Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 3688 Kateline Bokards doet verhef van haar leen van zes vaatzaad gelegen in de nabijheid van de hofstede van Gheerdt van Kets. Het rapport werd gezegeld door Pieter van den Bossche haar man op 30 juni 1430.
- 3689 Arent van Buedeghem doet verhef van zijn leen van negen bunders en een half waaronder zijn hofstede, weide, bos en winnende land begrepen zijn. Het leen is gelegen in Lebbeke waarvan de broers van de leenhouder de tweedelen houden die de leenhouder staan ten gevolge. Van het hoofdleen worden tien dagwand erfgrond gehouden ook in Lebbeke gelegen waarop de leenhouder de vijftiende schoof heft en jaarlijks drie penningen par. in rente. Het rapport werd gezegeld door Gheerde van der Hert op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 3 juli 1430.
- 3690 Lieven van Leppevelde als voogd over Lievekin de wees van Jan Wemaers doet verhef van een leen van een vaatzaad winnende land palende aan TEN CORTEN ACKER in Grembergen. Het rapport werd gezegeld door Gillis den Scotheten omdat de leenhouder geen zegel bezit op 3 juli 1430.
- 3691 Catheline Sterken dochter van Daneels doet verhef van haar leen zijnde een jaarlijkse erfelijke leenrente van twee zakken rogge. Het leen werd door Jan Mein haar grootvader aan haar moeder, zijn dochter, voor bruidsgift gegeven. Die twee zakken rogge worden op een vijfde schoof geheven. Het rapport werd gezegeld door Gillis den Scoutheten omdat de leenhoudster geen zegel bezit op 3 juli 1430.
- 3692 Lysbette tsMeyers weduwe van Gillis van der Vorst doet verhef van haar leen, namelijk de meierij van Grembergen. Zij mag een bekwaam persoon aanstellen om het officie te bedienen. Uit de meierij houdt men tien bunders en half erfland. Het rapport werd gezegeld door de leenhoudster op 16 juli 1430.
- 3693 Adriaen van de Capelle doet verhef van zijn leen en manschap van anderhalf vaatzaad palende aan het land van Pieter Berren. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 26 juli 1430.
- 3694 Jan van Kets zoon van Pieter doet verhef van zijn leen van vijf vaatzaad gelegen aan het leen van Jan van Kets zoon van Daneel. Het rapport werd gezegeld door Jan van Kets zoon van Daneel omdat de leenhouder geen zegel bezit op 2 juli 1430.
- 3695 Gillis Stolle doet verhef van zijn leen zijnde een zekere vijfde schoof van de helftwinning in Grembergen en een penning rente achtenveertig pond par. belast met vier halster evene. Men houdt nog van het hoofdleen een erfgrond van een bunder gelegen in Lebbeke naast SKNOLLERE LAND en aan het bos van Pieter Arends. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 31 augustus 1430.
- 3696 Daneel Mein doet verhef van drie lenen. Het eerste leen is twee dagwand en een half groot liggende op het veld genoemd TE LOONMERRE. Het tweede leen is twee bunder en een dagwand groot. Van dit leen worden een aantal manschepen gehouden. Het derde leen is drie bunders en half groot waarvan men ook diverse manschepen houdt. Nog houdt men van het hoofdleen zes bunders erfland in diverse percelen die in jaarlijkse heerlijke renten vier deniers par. per bunder gelden. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 31 augustus 1430.
- 3697 Kerstiaen van den Briele als dingelijk voogd over Katheline sKnijfs zijn vrouw doet verhef van haar leen van twee en half bunder groot palende aan Pieter van den Bossche. Het hoofdleen is tot een paardendienst verplicht. Tot het hoofdleen behoren vijf manschepen waarvan één staat te gevolge. Nog behoort tot het hoofdleen vier laten die jaarlijks tien penningen par. gelden. Het rapport werd gezegeld door de wettelijke voogd in 1430.
- 3698 Pieter van der Varent doet verhef van zijn leen van zes vaatzaad naast het leen van Jan van der Meere en aan de RUVELT STRATE. Het rapport werd gezegeld en niet gedateerd. Pieter van der Varent doet verhef van een ander leen van zes vaatzaad gelegen tussen het land van Pieter Berren en Daneel Feites. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 25 juni 1440.
- 3699 Jan van Pottelsberghe doet verhef van zijn leen zijnde de SCHUTTERIE VAN GREMBERGHEN dat een jaarlijkse waarde van drie schellingen groot als erfelijke rente heeft. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 30 juli 1440.
- 3700 Katheline sKnijfs weduwe van Kerstiaens van den Briele doet verhef van haar leen van twee bunder en een half. Tot het leen behoren zes manschepen en vier laten. Het rapport werd gezegeld door Jacob Pijl op 12 juli 1440.
- 3701 Jacop Pijl doet verhef namens Margriete Zeenen zijn vrouw van een leen van drie bunders groot. Het leen is gelegen naast SEINTE MERGRIETE DAM.Buiten de reliefkosten moet de leenhouder de heer bijstaan met een paardendienst. Kateline Malscaerts heeft in het hoofdleen het derdedeel. Jacob Pijl zegelde het rapport op 13 juli 1440.
- 3702 Katheline Bocaerts doet verhef van haar leen van zes vaatzaad palende aan N van den Heckene. Het rapport werd gezegeld door Pieter van den Bossche man van de leenhoudster op 21 juli 1440.
- 3703 Daneel Meeyn doet verhef van zijn leen van drie schellingen zes deniers groot in heerlijke penning rente geheven op zeven bunders en twee vaatzaad toebehorende twintig laten. Van het hoofdleen houden elf mannen zeven bunders in leen. Nog houdt Daneel drie vaatzaad land in leen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 31 juli 1440.
- 3704 Merten Coene doet verhef van zijn leen dat bestaat uit een jaarlijkse erfelijke rente van twee zakken rogge geheven op diverse landen gelegen in Grembergen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 1 augustus 1440.
- 3705 Symoen de Coninck doet verhef van zijn leen van een viertelzaad land palende aan Janne Noets en met het einde aan de GROETER GHEEST.Het rapport werd op verzoeke van de leenhouder gezegeld door Janne van der Hofsteden op 1 augustus 1440.
- 3706 Hildewaert van den Driessche als voogd over de kinderen van Simoen van der Elst doet verhef van een leen zijnde de meierij van Grembergen dat een jaarlijkse geschatte waarde heeft van vierentwintig schellingen. Verder doet hij verhef van een tweede leen zijnde een jaarlijkse erfelijke rente van zeventien pond par. Het rapport werd gezegeld door de voogd op 2 augustus 1440.
- 3707 Jan van den Ackere doet verhef van zijn leen genoemd TRUVELTvan veertien vaatzaad groot. De leenhouder zegelde het rapport in april 1440.
444 gevonden, 161 t/m 180 getoond, pagina 9 van 23