Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4151 Gillijs van den Breeden doet verhef van zijn leen van vier en half dagwand liggende in diverse percelen. Het eerste is een half bunder groot en ligt op DE CUTSSERODER MEERE en het andere is twee en half dagwand groot en ligt op DE CUTSSERODER BEKE naast het vorige. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 20 juni 1430.
- 4152 Pieter Nieulant doet verhef van zijn leen van zeven bunders gelegen tussen het land van Ympin van der Meere en het land van Daniel van Cutserode. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 22 juni 1430.
- 4153 Willem van Nedervelde als wettelijk en dingelijk voogd over Daneel van Nedervelde zijn neef doet verhef van een leen van elf dagwand groot. Het leen paalt aan mher. Rubbrecht van Assche, Joos de Smet, aan het manpad naar Merchtem. Tot het hoofdleen behoren zestien mannen namelijk : Eerst Ghiselbrecht van der Nieuwenhove houdt drie dagwand op DMEEREVELT. Willem van den Nieuwenhove bezit een dagwand op DMEEREVELT. De derde man Daneel van Nedervelde bezit anderhalf dagwand ook op DMEEREVELT. De vierde de zelve Daneel die een dagwand bezit gelegen op DHOUWE MEERSCH VELT. De vijfde man is Willem de Coc zoon van Arents die drie dagwand op DMEEREVELTbezit. De zesde, Margriete, vrouw van Jan van Nedervelde, houdt een dagwand. en de zevende man is Jan van Nedervelde die drie dagwand bezit zijnde zijn hofstede. Gillis van Belle houdt anderhalf dagwand meers gelegen aan DEN STEEN.De zelve Gillis van Belle bezit nog een dagwand meers. Reynier van den Broucke houdt twee bunders voor het hof van Jan van Nedervelde gelegen op DRIEVELDE.Jan Hobosch bezit een dagwand op het MEERLEVELT en dezelfde Jan heeft nog drie dagwand meers. Katheline, vrouw van Jan sBlocx, houdt een half bunder en Jan de Bloc zoon van Daneel bezit een dagwand op DHOUWE MEERSCH VELT.Margriete, vrouw van Jan van Nedervelde, houdt een half dagwand op DHOUWE MEERSCHVELT.En de meergemelde Jan Hoobosch houdt nog zeven dagwand. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 juni 1430.
- 4154 Louyse van der Meere doet verhef van haar leen van zes dagwand gelegen op DEN PEERTSBERCH TER MEERE. Het rapport werd gezegeld door Jan van Rabrouc priester op verzoek van de leenhoudster op 22 juni 1430.
- 4155 Jacop Sommerghem doet verhef van zijn leen van een dagwand palende aan Gheerde Scellync en aan Pieter Hovescilt. Het leen is gelegen op DHAMELBROUC.Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 26 juni 1430.
- 4156 Jan van den Andenhove doet verhef van zijn leen van vijfentwintig roeden gelegen op DE HOEVE COUTRE. Het leen paalt aan het goed van het klooster VAN DEN ROSENen naast het goed van Willem Yden en aan Geerd Scellinx. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 27 juni 1430.
- 4157 Jan Verlysbetten doet verhef van zijn leen van een half bunder gelegen achter het hof van Jan van der Lysbetten. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4158 Willem der Bloemen doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen TEN RODE.Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4159 Jan Lupaert doet verhef van zijn leen van zes dagwand gelegen in drie percelen. Een half bunder ligt op DEN REGAERTSBERCH en het ander half bunder ligt ernaast en het derde half bunder paalt aan GHERS HEIDEvan der Erdbrugghen en is een broek. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4160 Willem Coreman doet verhef van zijn leen van drie dagwand DE KETELRIEgenoemd. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4161 Jan van Beeroele doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen TE DROESHOUTE.Het leen paalt aan de beek vloeiende aan Brabant en aan Willems van Droeshoute eusel, en aan Jan Box. Het hoofdleen heeft twee manschepen in leen. Eerst Lodewijc Salaerd houdt zes dagwand en Willem van Droeshoute houdt anderhalf dagwand. Het rapport werd gezegeld door Gheerde van der Herd omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4162 Vranke de Permentier doet verhef van zijn eerste leen van zes dagwand in twee percelen gelegen. Het eerste stuk is vijf dagwand groot en ligt TEN RODE en het ander stuk is een dagwand op het ROBEVELTgelegen. Het tweede leen is een half bunder groot en ligt op het DAMEROBROEC. Het derde leen is zestig roeden groot en ligt ook op DAMEROBROEC. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4163 Jan van den Keere doet verhef van zijn leen van een bunder gelegen in twee percelen. Namelijk het hof waar de leenhouder woont en is drie dagwand groot en een dagwand ligt ernaast. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breede omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4164 Joes van der Ertbrugghen als dingelijk man en voogd over Margriete van den Ertbrugghen zijn nicht doet verhef van vier lenen die zij houdt. Te weten eerst een tiende DE RUDDER TIENDE genoemd jaarlijks geldende tussen de zeven en acht ponden groot. Het tweede leen is drie bunders en half groot en ligt op de RUACKER.Hiervan houden Jan van den Bossche een dagwand, Margriete van Hemelrike een dagwand, Jan de Keyser te Berchem een dagwand, Margriete van den Eertbrugghe de voornoemde Margrietes tante twee dagwand, Beatrijs en Live van der Eertbrugghen gezusters van de voornoemde Margriete houden twee dagwand en gelden elk een penning par. Het derde leen is acht en een half dagwand groot en ligt TE DROESHOUTE.Hiervan houden Lonys van der Meere zes dagwand, Joos de Keyser een half dagwand en Margriete zelf haar hofstede van twee dagwand groot. Het vierde leen is een dagwand groot en ligt in DAMERS BROUC.Het rapport werd door Joes van der Ertbrugghen gezegeld op 28 juni 1430.
- 4165 Gillis van Hemelrike doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen in NAMEVELT. Nog doet hij verhef van een ander leen van zes dagwand waarvan een bunder gelegen is op PERREVELT en een dagwand achter Gillis van der Dort en een dagwand in de hofstede waar Jan van der Dort op woont. Het derde leen is een half bunder groot en ligt op de BAERDEGHEM COUTERE.Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4166 Joos van den Bossche zoon van Claus doet verhef van zijn leen zijnde de tweede schoof van een tiende waarvan de priesterage van Opwijk het resterende derde toebehoort. De tiende wordt geheven op achtien bunders land in diverse percelen gelegen op MASEZEEL COUTER. De percelen gelden in ervelijke rente van veertien schellingen zeven deniers obool par. in speciën, achtien hoenderen, negen kapoenen en twee vierling brood in natura die de leenhouder heft. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4167 Peter Pypenpoy doet verhef van zijn leen van tien bunder gelegen op DE LANGE VELDEN waarvan de leenhouder heft in erfelijke renten vijftien en een halve schelling par. Tot het leen behoort nog een man genoemd Jan de Wostinen die men noemt de Briedere die anderhalf dagwand en drie roeden bezit naast Willems van der Ertbrugghen. Het perceel land wordt DE HUERINGE genoemd. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 30 juni 1430.
- 4168 Gheert Coreman doet verhef van zijn leen van vijf dagwand in vijf percelen gelegen namelijk: Eerst een half bunder op DE BAERDEGHEM COUTERen een dagwand op DAMERS BROECen een dagwand zijnde een veldje daarnaast aan Willem der Bloemen hofstraat nog een dagwand in het FELT TEN RODE.Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 30 juni 1430.
- 4169 Jan van der Oeven over Arende van der Oeven doet verhef van een leen van een half bunder liggende in drie percelen. Namelijk de twee delen van een half bunder op de OEVER COUTREaan DE EEKE en de twee delen van een dagwand aan TPERREVELT zijnde meers en de andere in de nabijheid gelegen en is zestien roeden groot. Al deze stukken hebben een gezamelijke oppervlakte van een bunder. Arend van der Oeven heeft nog een dagwand gelegen op BOESVELT.Het rapport werd gezegeld door Jan van der Oeven op 30 juni 1430.
- 4170 Jan de Bloc dingelijk man en voogd over Joese den Bloc fs Herman doet verhef van een leen van negen bunder waarvan de acht bunder helftwinningen zijn gelegen UP VOOGHT VELT en sommige op BROUCVELT TE NEDERVELDE en sommige op TVELDEKEN. Van de helftwinning men heeft de helft van wat in het vat blijft als het graan gedorst is, De jaarlijkse opbrengst is drie zakken graan. Volgende personen houden de helftwinninge : namelijk Willem van Nedervelde houdt vijftien dagwand en geldt twintig deniers par. en een vierde van een hoen. Daneel van Nedervelde houdt een bunder en een half dagwand en geldt vijf deniers par. Beatrijs van den Nuwenhove houdt drie dagwand en geldt een half denier. Coene van den Nuwenhove houdt een bunder en geldt vier deniers par. Deze acht bunders zijn ook de tiende penning geldende. Het ander bunder van de totale negen bunders houdt Gillis Caus een half bunder DEN KIEKEN HOF genoemd en geldt zes obool par. Het andere half bunder houdt Daneel van Nedervelde te leene en is zijn hofstede. Jan en Hendrick de Bloc kinderen van Joes staan te samen de leenhouder te gevolge van een vierendeel en Jan de Bloc staat een vierendeel alleen de leenhouder te gevolge. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 30 juni 1430.
444 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 23