Inventaris Oorkonden met de blauwe nummers
- 4104 Akte verleden voor proost en schepenen van de stad Kortrijk waarin Lodewijk de Clerc en Marie, zijn echtgenote, ten voordele van Jacob de Crudenare een jaarlijkse erfrente instellen van 6 lb. par., die ze bezetten op hun huis op de Markt. 27 september 1369.
- 6318 Vidimus door de deken en het kapittel van Sint-Salvator in Harelbeke van 1) de akte van 30 december 1370 waarin Philippe d'Arbois, bisschop van Doornik, de stichting goedkeurt van drie kapelanieën door Rogier Boetelin, heer van Hoogmosscher, waarvan één in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Kortrijk en twee in zijn kasteel van Hoogmosscher, en 2) de akte van 26 mei 1391, verleden voor notaris Rogier Nijs in Kortrijk, waarin de weduwe van Rogier Boetelin diverse goederen schenkt ter financiering van deze stichting, meer bepaald haar rechten op een goed bij het Sint-Jorisgasthuis in Kortrijk, bewoond door ridder Johannes de Aelwin, op het Lombardensteen in de straat naar de Sint-Maartenskerk in Kortrijk en op de tiende van Heule. 15 juni 1423.
- 3468 Akte verleden voor proost en schepenen van de stad Kortrijk waarin Willem Bette, zoon van Jacop, aan meester Jacop van Waes een jaarlijkse erfrente verkoopt van 3 lb. par. Vlaamse munt, die hij bezet op een huis bij de Leie in Kortrijk. 18 maart 1469.
- 322 Akte waarin proosten en schepenen van de stad Kortrijk bevestigen dat volgens de poortersboeken op 30 oktober 1461 Zegher van Langemeersch, zoon van Jan, samen met zijn kinderen Hannekin, Eylaert, Andries, Michielkin en Callekin, zijn toegelaten tot de poorterij van de stad Kortrijk in Wevelgem, en dat op 16 janauri 1477 Zegher van de proosten en de schepenen toelating heeft gekregen om buiten de kasselrij te verblijven. 23 februari 1477.
- 3607 Akte verleden voor schepenen van Kortrijk waarin Katharina Noppe, weduwe van Jan Ryckere, erkent aan meester Jan Thevelin in Kortrijk, wegens de betaling van 24 lb. gr. Vlaamse munt, een jaarlijkse rente van 18 lb. par. verschuldigd te zijn, waar Rogier Gheys, zoon van Jan, in Kortrijk, borg voor staat, en die ze belooft binnen een termijn van drie jaar te hypothekeren. 18 mei 1527.
- 7815 Akte waarin de stad Kortrijk verklaart dat voor hen Joost de Mayere, priester, secretaris van het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk en apostolisch notaris, Jan de Dorpere, kanunnik, en Jan van den Broeke, poorter, verklaren dat de bijgevoegde akte op verzoek van Philippe Quintaert is opgesteld door voornoemde Joost de Mayere. 1 december 1548.
- 3628 Akte verleden voor schepenen van de stad Kortrijk waarin Willem van Neste, zoon van Jan, erkent aan Jan du Four, zoon van Robrecht, een huis in de Kokerstraat verkocht te hebben, naast de Hoogschool, en Willem belooft Jan schadeloos te stellen indien het huis met andere renten is belast dan deze die hij heeft opgegeven. 26 augustus 1549.
- 2927 Akte verleden voor schepenen van de stad Kortrijk waarin Janne Jox, dochter van Jan, erkent aan Marie en Katharina Moerman, dochters van Guillame, een jaarlijkse rente van 4 lb. gr. verschuldigd te zijn. 24 oktober 1557.
- 6991 Akte van de schepenen, notabelen, poorters en de gemeenschap van de stad Kortrijk met instelling, ten laste van de stad, van een jaarlijkse erfrente van 2 lb. gr., in de personen van Jan Bosch, Jan Seynhave, Daniel van den Berghe en Adriaan Andries, als bestuurders van de lazarij van Kortrijk, genaamd de Magdalena. 16 januari 1559.
- 2921 Akte waarin schepenen van de stad Kortrijk verklaren dat het huis buiten de Groeningepoort in Kortrijk, dat te koop is aangeboden op verzoek van Michiel Moerman en de voogden van de kinderen van Jacob van den Kerchove, alsook van Jan Petit Ariet, als echtgenoot van Passchine Coenraets, de weduwe van Jacob, voor 71 lb. 10 s. gr. is toegewezen aan Felix van Daele, voor rekening van Lauwers Bernaert, die de aankoop heeft erkend. 6 december 1562.
- 7869 Akte van procuratie, verleden voor schepenen van Kortrijk, van Martyne Bernaerts, weduwe van Dierick de Huevele, van Kortrijk, voor Jan de Cuenynck, Daniel uten Eechoute, Joost Meyne en diverse anderen, met diverse procedurestukken. 19 augustus 1564.
- 447 I. Akte waarin schepenen, notabelen en de gemeenschap van de stad Kortrijk en de hoogpointers, vrijschepenen en vijf roeden van de kasselrij Kortrijk, overeenkomstig het vorstelijk octrooi van 27 december 1564 om leningen ter waarde van 40.000 gulden van 40 gr. aan te gaan, om deze som aan de vorst te kunnen betalen, verklaren aan Michiel Hameel voor 8.000 lb. par. een jaarlijkse erfrente van 44 lb. 8 s. 10 gr. en 8 d. par. verkocht te hebben, met op de achterzijde een kwitantie van de procurator van het jezuïetencollege van Leuven voor de betaling door de ontvanger van de kasselrij Kortrijk van 4.000 gulden voor deze rente. 14 december 1564. II. Vonnis van de Raad van Vlaanderen op verzoek van Jan Hameel, jezuïet en professor theologie in Leuven, inzake de uitbetaling van deze rente, die hem toekomt door het overlijden van zijn moeder, weduwe van Michiel Hameel, en die was in beslag genomen wegens zijn afwezigheid en die van zijn broer Bernard in Rome, waar zijn broer overleden is. 10 januari 1586. III. Akte verleden voor proosten, burgemeester en schepenen van de stad Harelbeke waarin Pieter tSoen, vrijschepen, en Jan Buydens, ontvanger van de kasselrij Kortrijk, overeenkomstig de volmacht van 17 mei 1621, erkennen aan Jan de la Rue, ten voordele van de heren van Zwevegem en Passsendale etc., een erfrente van 44 lb. 8 s. 10 d. gr. 8 d. par. verschuldigd te zijn, ter vervanging van bovengenoemde rente. 18 mei 1627.
- 485 Akte waarin de besturen van de stad en de kasselrij Kortrijk, overeenkomstig het vorstelijk octrooi van 22 december 1564 om ten laste van de stad en kasselrij erfelijke renten ten belope van 40.000 gulden van 40 gr. te verkopen om hun lening bij de handelaars van Antwerpen terug te betalen, verklaren dat ze aan Gerard Sersanders, ten voordele van Elisabeth van Huelen, weduwe van Loys Abbaerdt, voor 1.800 lb. par. een jaarlijkse erfrente van 10 lb. gr. hebben verkocht. 28 februari 1565.
- 713 I. Akte verleden voor schepenen van Kortrijk waarin Jan Bossuut, zoon van Loy, woonachtig in Ingelmunster, erkent aan Wouter Blondeel, zoon van Lyoen, woonachtig in Kortrijk, een jaarlijkse rente van 12 lb. par. Vlaamse munt verschuldigd te zijn, waarvoor Loy Bossuut, zijn vader, woonachtig in Ingelmunster, en Jan de Reepere, zoon van Pieter, woonachtig in Izegem, borg staan. 24 april 1570. II. Akte verleden voor schepenen van Kortrijk waarin Madeleine Blondeel, dochter van Wouter, deze rente overdraagt aan Jacquemyntgen Braye, weduwe van Pieter Wouters. 6 november 1635.
- 505 Akte van overdracht en andere stukken betreffende een rente ten laste van de kasselrij Kortrijk, achtereenvolgens eigendom van 1) Philippe, heer van der Vichte, 2) Jan de Massiet, heer van Beaurepert en hoogbaljuw van Waasten, en zijn echtgenote Magdalena van der Vichte, 3) Janne van den Heede, weduwe van Jacob de Boet, poorter van Brugge, 4) Pieter Nieulant, heer van Lerberghe, en Joseph de Bergas en zijn echtgenote Janne Nieulant, 5) het Sionklooster in Kortrijk. 1574-1682.
- 738 Akte verleden voor schepenen van de stad Kortrijk waarin Joris Maelfaict, echtgenoot van Elisabeth van der Beke, Peronne van der Beke, weduwe van Simon de Booser, Katharina van der Beke, weduwe van Antonis Bossier, Janne sCosters, weduwe van Magheryn van der Hoye, alsook Hercule van den Berghe, allen erfgenamen van Maarten de Velaere, verklaren aan Gerard de Clercq, in Kortrijk, de helft van een jaarlijkse erfrente van 14 lb. 15 s. gr. ten laste van de stad Kortrijk te hebben overgedragen, afkomstig uit de verkoop van het huis De Drie Koningen op de Grote Markt, nu het huis van de vijf roeden van de kasselrij genoemd, welke rente voor de helft toebehoorde aan de erfgenamen van Maarten de Velaere en zijn weduwe. 3 oktober 1577.
- 453 Akte verleden voor schepenen van Gedele, raad, en paysierders van de stad Gent waarin Passchier van Royen, weduwnaar van Jacquemine van der Sare, en Andries van der Sare, deelvoogd van de vier kinderen van Passchier, aan Jan de Bruyne, zoon van Franchois, een jaarlijkse rente ten laste van de kasselrij Kortrijk overdragen. 4 oktober 1578.
- 635 Vonnis van de Raad van Vlaanderen waarin Joost Buydens, keurbroeder van Sint-Winoksbergen, wordt vrijgesteld van het voorleggen aan de weesheren van Kortrijk van een staat van goed ten voordele van zijn kind en ingevolge het overlijden van zijn echtgenote, aangezien hij geen poorter van Kortrijk is. 7 april 1593.
- 3738 Akte verleden voor schepenen van de stad Kortrijk waarin Jan van Oulteryve, zoon van Gerard, in Kortrijk erkent aan Mayken Roose, dochter van Jacob en schoondochter van Christiaan van Grysperre, een jaarlijkse rente van 12 lb. par. verschuldigd te zijn, wegens de verkoop door Mayken aan hem van een huis in de Harelbekestraat op Overbeke in Kortrijk waar deze rente op berust en waarvan Gerard van Oulteryve zich borg stelt voor de betaling. 22 juni 1600.
- 3743 Akte verleden voor schepenen van Kortrijk waarin François tSoen, zoon van Arent, echtgenoot van Mayken Roose, dochter van Jacob, aan Gerard de la Rue, zoon van Jacob, in Kortrijk, een jaarlijkse rente van 12 lb. gr. overdraagt (zie nr. 3738). 1 oktober 1604.
355 trouvés, 181 jusqu'à 200 montré, page 10 de 18