan Lupaert op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 16 januari 1550 n.s.
- 4312 Elysabet van Anderenhove dochter van Jan, vrouw van Gillis van Neffele, doet verhef van haar leen van een bunder gelegen op ROIJVELTen paalt aan het BERSCH VELT aan Lebbeke en aan Gillis van Neffele en aan Jan van den Keere. De vader van de leenhoudster kocht het leen van Pauwels de Parementier. De helft van het leen is in het bezit van Kersten van Anderenhove zuster van de leenhoudster dat haar staat ten gevolge. Het rapport werd gezegeld door Gillis van Neffele in de naam van zijn vrouw op 16 januari 1550 n.s.
463 gevonden, 81 t/m 100 getoond, pagina 5 van 24