Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
Gescheit int jaer ons liefs heren Jhesu Christi vijfthien hondert ende vierthien inden apriel des sesde dachs. De meier - eigenaar en de eigengenoten van het Sint-Truidense hof Uttebroke oorkonden dat Aert Conis aan Jan Minten, wen te Nonnemielen, 6 Hoornse postulatusgulden, of hun tegenwaarde in andere munt, in jaarlijkse erfcijns verkocht heeft op zijn huis met schuren, stallen en toebehoren, gelegen te Sint-Truiden, in de straat, die van de Sautstrate naar Stoelborch loopt. Dit wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier en eigenaar: Gheert Waerniers. Laten: Crispijn van Mielen, Aert Severijns; Willem vander Velde; Fransus Zuerincks. Schepenbank: Sch out: Joes van Voerssen. Schepenen: Menten van Artun; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns; 1514, 6 april.
Inventarisnummer 244 bevat 2cans .
Gescheit int jair ons liefs heren Jhesu Christi vijfthienhondert en vierthien in augusto des vierthiende dachs. De waarnemende meier en de laten van het prinsbisschoppelijke laathof te Sint-Truiden oorkonden dat Aert Conis aan de pitantie van Nonnemielen in erfcijns verkocht heeft, 20 oude groten, en 4 kapuinen, die hij jaarlijks ontving op een 1/ 2 bunder hof met boebehoren, gelegen buiten de muren van Sint-Truiden, te Schuurhoven, niet ver van de Juedenstrate. Als pand stelt hij een hof met goebehoren, liggend buiten de muren, bij de straat, die naar Brustem loopt. Deze akte wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Meier: Jannes vanden Steynenhuyse; waarnemend meier: Jan Bogaets. Laten: Gheert Waerniers; Henrick Ladduyns; Jan vander Creefte; Efransus Zuerincks. Schepenbank: Schout: Joes van Voerssen. Schepenen: Merten van Artum; Jannes van Mettecoven; Henrick van Jueck; Willem Ladduyns. 1514, 14 augustus.
Inventarisnummer 245 bevat 2cans .
Inden jare onss heren dusent vijfhondert ende vijftheene en aprille thien daghe. De schout en de schepenen van de priores van Nonnemielen oorkonden dat Jan Menten met toelating van de Prins-Bisschop overgegaan is tot het inmanen van alle boeten en achterstallige cijnsen, verschuldigd op goederen van de abdij. In dit kader werden Barbara Keinens, echtgenote van Goevaert Hertten, en Katherine Keinens, haar zuster door de schepenen gemaand at dij de 6 Rg. jaarlijkse erfcijns, door hun vader wijlen Jan Keinens op zijn goederen gesteld, zouden betalen, waartoe zij zich in minnelijke schikking akkoord verklaarden. Priores: Katherine van Hoerne. Schout: Jan Menten. Schepenen: Anthonis vanden Lare; Augustijn Gerinx; Willem Ladduyns; Jan van den Creefte; Willem van Stapele; Jannes vanden Leene; Jannes Copi. 1515, 9 augustus.
Inventarisnummer 246 bevat 2cans .
Inden jaere der gheboirten ons heren duysent vijfhondert ende vijfteen in der derden indictien in ooxt maent des neghensten dachs. Henricus Liberti, keizerlijk notaris, getuigt dat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen in tegenwoordigheid van haar konvent, aan Thonis van Minsinghen, alias vanden Lare, wen te Minsingen bij Gorsem, de juist genoemde winning opnieuw verhuurd heeft voor 12 jaar, tegen betaling van 100 mudden rogge per jaar, f. 40 jaarlijks, de gulden tegen 12 boddregher, de boddregher tegen 8 groten en 2 muten. Voor de winning, die naar recente kontrole van de landmeter 43 bunder, 1 1/2 grote- en 5 kleine roeden bevat, moeten nog een aantal bijkomende stortingen en diensten bewezen worden, zoals betaling van een mud erwten per jaar enz. Getuigen en zegelaars: Jannes Menten; meester Marten van Arthem; Augustijn Gherinx, schout te Gorsem; Willem Ladduyns; Thonis vanden Lare; Jannes vanden Leen; Jan vanden Creeft. 1515, 9 augustus.
Inventarisnummer 247 bevat 2cans .
Inden jaer der saligher gheboerten ons heren duysent vijffhondert Voor notaris en schepenen gaat Katherine van Horne, priores van Nonnemielen, vergezeld van haar konvent, een pachtovereenkomst aan met Peter Nijs, wen te Camericke, aangaande een nieuwe taust van twaalf jaar. Nog leesbare getuigen: Jan Menten; Meester Marten van Arthem; Jan vande Creeft. 1516, 24 januari.
Inventarisnummer 248 bevat 3cans .
Inden jaere der saligher gheboerten desselfs ons heren dusent vijfhondert sestien der vierder indictien des lesten daechs der maent septembro. Voor notaris Walterus de Puteo erkent Jan vanden Creefte alias vanden Bossche, man en momber van Katherine Zelichs, dochter van wijlen Willem Zeligchs, wonende te Sint-Truiden, dat de voorouders van Willem de watermolen aanden Neeckout in handen gekregen hadden door ruiling, met de verplichting de beek te vegen en op hun kosten de plaats, geheten die holchten stichele schoon te houden. Jan vanden Creefte herneemt deze verplichting, maar daar het uitbaggeren sinds jaren niet meer is gebeurd en dus veel zal kosten, hoeft hij voor deze ene keer alleen 6 Rg. bij te dragen. Getuigen: Jan Mijnten, schout en wen te Mielen; Anthoenis vanden Lare, wen te Minsingen; meester Jan Putzeys, provisor van het hof van Luik. 1516, 30 september.
Inventarisnummer 249 bevat 2cans .
Datum anno domini M° CC° quinquagesimo tertio, mense maio. Arnulf [Vl], graaf van Loon en van Chiny, en de deken en het kapittel van Sint-Odulphus te Loon verklaren dat deze laatsten aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen 3 bunder van hun allodiale grond te Rummen ( Romen ) verkocht hebben tegen een jaarlijkse rente van 1 d., Luikse munt. Getuigen: Huius facti sunt testes et ad hoc vocati: Zutmannus, Ottmannus dictus de Colonia, Mauritius et ceteri scabini de Bodenhoven; dominus Vrint de Heren, dominus Libertus de Langhedrisch, milites; Gosuinus villicus deBilrevelt, Zutmannus de Grasen, Henricus deLare et plures alii fidedigni. 1253, mei.
Inventarisnummer 24 bevat 2cans .
Fait et donneit sour lan de grasse del saint Nativiteit nostre Sing. jhesu Crist, lan XV cens et XVI en moye doctobre le premyr jour. De meier en de schepenen van Walshoutem oorkonden dat Henry Boullez, gezegd de Cortys aan Anthoinne de Larre, handelend in naam van de priores Kathelin de Horrnez, een erfrente van 9 mudden Sint-Truidense maatopdraagt, op gronden gelegen te Walshoutem: o. a. 1/2 bunder, 2 roeden en 1 zille, gelegen op Cortiseal de Broucke en 23 grote en 4 korte roeden, op Hogbrucke, bij de grond van Johans Robens. 1516. 1 oktober.
Inventarisnummer 250 bevat 2cans .
Lan quinzecens et diexsept le quatuorseme jour de jenvier. De schepenen van Luik doen uitspraak in een twist tussen de abdis van Nonnemielen en Henric Smeyers van Gingelom over 6 roeden grond, gelegen aan de Meerstraet van Montenaken naar Sint-Truiden, die Smeyers verkocht had aan Marcilies Menten. 1517, 14 januari.
Inventarisnummer 251 bevat 2cans .
Anno vijftienhondert ende negentiene den tweentwintichsten dach van Meye, anno vors. De schout en de schepenen van Binderveld getuigen dat Magdalena vander Molen aan Jan Menten, gevolmachtigde van het klooster van Nonnemielen, 2 Rg. jaarlijks in erfcijns geeft, te betalen na haar dood, en 1/2 Rg. In lijfrente, beide op haar hof met toebehoren, gelegen tussen Rummen en Binderveld. Schout: Willem van Lamijns. Schepenen: Jannes Menten; Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Michiel vander Borch; Jan Maes; Bartheleus Otten. 1519, 11 mei.
Inventarisnummer 252 bevat 2cans .
Inden jaere Jesu Christi dusent vijfhondert ende twintoch des drijentwintochtsten daechs juli. De meier en laten van het cijnshof van Korsworm te Gingelom, oorkonden dat Laureys Moiarts, voor 21 mudden koren aan Anthonys vanden Lare alias Minsinghen, gemachtigde van het klooster van Nonnemielen, een mud koren in erfpacht geeft, op zijn huis en hof met toebehoren. Meier: Wouter Tuteleers. Laten: Machyel Muls; Roeien Coepen; Nijs Bogart; Sebastian Beckers.1520, 23 juli.
Inventarisnummer 253 bevat 2cans .
Inno vijfthien hondert ende vier ende twintich vierthien daghe junii. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Binderveld oorkonden dat Peter van Herkenroye, poorter van Sint-Truiden, aan Willem Greyfven, eveneens poorter van deze stad, 28 roeden grond heeft verkocht, liggend te Halle, voor 90 Rg. Schout: Jan van Lamijns. Schepenen: Henrick vanden Stucken; Henrick Smeets; Jan Maes; Bertelmeeus Otten; Wouter vanden Stucken; Loywijck Everarts. 1524, 14 juni.
Inventarisnummer 254 bevat 2cans .
Ghesciet int jaer ons heren Jhesu Christi doemen screff duesent vijffhondert vijffentwintich inder maent van decembri dertich daghen. De meier en de laten van het Sint-Truidens cijnshof Spruten hoff oorkonden dat Marie Cleynjans aan Cloes Piels, priester een erfcijns verjocht heeft van 37 1/2 st., zijnde de helft van 3 Rg., die zij trok, als erfenis van haar broer, wijlen Gielis Cleynjans op: huis en hof van Willem Winckelers alias van Kelsbeeck, de bezittingen van Roes Uten Broeke natuerlick; van Aert Huveners; Cloes Putseys en Balthazar Provener, bij elkaar liggend aan de. sh.. renstraete en de Goetstraete. Bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Sprutenhof: Meier: Gheert van Houthem. Laten: Roes Uten Broeke; Goeris Smeets; Gielis van Herkenroede; Vranck van Lechy. Schepenbank: Schout: Thomas van Weseren. Schepenen: Merten van Artum; Willem van Baelen; Goeris Smeets; Ghielis van Herkenroe. 1524, 30 december ( n.s.).
Inventarisnummer 255 bevat 2cans .
Inden jaere der saligher geborten ons heren Jhesu Christi doenmen scref duysent vijfhondert ende vijfentwintich den achtinden dach van mey. De meier cm de laten van het cijnshof van joffrouw Sarbels te Runkelen, oorkonden dat Jorijs van Niel en zijn vrouw aan Joseph vanden Steenweghe, als voorganger van de priores van Nonnemielen, een erfcijns van 1 Rijnsgulden verkocht hebben, voor de som van 20 Rg., op hun huis met toebehoren te Runkelen. Meier: Willem van Cranebroeck. Laten: Olevier Stiers, schout van Duras; Wouter Lenaert; Henric Loken; Jorijs Wijssers. 1525, 18 mei.
Inventarisnummer 256 bevat 2cans .
Inden jare ons heren dusent vijffhondert sesentwintich in junio vier daghe.De schout en de schepenen van Mielen oorkonden dat zij uitspraak hebben gedaan in een geschil tussen Katherine van Hoerne, priores van Nonnemielen en jonker Jan van Duras, alias van Ordingen, over een waterkering. De gezworen meesters van Sint-Truiden: Hubrecht Goevaerts; Liebracht...; Peter Cremers en Jan vanden Lochtenhoeve hebben daartoe de sluistocht in het midden van de bedding gemeten met een pegel en hun bevindingen aan de schepenen medegedeeld, die besluiten dat Katherine van Hoerne de sluisvloer mag herstellen of betimmeren, zolang zij zorgt voor het handhaven van het water op de vastgestelde pegel. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Jan vanden Creefte; Jan vanden Leene; Meester Merten van Arthum; Gielis van Herckenroede; Willem van Baerlen; Art Menten. 1526, 4 juni.
Inventarisnummer 257 bevat 2cans .
Anno a nativitate domini millesimo quingentesimo vicesimo indictione decima quinta mensis vero februarii die duedecima. In tegenwoordigheid van notaris Johannes Macquet vanBincke en andere getuigen, leggen de geprofeste zusters van Nonnemielen de voorwaarden vast om een nieuwe abdis te kiezen na de dood van Katherina van Horne. Zusters: Gertrudis van Linden, subpriorissa; Catherina Pollart; Oda van Vecht; Catherina van Tiel; Anna Costers; Maria van de Weyer sive de Vivario; Maria van Herckenroede; costeresse; Maria van Herckenroede, schoolmcestresse. Elisabeth van Eyck; Catherina Daens dicta derde priorinne; Francisca Bruninx, cantrix; Catherina Vrancken; Daunna de Boiz, magistro infirmarie; Catherina Coecloers; Catherina van Rijkel; Luna Wijnant; Anna Uyten Broeck; Yda Menten; Catherina van Bruggen; Waltera Clotz. Getuigen: Nicolaas Pijls, dekaan van de O. -L. - Vrouwkerk te Sint-Truiden; Johannes Menten, schout; Raso Uyt den Broeck. 1527, 12 februari.
Inventarisnummer 258 bevat 2cans .
Inden jare onss heeren dusent vijfhondert ende achtentwintoch den eersten dach in novembri. De schout en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Heylwich Vastrarts afziet van het vruchtgebruik op 1/2 bunder bos, gelegen te Mielen, ten voordele van haar konderen Eylken Vasstrarts, echtgenote van Art Ceel en Lijsbeth Vastrarts, huisvrouw van Joris Grevers, die de halve bunder verkocht hebben aan Joseph vanden Steenwege, gemachtigde van Marie vande Wijere, priores van Mielen, voor 37 Rg., koers van Sint-Truiden. Schout: Jan Menten. Schepenen: Augustijn Gherinx; Giielis van Herckenroede; Meester Merten van Artum; Willem van Stapele; Jheronimus Gherinx; Art Menten; Jannes Rausscarts. 1528, 1 november.
Inventarisnummer 259 bevat 2cans .
Datum feria quarta post Reminiscere, anno domini M° CC° L° sexto. De priester Otto, zoon van Gosuinus dictus Genselken, schenkt verscheidene goederen aan het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen, nl.: 5 1/2 bunder en 2 1/2 roeden landbouwgrond van mindere kwaliteit, waarvan 3 bunder gelegen zijn op het gebied van Horpmaal (Horpale) en waarvoor 12 d., Luikse munt, als jaarlijkse cijns moeten betaald worden: 1 1/2 bunder gelegen te Batsheers ( Bertshere ), afkomstig van Robertus, zoon van Ecbertus, ridder van Bertshere; en 1 bunder, 2 1/2 roeden gelegen te Zerkingen (Serkingen), waarvoor jaarlijks 10 d. 1 obool, Luikse munt, betaald worden aan de abdij van Sint-Truiden. Verder de helft van een huis sitam in vico qui dicitur Scottenstrate nabij Sint-Catherina, waarvoor men 4 d. 1 obool, Keulse munt, betaalt aan de abdij van Sint-Truiden. Tenslotte, de helft van een erfenis waarop 3 huizen staan, sita in vico qui dicitur vicus beginarum, waarvoor 6 d., munt van Sint-Truiden, betaald moeten worden aan de abdij van Sint-Truiden en aan Walterus de Lapidea Domo. Getuigen: Huius rei testes sunt: Egidius Miles, Walterus de Lapidea Domo, Oliverus de Merwele et Arnoldus dictus Puer, scabini Sancti Trudonis; Theodericus Lautor, Adam Coquus et Henricus de Joec: mansionarii, et alii quam plures. 1257, 7 maart.
Inventarisnummer 25 bevat 2cans .
Gheschiet int jaer ons liefs heren Jhesu Cristi duysent vijffhondert ende achtentwintich in decembri den vijffden dach. De waarnemende meier en de laten van het Sint-Truidens laathof dat toebehoort aan het klooster Terbeek, oorkonden dat Margriet Bastijns een kapuin erfelijk op haar huis en hof, gelegen te Zipinghen heeft opgedragen aan Joseph vanden Steenweghe, als gevolmachtigde van de priores van Nonnemielen. Deze akte werd bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Laathof: Abdis van Ter Beek: Nycol de Paeye. Rentmeester: Jan van Heelen, priester. Meier: Jannes Boegaerts. Laten: Aerdt Toelen; Jan Struven; Goevaert van Hertten; Jan Riecksteels. Schepenbank: Schout: Thomas van Wesere. Schepenen: Meester Maerten van Arthum; Jan van Mettecoven; Ghielis van Herckenroede; Jannes Menten. 1528, 5 december.
Inventarisnummer 260 bevat 2cans .
Inden jaere onss heeren duysent vijfhondert ende negentwintich in Martio acht daghe. De meier en de schepenen van het laathof dat Ridder Willem van Coelhem bezit te Runkelen, oorkonden dat Art Stiers aan Joseph vanden Steenweeghen, proviseur van Marie vanden Wyere, priores van Nonnemielen, een jaarlijkse erfrente van een Rijnsgulden verkocht heeft op huis en hof te Haenrode, bij de "Heeren straet", toebehorend aan Henrick vanden Lare. Meier: Olivier Stiers. Laten: Augustijn Gherinx; Peter Winckelers anders van Kelsbeeck; Adam van Verssen; Jan Vollen; Govaert Stiers; Peter Pijks. 1529, 8 maart.
Inventarisnummer 261 bevat 2cans .
327 gevonden, 161 t/m 180 getoond, pagina 9 van 17