(Lodewijk, graaf van Vlaanderen, maakt de uitspraak bekend van zijn Raad, gehouden te Rupelmonde op 30 augustus jl., alwaar heer Gerard van Ressegem, de kapitteldeken van O.-L.-Vrouw-Antwerpen, meester Testard vander Wostine, Pieter Jansz., ontvanger van Vlaanderen, en Oddot Machet, watergraaf, in het geschil tussen de ingezetenen van Waas en Boudelo over het reinigen van het moelenbrouck bij het grafelijk kasteel te Rupelmonde (zie regesten nrs. 650, 651 en 652) de vroegere uitspraak binnen de grafelijke Audiëntie bevestigen. Voor de gronden van Boudelo, die buiten de in het grafelijk vonnis vastgelegde grenzen liggen en cijns of rente opbrengen, moet de abdij wel degelijk 120 mottoenen bijdragen voor de laatste ruiming van het moelenbrouck en bovendien het dubbele bedrag aan de graaf. In de kosten van de voorlaatste ruiming moet Boudelo elke parochie vergelden wat die in feite voor Boudelo betaalde. Voortaan moet Boudelo delen in de kosten van de volgende ruimingen. Zegelaankondiging: de oorkonder. A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1544-1545, onder koptitel "Ruppelmonde", naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 9, ff. 143r°-v°. Vermelding: De Potter-Broeckaert, Geschiedenis gemeenten Oost-Vlaanderen, 3e reeks (arr. St. -Nicolaas), 3e deel (Sinaai), p. 61.)
Instruction pour la commande [ dépôt - inventaire - élément ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
691
Précédent (nr. 690)
|
Suivant (nr. 692)