Inventaris Oorkonden met de blauwe nummers
- 550 Denombrement door Lauwers van Ryckeghem, zoon van Lauwers, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, gelegen ten zuidwesten van de kerk van Pittem en bestaande uit twee derden van een bebouwd stuk grond met weide en vijver, 8 bunders groot, genaamd ter Coutere, waarvan het derde deel toebehoort aan Jan van Ryckeghem, broer van Lauwers, welk leen is toegevallen aan Lauwers wegens Katharina van Rumbeke, weduwe van Maarten van Ryckegem, zijn grootouders langs vaderszijde. 5 mei 1648.
- 551 Denombrement door Marijn Caluwaert, als bedienelijk man van Jan van Ryckegem, zoon van Lauwers, van het derde deel van het leen in nr. 550. 5 mei 1648.
- 553 Denombrement door Adriaan van Belleghem van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, bestaande uit een bos van 157 roeden in Meulebeke, ten zuidoosten van Peereboome, grenzend in het oosten aan het bos van de erfgenamen van Jacob de Cherf en aan dat van de heer van der Vichte, in het zuiden aan Gillis Beel, in het westen aan de cijnsgrond van de rendant en in het noorden aan de erfgenamen van Willem van Nieuwenhuyse, welk leen is toegevallen aan Adriaan door aankoop van de voogden van de wezen van Gillis Voedt, zoon van Jacob. 13 mei 1649.
- 554 Denombrement door François van Torre, zoon van Cornelis, van een leen hem toegevallen bij het overlijden van meester Cornelis van Torre, zijn broer, en dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen van 2 gemeten in Pittem is gelegen in de gulde van Oenegem, grenzend in het oosten aan de grond van de erfgenamen van Jan Reyniers genaamd het stuk ter Wulgen, in het westen aan die van Arent de Smet, in het noorden aan die van de erfgenamen van Adriaan Blieck, in het zuiden aan de grond van Arent de Smet. 9 april 1650.
- 555 Denombrement door Jacob de Nolf, zoon van Hendrik, van twee lenen die hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, gelegen in Pittem, ten zuiden van de kerk, bestaande uit: 1) een bebouwd stuk grond van 2 gemeten, grenzend in het westen aan de grond van François dHamer en consoorten, in het noorden aan de straat naar de Vijfstrate, in het zuiden aan de grond van de rendant en in het oosten aan die van Denijs Windels, 2) een aanpalend stuk grond van 1 gemet, grenzend in het westen aan de Vijfstraat, in het zuiden aan het Schootbusch, in het noorden aan Denijs Windels, welke twee lenen, net zoals diverse andere stukken grond in Koekelare, zijn toegevallen aan de rendant door aankoop van Nikolaas Baggaerts, als curator van het sterfhuis van François de Bosschere, zoon van François. 20 juni 1651.
- 556 Denombrement door Jan Speghele, zoon van Filips, van een leen gehouden van René de Thiennes als heer van Claerhout en gelegen in Pittem, ten zuidwesten van de kerk, genaamd ten Eyghenbroucke of Josepkens Leen, 5 bunders groot, verdeeld in diverse percelen, welk leen is toegevallen door aankoop van Jacob van Rumbeque, zoon van Jan, die heeft afgezien van de erfenis van zijn vader. 27 november 1651.
- 557 Denombrement door Adriaan van den Broucke, zoon van Joost, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen in Pittem is gelegen, ten oosten van de kerk, in de gulde van Kruisebeke, bestaande uit meerdere percelen waaronder een bos van een halve bunder min 6 roeden, grenzend in het westen aan de straat van Wielewalle in Pittem naar Tielt en waarvan de opmeting is gedaan door Loys de Bersacques, gezworen landmeter van de stad en kasselrij Kortrijk. 13 augustus 1652.
- 558 Denombrement door Adriaan van den Broucke, zoon van Joost, erfgenaam in het sterfhuis van meester Adriaan van Broucke, zoon van Adriaan, pastoor van Pittem, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen bestaat uit twee percelen van respectievelijk 1 bunder min 8 roeden en 172 roeden. 13 augustus 1652.
- 562 Denombrement door Gillis de Rynck van drie lenen die hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout en die hem zijn toegevallen bij het overlijden van Mechelyne van Kersbilck, zijn moeder. 9 maart 1653.
- 560 Denombrement door Adriaan de Jaghere, als bedienelijk man van Maarten de Jaghere, echtgenoot van Tanneken de Smedt, dochter van Pieter en Joosynthen Bondele, dochter van Pieter, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen is gelegen in Pittem, ten zuiden van de kerk, in de gulde van Manegem, bestaat uit een bos van 1 gemet, grenzend in het zuiden en het westen aan Jan van Oost en consoorten, in het noorden aan een cijnsgrond afhangend van dit leen, en in het oosten aan de erfgenamen van Pieter de Wulf, welk leen is toegevallen aan Tanneken de Smedt bij het overlijden van haar moeder. 20 juni 1653.
- 561 Denombrement door Lauwereins Maes van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen, hem toegevallen door aankoop van Pieter Cloedt, gelegen is in Pittem, ten zuiden van de kerk, en bestaat uit een stuk van 75 roeden, grenzend in het westen aan de weide van de armentafel van Pittem, genaamd de Dismeers, in het noorden aan Pieter Cloet, in het oosten aan de armentafel en in het zuiden aan het bos van Pieter Cloet. 14 juni 1653.
- 559 Denombrement door Andries de Ruddere, zoon van Andries, van een leen hem toegevallen bij het overlijden van zijn vader en dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen, 7 gemeten groot in Egem, bij de hoeve ten Rynne, bestaat uit volgende percelen: 1) een kleine boomgaard van 40 roeden, grenzend in het oosten aan de Koolstraat, in het zuiden aan het volgende perceel, in het westen aan de hoeve van Guilliame de Ruddere, in het noorden aan het goed ten Rynne, 2) twee stukken grond van 2 bunder 93 roeden, grenzend in het oosten aan de Koolstraat, in het zuiden aan Guilliame de Ruddere, in het noorden aan de boomgaard en aan de hoeve en de grond van Guilliame de Ruddere. 10 juli 1653.
- 565 Denombrement door Lowys dHaene, als bedienelijk man van Mayken de Malleyne, weduwe van Jan, moeder van zijn echtgenote, van een leen dat ze houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen haar is toegevallen bij aankoop van Pieter de Cloedt, zoon van Adriaan, gelegen in Pittem en verdeeld in volgende percelen: 1) een stuk grond van 266 roeden, grenzend in het zuiden aan Pieter de Cloedt, in het noorden aan de straat en in het westen aan de erfgenamen van Jeroom van den Broucke, 2) een bos van 200 roeden, grenzend in het westen aan Lauwereins Maes, in het oosten aan de armentafel en in het zuiden aan de Zachbroekmeers. 2 maart 1656.
- 564 Denombrement door Jacob van de Walle, zoon van Gillis, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen het derde deel is van het Grote Leen, bestaande uit zeven percelen, samen 3 bunders 92 roeden in Pittem, ten oosten van de kerk, welke percelen onverdeeld bezit zijn met Maarten van de Walle en Jan de Rinck, broers van de rendant, eigenaars van de andere twee derden van het leen, welk leen is toegevallen aan de rendant bij het overlijden van zijn moeder Mechelyne van Kersbilck, weduwe van Gillis Van de Walle. 9 mei 1656.
- 563 Denombrement door Lambert Sproncholf, zoon van Pauwels, van een leen dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen van 1 bunder 77 roeden voor de helft toebehoort aan Maarten van Robaeis, hem ontvallen bij het overlijden van zijn vader en verdeeld als volgt: 1) een stuk grond van 1 bunder 17 roeden in Egem, grenzend in het oosten en het westen aan de grond van de Jacobinessen van Brugge, in het zuiden en het noorden aan de erfgenamen van Antonius Robyn, 2) ten noordoosten van het vorige, 60 roeden grond die het westelijk gedeelte vormen van een groter perceel grenzend in het zuiden en het westen aan de Jacobinessen, en in het oosten aan de 333 roeden die destijds deel uitmaakten van dit leen. 9 augustus 1656.
- 566 Denombrement door Guilliame du Molleyn van een leen dat hij houdt van René de Thiennes, als heer van Claerhout, welk leen gelegen is in Pittem, ten zuidoosten van de kerk, en bestaat uit een weide van 90 roeden, grenzend in het zuiden aan de grond van Gillis de Rynck, in het oosten aan de weide van de rendant en in het westen aan de weide van de weduwe van Daniel Flurkein, welk leen hem is toegevallen bij aankoop van Pieter Goemaere, zoon van François, die het in 1628 had verworven van Pieter van Eghene. 3 februari 1658.
- 571 Denombrement door Jacob Annache, als gevolmachtigde van Eugène-Albert van Haveskercke, heer van Watervliet, Lichtervelde etc., voogd van Louis van Haveskercke, zoon van Adriaan, heer van Zwevezele etc., van een leen gehouden door Louis van Philippe-Charles de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen bestaat uit een heerlijke rente, bezet op een goed in Zwevezele bij ten Joor. 3 februari 1658.
- 529 Denombrement door Michiel Cool, zoon van Pieter, van een leengoed dat hij houdt van Philippe-Charles de Thiennes als heer van Claerhout, hem toegevallen bij het overlijden van zijn vader, gelegen in Pittem in de gulde van Manegem, ten zuidwesten van het hof te Manegem. 11 maart 1659.
- 528 Denombrement door Marc van de Casteele, zoon van Jan, van een leengoed dat hij houdt van Philippe-Charles de Thiennes als heer van Claerhout, gelegen in Egem, bestaand uit een bebouwd stuk grond genaamd "Het Vlietjen", met een oppervlakte van 333 roeden. 7 februari 1661.
- 527 Denombrement door Willem Soenens van een leengoed dat hij houdt van Philippe-Charles de Thiennes, als heer van Claerhout, welk leengoed hem toebehoort via zijn echtgenote Mayken Camerlyck, dochter van Jan, aan wie het is toegevallen bij het overlijden van haar vader, gelegen in Pittem, ten zuiden van de kerk in de gulde van Walhout, bestaande uit 2 stukken grond met een totale oppervlakte van 4 gemeten. 7 september 1661.
355 trouvés, 301 jusqu'à 320 montré, page 16 de 18