Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 21 Datum, anno domini M° CC° quinquagesimo, in festo Barnabe Apostoli. Aleidis, gravin van Clermont en Auvergne keurt de verkoop goed door Arnoldus, ridder van Ruilingen (Roelingen), aan het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen van 7 bunder landbouwgrond en weidegrond, die hij van de gravin in leen hield, tegen een lijfrente van 4 d.; Luikse munt, per bunder en per jaar. Bij een eventueel vergrijp van de ridder jegens de gravin zou deze grond zonder verdere betaling aan het voornoemde klooster toekomen. 1250, 11 juni.
- 22 Actum et datum anno domini millesimo ducentesimo quinquagesimo, feria secunda ante festum Beati Johannis Baptiste. Arnulf [lV], graaf van Loon, keurt de overdracht goed, die Arnoldus, ridder van Ruilingen ( Roelingem ), doet van 7 bunder landbouwgrond en weidegrond aan het klooster vanSint-Catherina te Nonnemielen tegen een jaarlijkse rente van 4 d., Luikse munt. Deze grond is gelegen te Stevoort. 1250, 20 juni.
- 23 Datum Mediolani, IIII nonas septembri, pontificatus nostri anno nono (1). Indulgentieoorkonde van paus Innocentius [IV] (1) aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen. [1251], 2 september.
- 24 Datum anno domini M° CC° quinquagesimo tertio, mense maio. Arnulf [Vl], graaf van Loon en van Chiny, en de deken en het kapittel van Sint-Odulphus te Loon verklaren dat deze laatsten aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen 3 bunder van hun allodiale grond te Rummen ( Romen ) verkocht hebben tegen een jaarlijkse rente van 1 d., Luikse munt. Getuigen: Huius facti sunt testes et ad hoc vocati: Zutmannus, Ottmannus dictus de Colonia, Mauritius et ceteri scabini de Bodenhoven; dominus Vrint de Heren, dominus Libertus de Langhedrisch, milites; Gosuinus villicus deBilrevelt, Zutmannus de Grasen, Henricus deLare et plures alii fidedigni. 1253, mei.
- 25 Datum feria quarta post Reminiscere, anno domini M° CC° L° sexto. De priester Otto, zoon van Gosuinus dictus Genselken, schenkt verscheidene goederen aan het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen, nl.: 5 1/2 bunder en 2 1/2 roeden landbouwgrond van mindere kwaliteit, waarvan 3 bunder gelegen zijn op het gebied van Horpmaal (Horpale) en waarvoor 12 d., Luikse munt, als jaarlijkse cijns moeten betaald worden: 1 1/2 bunder gelegen te Batsheers ( Bertshere ), afkomstig van Robertus, zoon van Ecbertus, ridder van Bertshere; en 1 bunder, 2 1/2 roeden gelegen te Zerkingen (Serkingen), waarvoor jaarlijks 10 d. 1 obool, Luikse munt, betaald worden aan de abdij van Sint-Truiden. Verder de helft van een huis sitam in vico qui dicitur Scottenstrate nabij Sint-Catherina, waarvoor men 4 d. 1 obool, Keulse munt, betaalt aan de abdij van Sint-Truiden. Tenslotte, de helft van een erfenis waarop 3 huizen staan, sita in vico qui dicitur vicus beginarum, waarvoor 6 d., munt van Sint-Truiden, betaald moeten worden aan de abdij van Sint-Truiden en aan Walterus de Lapidea Domo. Getuigen: Huius rei testes sunt: Egidius Miles, Walterus de Lapidea Domo, Oliverus de Merwele et Arnoldus dictus Puer, scabini Sancti Trudonis; Theodericus Lautor, Adam Coquus et Henricus de Joec: mansionarii, et alii quam plures. 1257, 7 maart.
- 26 Datum in Milen in die Beati Vincentii martiris, anno domini M°CC°LX° primo. De priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen verklaren dat zij op 13 juli 1249, in het bijzijn van H., schout van de bisschop van Luik te Sint-Truiden, de heren Godescalcus en Choholaus, ridders, Robertus Dives, Robertus Proet, Willemus Camerarius, Jordanus Scoffel: schepenen van Sint-Truiden; van Beatrix, weduwe van Egidius Dives van Sint- Truiden, ter nagedachtenis van haar overleden echtgenoot 2 huizen, gelegen op de markt te Sint-Truiden, ten geschenke gekregen hebben, evenals 2 bijbehorende huizen en hof gelegen tussen Sint-Truiden en Brustem, 4 1/2 bunder groot, die aan de bisschop van Luik 3 d., Luikse munt, opbrachten. 1262, 22 januari (n.s.).
- 27 Datum Viterbii, II nonas julii, pontificatus nostri anno primo. (1). Paus Urbanus [IV] (1) bevestigt de bezittingen van de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen. [1262], 6 juli.
- 28 Datum feria quarta post Judica, anno domini M° CC° L° X° se-cundo. Jacobus, proost van Sint-Truiden, Egidius Miles, Walterus de Lapidea Domo, Egidius de Serkingem, Willelmus Camerarius en Waltgerus, schepenen van Sint- Truiden oorkonden dat de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen jegens Walterus de Hadelinghem, diens vrouw Berta en hun zoon Willelmus, een erfrente van4 mudden graan per jaar gekocht hebben, betaalbaar te Gingelom. Hiervoor geeft de voornoemde Walterus twee bunder van zijn landbouwgrond, gelegen te Velm in pand, waarvoor per jaar 2 d., munt van Sint-Truiden, betaald wordt als cijns aan hetzelfde klooster.. 1263, 21 maart (n.s.).
- 29 Datum anno domini M° CC° LXm°sexto, feria secunda post Judica. F(elicitas), vrouw van Perwijs, verpacht voor de duur van achttien jaar aan de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen 8 bunder land gelegen tussen Scortborch (1) en Mielen. Opsomming vande huurvoorwaarden. 1267, 4 april (n.s.).
- 30 Datum anno domini M° CC° LX° nono, feria tertia post Nativitatem Beate Marie Virginis. P., priores van het klooster Val-Duc, van de orde der Dominikanessen, verklaart dat depriores en het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen jegens haar en jegens Otho de Fliderbeke, inwoner van Zoutleeuw, de voogdijschap over 1 1/1 bunder landbouwgrond, gelegen te Velm, afkomstig van proost Wido, hebben gekocht. Getuigen: Godefridus de Hondekine, Henricus de Score: milites, et omnes scabini de Velme.. 1269, 10 september.
- 31 Datum anno domini millesimo ducentesimo sexagesimo nono, mense martio in vigilia Beati Gregorii pape. Willelmus, abt van Sint-Truiden, verklaart dat zijn abdij vier jaar voordien aan de priores en het klooster van Sint-Katherina te Nonnemielen de molen te Metsteren ( Mecheren ) die op allodiale grond van de abdij stond, verkocht had, samen met de aanpalende hoeven en grachten, onder bekrachtiging van de schepenen van Sïnt-Truiden, tegen de volgende voorwaarden: de molen werd afgestaan in ruil voor 2 bunder, 15 roeden grond, Loonse maat, die bij een molen van de abdij te Gorsembrul gelegen waren; tevens in ruil van een levering van 27 mudden graan, ieder jaar, afkomstig van de opbrengst van de gekochte molen; en tenslotte, tegen een jaarlijkse rente van 15 s.., Luiks geld. Nu wordt tussen de abdij en het klooster de overeenkomst getroffen dat het klooster de 27 mudden graan afkoopt tegen 135 marcas sterlingorum, decem solidi sterlingorum pro marca. Deze som zal dienen voor de gebiedsuitbreiding van de abdij.. De rente van 5 s., Luiks geld, zal aangewend worden ter nagedachtenis van abt Rodulphus.. Verder heeft het klooster het recht haar advies te geven bij een eventuele aankoop van grond in de nabijheid van Metsteren, nl. de weide te Hart, door de abdij. De abdij heeft het recht het water vanop de oever van de verkochte molen af te leiden ter bevloeiing van haar gronden. 1270, 11 maart (n.s.).
- 32 Datum anno domini M° CC° LXX°, in crastino Beati Nicholai. Johannes, oudste zoon van Arnulf IV, graaf van Loon, verklaart dat hij aan de priores en het klooster van Sint-Catherina te Nonnemielen een stuk grond gelegen in de nabijheid van de curia van de graaf te Minsingen in aalmoes ten geschenke heeft gegeven tegen een erfrente van l d., Vlaamse munt. Deze overdracht werd tevens afgehandeld voor de schepenen van Duras. 1270, 7 december.
- 33 Datum anno domini M° CC° LXXmoprimo, feria secunda post festum Beati Martini hyemalis. De schepenen van Sint-Truiden: Johannes dictus Kent, Adam de Sancta Catherina en Libertus oorkonden dat de nonnen Fredindis de Herkenrode, van de orde der Cisterciënsers, en Agnes de Milen, van de orde der Benediktijnen, recht hadden op een jaarrente van 4 mudden graan op een stuk grond gelegen bij Aalst; de eigenaars van deze grond: Janfloria en haar zonen: Walterus, Raso en Jordanus, willen deze grond voor andere doeleinden aanwenden en wijzen de nonnen in ruil 4 mudden graan toe te innen op 1 1/2 bunder land nabij Bornem (Bornehem). 1271, 16 november.
- 34 Datum anno domini M° CC° LXXm°secundo, feria quarta proxima ante Pentecosten. Henricus [van Gelder), bisschop van Luik keurt de schenking goed van 3 Luikse marken, die Walterus de Linden, ridder, als leenrente bezat op de tol te Tongeren, aan de priores en het klooster Sint-Catherina te Nonnemielen. In naam van beide partijen wordt Rasso, castellanus de Colmont, als voogd over deze schenking aangesteld. Johannes Ruffus, zoon van Walterus, kan deze rente van 3 Luikse marken voor eeuwig aan de bisschop overlaten tegen de som van 30 Luikse marken, wanneer hij het zou willen. Getuigen: Presentibus viris nobilibus: Ar[noldo ] comité Lossense, Henrico de Pytershem, dilectis fidelibus nostris Rassone predicto et Henrico de Colmont eius fratre, Waltero de Linden, Amelio deLessic et Egidio de Muiken: militibus. 1272, 8 juni.
- 35 Afschrift van n° 34. 1272, 8 juni.
- 36 Datum anno domini M° CC° LXXm° tertio, feria secunda post dominicam [....... ] .(a). De schout en de schepenen van Herk-de-Stad verklaren dat Willelmus dictus de Scackenbruch, diens vrouw Christina, en dochter Katerina, aan het klooster Sint-Katerina te Nonnemielen al hun erfbezittingen hebben overgemaakt ten titel van aalmoes, uitgezonderd het huis gebouwd door Willelmus dictus Papa, gelegen bij de waterloop Herk. 1273, maandag...
- 37 Actum et datum anno domini M° CC° LXXmo tertio, mense januario. Ida, priores, en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen verklaren dat Katerina dicta de Emmeren,begijn te Sint-Truiden, aan het voornoemde klooster een tiende, die haar allodiale eigendom was, ten titel van aalmoes heeft geschonken tegen een jaarlijkse rente van 10 1/2 mudde graan; tevens zou ieder jaar drie verjaardagen worden herdacht : nl. haar eigen verjaardag, deze van haar vader Gharimerus en deze van haar moeder Megthildis. A. Origineel : perkament. Vier zegels verdwenen. Vier horizontale gleuven door de plica. Vroeger horizontaal in tweeën en vertikaal in drieën gevouwen. H : rechts : 100 mm.; links : 101 mm. B : boven : 224 mm.; onder : 225 mm. H plica : 13 mm. 1274, januari (n.s.).
- 38 Actum et datum anno domini M° CC° LXX° tertio, sabbato ante dominicam Esto Michi. Meester Johannes de Sancto Trudone, kannunik van O. L. V., te Hoei, Willelmus, deken der Kristenheid van Sint-Truiden, Amicus, koster van de kerk van Sint-Truiden, Oliverus de Merwele, Arnoldus Buc, Willelmus dictus Copey en Walterus de Staplen, schepenen van Sint-Truiden, verklaren dat Katherina de Emmeren, begijn te Sint-Agnes te Sint-Truiden, aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint-Catherina te Nonnemielen de helft van een tiende ten geschenke heeft gegeven. Deze helft bezat ze te Veulen ( Fologna ), bij het kasteel van Heers; de andere helft was in handen van de deken van het kapittel van Kortessem. Getuigen: Huius rei testes sunt: Henricus de Mosella monachus Sancti Trudonis, Henricus dictus Raspe, Henricus famulus magistri Johannis predicti, et alii quamplures. 1274, 10 februari (n.s.).
- 39 Datum anno M° CC° LXX° tertio, feria secunda post dominicam Esto Michi (1). Johannes, proost van de abdij van Sint-Truiden, Oliverus de Merwele, Adam de Sancta Katherina, Willelmus dictus Copey, schepenen van Sint- Truiden, getuigen dat Henricus dictus Ghetere en diens vrouw Magtildis aan de priores en het klooster Sint-Katherina te Nonnemielen hun cijns, hun leen en hun ganse erfenis tam in arido quam in sicco ten geschenke hebben gegeven ten titel van aalmoes. Dit echter op voorwaarde dat ze nog voor de verdere duur van hun leven zouden kunnen genieten van het vruchtgebruik van hun bezittingen. 1274, 12 februari (n.s.).
- 40 Datum anno domini M° CC° LXXmo tertio, feria tertia post dominicam Oculi. Daar het originele dokument verloren is, getuigt Rubinus dictus Proit, schepen van Sint-Truiden, dat ongeveer twintig jaar voordien het klooster te Nonnemielen van hem 3 bunder landbouwgrond, gelegen te Minsingen, had aangekocht tegen een jaarlijkse rente van 3 d., Luikse munt. De schepen zou voor de verdere duur van zijn leven blijven genieten van de helft van het vruchtgebruik van deze grond. Afschrift bekrachtigt door het zegel van de schepenen van Sint-Truiden: Oliverus de Merwele, Adam de Sancta Katerina, Willelmus dictus Copey, en Libertus filius Sare. 1274, 6 maart (n.s.).
335 trouvés, 21 jusqu'à 40 montré, page 2 de 17