Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 61 Datum anno domini millesimo CCC° duodecimo in vigilia Nativitatis Beati Johannis Baptiste. Depriores en de kloostergemeenschap te Nonnemielen oorkonden dat van 10 mudden graan, Tiense maat, die men jaarlijks aan Henricus de Lare, priester en kapelaan van Nonnemielen, betaalde, 4 mudden graan, maat van Sint-Truiden, aan de pitantie van het klooster zullen toekomen. 5 lb. 10 s., Tiense munt, die deze Hendrik als erfrente bezat in de parochie Laar en in Hespen zullen voor de duur van hun leven aan Yda (junior) en Yda (senior), dochters van Hendrik, toekomen. Indien de jongste eerst sterft zal haar deel aan de pitantie toekomen; indien de oudste het eerst zou overlijden, zal haar deel aan de jongste toekomen, na de dood van deze laatste zal hun beider deel aan de pitantie toekomen. 1312, 23 juni.
- 62 Datum in testimonium veritatis sub sigillo nostro anno domini M° CCC° quartodecimo in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum. Adam-abt van Sint-Truiden, oorkondt dat broeder Henricus, dekaan van Zipingen het vruchtgebruik van +- 14 roeden voor de verdere duur van zijn leven, gelegen op een plaats genaamd Dodenbergh nabij Merwele, afkomstig van de abdij, bestemd voor de pitantie van het klooster te Nonnemielen. 1314, 27 oktober.
- 63 Datum feria sexta post festum Beate Lucie, anno domini M°CCC° decimo nono. Henricus dictus der Wilde, onderschout te Gingelom, en aldaar rechter van de graaf van Loon; Libertus, pastoor van de kerk van Gingelom; Theodericus, zoon van wijlen heer Arnoldus de Ginghelem, ridder; Willelmus de Niel; Arnoldus Gutsen; Balduwinus dictus Bellen, zoon van wijlen Daniël Braxator, en Symon dictus der Lu, en andere leenhouders, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen, voor de pitantie van die instelling jegens Johannes en Gerardus de Lintre, broers, een stuk grond had gekocht, gelegen te Gingelom, waarvan een deel: 27 grote roeden en 11 1/2 kleine roeden groot, gelegen in de valle naar Landen toe, tussen de landerijen van Attenhoven en de landerijen van heer Johannes de Montenaken en de landerijen van de Sint-Bemardus-abdij; het tweede stuk grond meet 14 grote roeden en 12 1/ 2 kleine roeden en is gelegen bij de weg naar Wezeren, bij de boom genaamd Wilic en bij de landerijen van Johannes de Montenaken en van Willelmus de Sancto Trudone dictus de Vuissoven. 1319, 14 december.
- 64 Datum in vigilia Beatorum Symonis et Jude Apostolorum, anno domini M° CCC° vicesimo. Egidius, meier voor Johannes dictus Ekele, te Gorsen Hermannus van der Hunen; Thomas Braxator de Gurseme; Arnoldus dictus Smersnidere en Johannes dictus Gilis Braxator de Sancto Trudone, domeinbewoners, oorkonden dat broeder Willelmus, magister van het klooster te Nonnemielen jegens Johannes, zoon van wijlen Theodericus dictus Sceepers van Gorsem, ten behoeve van de pitantie van vermeld klooster een rente van 6 d. grote tournois, munt van de koning van Frankrijk, per jaar had gekocht met als waarborg het huis van Johannes gelegen bij Gorsem in de richting van de Schuurhovenmolen. 1320, 27 oktober.
- 65 Datum anno domini Mmo CCC m°vicesimo primo, sabbato ante Trinitatem. De priores en het klooster te Nonnemielen verklaren dat Theodericus de Heelne, kanunnik te Tongeren, een mud graan aan de pitantie van het klooster ten titel van aalmoes ten geschenke heeft gegeven. De schenker zal echter voor de duur van zijn leven blijven genieten van deze rente. 1321, 13 juni.
- 66 Anno incarnationis dominice millesimo tricentesimo vicesimo secunda feria tertia post festi beati Martini Hyemalis. De meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Loon verklaren dat Fastrardus van Pepinghen aan de pitantie van Nonnemielen 25 grote roeden van zijn allodiale grond heeft verkocht, gelegen te Pepingen bij de molen van Theodorus de Herke. 1322, 15 november.
- 67 Actum anno Domini M° CCCmo vicesimo quinto feria secunda post festum beati Huberti confessoris. Elisabeth de Printhagen en het gehele klooster van Mielen verklaren van de gezusters Jutta en Aleydis van Widdinghen, 2 bunders akkergrond ontvangen te hebben, gelegen tussen Ruilingen en Widdingen, cijnsplichtig aan de proost van St. -Truiden met een penning Sint-Truidens, jaarlijks, in ruil voor een jaarlijkse rente van een halve mud koren, en het vruchtgebruik, zolang de beide zusters leven. 1325, 4 november.
- 68 Anno nativitatis Domini millesimo trecentesimo vicesimo septimo indictione undecima mensis novembris quintadecima die. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Katherina de Lovanio, religieuze te Mielen, met haar momber Hermannus de Gorseme, gekocht heeft van Christina, begijn te Sint-Truiden en dochter van wijlen Wilhelmus van Duras; 16 1/2 grote Loonse roeden, allodiale grond, afhangend van het allodiaal hof van Halle, gelegen tussen Score en Asbroek. Getuigen: Renerus de Borlo, meier; Johannes de Asbruc; Johannes Tombolre; Egidius de Halle; Danyel Neel, zoon van wijlen Henricus Freyson; Theodoricus Auderbursson, laten van het allodiaal hof van Halle. 1327, 15 november.
- 69 Datum Avinione Xlll kal. decembris pontificatus nostri anno duodecimo. Paus Johannes Xll doet een beroep op de proost van Sint-Geertrui te Leuven om als bemiddelaar op te treden tussen het klooster van Nonnemielen en een zekere Theodoricus Roselert, in verband met een twist om bezittingen. 1327, 19 november.
- 70 Anno domini millesimo lil vicesimo octavo feria Petri et Pauli apostolorum. Johannes Parghamenarius, clericus, draagt een rente van een aam wijn op de wijngaard van Johannes de Borne, gelegen bij Wilsele, op ten voordele van Katherina, dochter van wijlen Tyloy de Brule, religieuze in het klooster van Mielen. Getuigen: Symon Godevardi en Ludovicus ex Lyminghe Junior, schepenen van Leuven. 1328, 2 juli.
- 71 Anno domini millesimo CCC° vicesimo octavo dominica qua cantatur invocavit. De proost en de laten van het Sint-Truidens proosthof te Dypenpule, oorkonden dat Arnoldus de Elsbruc erkent aan het konvent van Mielen een rente schuldig te zijn van 2 oude groten Toernoois, op zijn weide, geheten Cusele, gelegen bij Melcebeke. Proost en meier: Johannes de Printhagen. Laten: Everardus de Plateau; Walterus, zoon van wijlen Everardus de Platea; Johannes de Dypenpule; Johannes de Hovert; Johannes en Walterus, zonen van Johannes de Dypenpule. 1329, 12 maart (n.s.).
- 72 Datum anno domini millesimo trecentesimo vicesimo nono feria sexta post divisionem apostolorum. Elisabeth de Printhagen en het konvent van Mielen verklaren dat Theodorocus, geheten Thyloy Utenbruke, zijn gade Katherina en hun kinderen: Johannes, proost van Sint-Geertrui te Leuven; Margareta, begijn, en Katherina, kloosterlinge en celleraria te Mielen, een erfrente van 10 mudden graan schepen voor de fundatie van een eeuwigdurend jaargetijde. 1329, 21 juli.
- 73 Datum anno domini M° CCC° tricesimo feria sexta proxima ante festum beatorum Symonis et Jude apostolorum. Elisabeth de Borneem, inclusa, schenkt de helft van een kluis, gelegen bij de kerk van St. -Michael, in de richting van de Hoelstraat, te Leuven, aan Beatrix de Haren. Deze geeft het levenslang vruchtgebruik aan voorgenoemde Elisabeth en aan Katharina de Lapidea. Getuigen: Wilhelmus de Rode en Gosuinus de Calstris, schepenen van Leuven. 1330, 27 oktober.
- 74 Anno nativitatis eiusdem (domini) millesimo trecentesimo tricesimo primo indictione quarta decima nona die mensis julii. Notaris Arnoldus de Bomershoven getuigt dat Johannes de Hozemont met toestemming van zijn moeder Katherina en zijn zuster Margareta een erfcijns van 4 kapuinen en 2 oude groten toernoois schenkt aan Katherina de Lovanio, celleraria te Mielen, voor de pitantie van hetzelfde klooster. Getuigen: Johannes de Printhagen, proost van St.-Truiden; Reynerus Letwerc en Walterus de Repen, schepenen van St.-Truiden; Walterus de Zepperen; Arnoldus Petri en Johannes de Rennio, laten van het klooster van Nonnemielen. 1331, 19 juli.
- 75 Datum anno domini M° CCC° tricesimo primo dominica cantate. Beatrix de Haren draagt de helft van een huis, gelegen bij de kerk van Sint-Michiel, in de richting van de Hoelstraat te Leuven, met de erfelijke rechten en alles wat er bij behoort, over aan Gerardus de Rivo van Kortenaken. Getuigen: Symon Godevardi en Godefridus de Dormale, schepenen van Leuven. 1331, 28 april.
- 76 Datum anno domini millesimo trecentesimo tricesimo secundo quintadecima die mensis junii. De meier en de zeven gezworenen van het allodiaal hof van Loon oorkonden dat Katherina, kloosterlinge te Mielen, dochter van wijlen Fastrardus de Pepinghen, ridder, zuster van Aleydis, het volgende getuigt: Haar vader had 14 grote roeden land, gelegen bij de molen te Mechelen, bij Pepingen, verkocht aan heer Johannes de Sancto Trudone, geheten de Leodio alias Gallicus. Aleydis, haar zuster had voor het allodiaal hof het recht van vernadering ingeroepen, het goed teruggekocht en verkocht aan haar, Katherina. Vervolgens droeg zij het op, met behulp van Willelmus Mathie, haar momber, in handen van Walterus Peper, voogd van de pitantie, ten voordele van het werk der zelfde pitancie. 1332, 15 juni.
- 77 Datum anno domini millesimo trecentesimo tricesimo secundo octava die mensis julii. De proost en en laten van het proosthof te Sint-Truiden oorkonden dat Egidius, zoon van Agnes de Curia met toestemming van zijn vrouw Elisabeth, aan Elisabeth, aan Elisabeth de Printhagen, priores en Katherina de Lovanio, celleraria te Mielen, een jaarlijkse erfrente schenkt van 10 oude groten Toernoois, op een halve bunder weidegrond, gelegen te Metsteren, bij de weide van Arnoldus Ruffecus. Als voogd van het klooster treedt Walterus Peper op. Getuigen: Raso de Printhagen, ridder en Willelmus de Bushoven, schepen van St.-Truiden. Proost en meier: Johannes de Printhagen. Laten: Gerardus Crudere; Jacobus Moerken; Thilimannus Catte; Walterus de Curia; Reynerus de Alken, laarzenmaker. 1332, 8 juli.
- 78 Datum anno domini millesimo tricentesimo tricesimo secundo vicesima sexta die mensis julii. De meier en de laten van het hospitaal te Sint-Truiden oorkonden dat Johannes de Gorseme, geheten der Vette, aan broeder Lambertus, voorganger van Mielen en tevens zijn broer, met toestemming van zijn echtgenote Katherina, een jaarlijkse erfrente heeft geschonken van 8 oude groten Toernoois, die hij bezat op huis en hof van Johannes Gherste, gelegen te Sint-Truiden tussen het huis en hof van Johannes Gherste, gelegen te Sint-Truiden tussen het huis van Adam Telders en Nycolaas Gherste. Getuigen: Lambertus dictus Scultetus en Waltgherus de Sancta Katherina, schepenen van St. -Truiden. Meier: Johannes de Rumale.. Laten: Arnoldus de Kerchem; Arnoldus Lamberti, Lambertus de Kelsbeke; Johannes Gherste. 1332, 26 juli.
- 79 Datum per copiam anno domini M° CCC° tricesimo quarto quinta die mensis junii. Lambertus Scoutiten en Waltgherus de Sancta Katherina, schepenen van Sïnt-Truiden, oorkonden dat op 4 mei 1334 voor de prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van dezelfde stad, Walterus Moer en zijn zoon Hendrik, aan Henricus der Verlame een huis met toebehoren verkocht hebben voor 8 s. en zes oude groten Toernoois per jaar, waarvan de helft levenslang toekomt aan Walter Moer en na diens dood aan zijn zoon, en de andere helft naar de pitantie van Mielen gaat. Schout van Prins-Biscchop Adolf van der Marck: Henricus ante Portam. Schepenen: Renerus Letwerc; Walterus de Repe; Willelmus Riddere; Lambertus Scourite; Arnoldus Greve; Petrus Wisseler. 1334, 5 juni.
- 80 Datum anno nativitatis domini millesimo CCC° tricesimo sexto die secunda julii. Katherina de Printhagen en het gehele klooster van Mielen oorkonden dat Katherina de Lovanio, celleraria van hetzelfde klooster, met het geld en de goede-ren, haar door vrienden gegeven, voor het klooster 7 zillen akkergrond heeft verworven, gelegen te Meershege. In ruil daarvoor zal het klooster levenslang aan Katherina en aan Maria en Katherina, dochters van Balduinus de Houtheule uit Leuven, eveneens kloosterlingen te Mielen, jaarlijks 4 1/2 mudden graan toekennen. 1336. 2 juli.
335 trouvés, 61 jusqu'à 80 montré, page 4 de 17