Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 118 Inden jare vander gheboerten des selfs ons heren doen men screeff dusentich vierhonderich ende drie inder elfden indictien in die maent van aprille te vijfden daghe. Notaris Thomas Ridders, de meier en de laten van het cijnshof van Willem Van Duras te Budingen, oorkonden dat Willem vanden Barmaire, wapendrager, aan Jan Bienhouwers, optredend in naam van de kosterije van Nonnemielen, 9 vaten rogge jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op een bunder beemd of eusels, gelegen bij het goed van de vrouwe vanden Haechdorne en dat van jonker Willem van Duras. Meier: Geerd, zoon van Jan, bastaard van Duras. Laten: Willem Godijns; Art vanden Lare, wen te Minsinghen; Lambrecht vanden Bossche; Willem vanden Stucke; Willem Stas; Art vanden Lare. Getuigen: Jan der Smet van Sint-Truiden en Jan Bagart, zoon van zijn dochter; Art Royman; Marten Gilots en Jan zijn broer. 1403, 5 april.
- 119 Datum Leodii anno dominice nativitatis millesimo quadringetesimo quarto mensis junii die nona. De officiaal te Luik meldt dat in de moordzaak door Georgius Spirinc van Gingelom bedreven op de persoon van Walterus Blije, priester, de seculiere rechtspraak toekomt aan Nonnemielen, vermits de misdaad begaan is op het gebied, behorende tot de immuniteit van het klooster en de parochie van Nonnemielen. 1404, 9 juni.
- 120 Inden jare ons heren dusent vierhondert ende viere in julio des twelfde daechs. Notaris Johannes Gaderman van Sint-Truiden getuigt dat op 6 mei 1403 voor meier en laten van het cijnshof van jonker Willem van Duras te Duras, Marie van Leeuwe, religieuze te Mielen, van Lambrecht van Hilloten, wonend in tfenne, een jaarlijkse erfrente kocht van 4 oude groten op een zille grond te Duras in de Haenrode, met de voorzijde tegen de dries. Getuigen: Arnoldus Gaderman, klerk; Jan der Gastweerde; Jan Gelots. Meier: Gheert vanden Natebampde alias Biscar. Laten: Jan Mercolf, priester; Willem Godijns, wenne van Duras; Arts van Loere, wenne van Minsinghen; Lambrecht vanden Bossche; Jan Popelen. 1404, 12 juli.
- 121 Inden jare Xllll° ende vive inde meye des XXVlll daechs. De meier en de schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Odine van Pothem aan Willem vanden Barmaren 10 vaten koren heeft opgedragen, de helft van 20 vaten, die haar jaarlijks toekwamen op het goed ten Dufhuse, op vijf zillen land met een zille euselen, een huis en alle toebehoren. Deze 10 vaten koren werden door Willem en zijn vrouw Katherien verder verkocht aan Robijn van den Bogarde. Meier: Jan Bachuys. Schepenen: Jan van Schore; Art Greve; Lambrecht Bollis; Jan vander Volmoelen. 1405, 28 mei.
- 122 Inden jare Xllll° ende sesse Xll dage in julio. Aleyt van Borlo, abdis en het ganse konvent van Terbeek doen kond dat zij in manieren van wisselinghen aan Henric van Beringen van Sint-Truiden een mudde erfelijk verlenen in ruil voor 12 roeden bos, gelegen voor het bos van het klooster te Natenbampde bij Stippelrode die zij nodig hadden als doorgang voor het vervoer van hun hout naar het klooster. 1406, 12 juli.
- 123 Gegeven inden jaren ons heren XIllI° ende neghene in merte XXIdaghe. De meier en de laten van het cijnshof dat Henrick Beckener van Diest te Sint-Truiden bezit, oorkonden dat Johannes van Gingelom aan juffrouw Mabilie van Streel, religieuze te Mielen, handelend in naam van de priores, Agnees van Cleermont, 2 bunders, 8 grote - en 5 korte roeden, gelegen op de Doden berch verkocht heeft. Bekrachtigd door de schepenen van Sint-Truiden. Meier: Johannes Gaderman, "meester in arten". Laten: Willem van Stapele, schepen van Sint-Truiden; Johannes Gruter; Mattheeus Tsraets; Willem Brune; Ghilis van Budenhoven. Schepenen: Willem van Straten; Dangel van Zerkingen; Jan Bolle van Cortijs; Willem van Stapele. 140,. 21 maart.
- 124 Inden jare ons heren duysent vierhondert ende IX op den eersten dach van aprille. Notaris Willem Zomer, met de meier en de laten van het cijnshof van joffrouw Lijsbeth Tgreven te Runkeren, getuigt, dat Jan Mercol, priester, aan de pitantie van Nonnemielen, met Jan Bachuys als voogd, 4 cijnsgulden jaarlijkse erfrente verkocht heeft op huis en hof en 1/2 bunder beemd, gelegen te Runkeren. Meier: Willem vanden Leene; Laten: Hermc Peine alias vanden Haechdorne; Willem van Leuwe; Willem Selijns; Jan Selijns; Jan Witmuys. 1409, 1 april.
- 125 Gegeven inden jare ons heren duysent vierhondert ende neghene in septembri twee daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Arnt Brant aan Katline van Muysen een cijnsgulden jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op een hof van 1/2 bunder, gelegen bij de molen te Merwele, die haar levenslang zal toekomen, en die na haar dood zal gaan naar de pitantie te Nonnemielen, waar zij religieuze is. Bezegeld door de proost en de schepenen van Sint-Truiden. Meier: Clement Leenis.. Laten: Willem van Stapele, schepen. Arnt van Milen, wen te Mielen; meester Jan Gaderman; Jan Metteman; Henric van Mosmale; Henric vander Borch. Proost: Reyner van Craenwijc. Schepenen: Robert en Willem van Stapele. 1409, 2 september.
- 126 Inden jare ons heren doe men screeff duysent vierhondertich ende dertiene inde merte des yerste daechs. De rentmeester en de schepenen van het cijnshof dat de kanunniken van Borgloon houden de Budenhoven, oorkonden dat Willem van Lien aan het konvent van Mielen, met als voogd Jan van Weys, alias Bachuys, verleend heeft een weg over zijn land te trekken, om haver en hooi van een beemd, gelegen te Lare, tussen het klooster van Orienten en Rummen, te kunnen vervoeren. Dit, nadat de andere eigenaren van aanpalende percelen geweigerd hadden, en de weg, die Jan Ghilis wilde geven, te slecht en te smal was. Rentmeester (kemenere): Ghisebrecht van Hiesteert. Schepenen: Willem Swennen alias Godijns; Willem vanden Schelve; Henric Godijns; Art vanden Lare, wenne te Minsinghen. Leengenoten: Jan Ghilis; Peter Schats; Willem vanden Liene; Willem van de Schelve; Gheert Crudder. 1413, 1 maart.
- 127 Gegheven inden jare Xllll ° ende sestiene in sprokille achtien daghe. De meier en de schepenen van ridder Jan van Donghelberghe, heer van Langvelt en van jonker Willem van Horion, heer van Liecke (Oleye); oorkonden dat Paulus van Assvan Sint-Truiden, als man en momber van Margareta Symoens, dochter van van Aicim, in het bezit gesteld is van haar deel van de erfenis, namelijk een huis met een beemd, gelegen voor de molen, en nog een andere beemd, gelegen voor de molen, en nog een andere beemd te Liecke. Na de gicht heeft Paulus dit goed in erfpacht uitgegeven aan Johannes van Wittelic, brouwer, voor 17 mudden spelt, Sint-Truidense of Luikse maat jaarlijks. Meier: Jan van Geldenaken. Schepenen: Jan Willems; Jan van Langvelt van Werme; Michiel van Aicim; Amilis van Liecke; Art van Langvelt; Lowijs Henrix soen van Aicim. 1416, 18 februari.
- 128 Inden jare ons heren dusent vierhondert ende neghentiene des XI daechs in novembri. Schout en schepenen van Nonnemielen oorkonden dat Katherina, wettige dochter van Jan Arts van Bautershoven (Boutershoven- Ordingen), weduwe van Wouter Vander Kelen, aan haar zwager Lambrecht Vander Kelen, priester, een erfrente verkocht heeft, met als onderpand het hele Vander Kelengoed. Schout: Willem van Stapele. Schepenen: Robeert van Stapele; Jan vander Volmoelen; Jan Weys anders Bachuys; Johannes Abertijns. 1419, 11 november.
- 129 Inden jare ons heren geboerte duysent vierhondert ende twintich op alre heylighen avont. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat op 16 oktober voor Robeert en Willem van Stapel verschenen zijn: Katherine van Uffelen, pitantiemeesteres van Nonnemielen en Robijn vander Velde, wenne te Beek, die beiden een cijns bezitten op een huis met toebehoren in de Zautstrate. waarbij Robijn toestond dat haar erfcijns van een gulden voorrang zou hebben op de zijne. Dit herriep hij echter, toen de schepenen wilden zegelen. Daarop daagde Katherine hem voor de schepenbank waaraan hij geen gevolg heeft gegeven. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Willem van Straten; Robeert van Stapele; Raes van Craenwijc; Willem van Stapele; Arnt Warniers; Henric Tiegheldeckere; Johan van Scuroven; Adam van Halmale; Philips van Merwele; Arnt Greve; Robeert vanden Roechoute; Willem van Coninxhem. 1420, 31 oktober.
- 130 Ghegheven inde jare der gheborten ons heren doen men screeff M° CCCC en XXI in loeymaent des Vl daechs. De schout en de schepenen van Gorsem getuigen dat Marie van Leuwe, religieuze te Mielen, recht heeft op een jaarlijkse erfrente van 18 oude groten, te betalen door Willem Mielis en zijn nakomelingen, op zijn huis met toebehoren, gelegen te Gorsem bij de Cottinxsteghe, ten voordele van het Onze-Lieve-Vrouwe-altaar te Mielen. Schout: Merten Doelen. Schepenen: Amielis vande Lare alias vander Beecht; Johan van Weys alias Bachuys; Henric van Gorssemeroel; Johan Loywijcs; Robijn vande Velde; Herman Everarts; Willem Feylart. 1421, 6 januari.
- 131 Inden jare der gheboerten ons heren doen men nierscreef duysent vierhondert ende eenentwintich des eenentwintichste daechs in loymaent.Notaris Lambertus de Hughenrode getuigt dat de meier en de schepenen van Duras aan Marie van Leuwe, religieuze te Mielen, bevestiging verlenen van een erfcijns van een gulden jaarlijks, die zij op 7 augustus 1418 gekocht had van Weynen vander Linden en Margriet Scnijders, zijn tante, op den hoff vanden Broeke, gelegen te Duras. Deze gulden erfden zij na de dood van Johan en Henrick Scnijders, broers van Margriet en ooms van Weynen. Opgemaakt voor het huis van Kathrien van Musen, vice-priores. Getuigen: Jan Mercolf, priester; Jan vanden Duyfhuse, wenne te Scorsbosch. Meier: Ardt van Minswinghen. Schepenen: Willem vanden Schelve; Wijnant vander Bermeren. Willem vander Stucken; Willem van Leeuwe. 1421, 21 januari.
- 132 Inden jare der gheborten ons heren doemen screef M CCC ende XXI in loemaent des XXII daechs. De meier en de schepenen in de bank van het kapittel van Loon te Boedenhoven konden dat Ardt vande Laere, wenne te Minsinghen, 12 roeden land verkocht heeft aan Kathrine van Musen, onder-priores van Mielen en Aleyt van Gheldoerp, pitantiemeesteresse, gelegen te Boedenhoven, bij de Hougherbeke. De helft van de rente zal levenslang toekomen aan Kathrine van Musen, de andere helft zal verdeeld worden onder de pitantie en de kellerij. Meier: Willem vanden Schelve. Laten: Henric Godijns van Wilderen; Wijnant vanden Bermeren; Art vanden Loere; Johan vanden Stocken, wenne van Orienten; Willem van Leuwe. 1421, 22 januari.
- 133 Inden jare ons heren dusent vierhondert ende enentwintoch deertoch daghe inden merte. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Katherine van Musen 15 roeden bos, geheten Mechghelgoet, gelegen te Nieuwerkerken, bij de grond van het klooster van Mielen, heeft gekocht van Leys Hillen. 1421, 30 maart.
- 134 Inden jare Xllll ende XXllll op maendach voer Egidii in julio. Lambrecht, zoon van wijlen Lambrecht van Stapele en de laten van zijn cijnshof, gelegen te Sïnt-Truiden, oorkonden dat Jan Mullers, alias Peesteert vanden Roede, aan Philips van Merwel, schepen van Sint-Truiden, een jaarlijkse erfrente heeft verkocht van een mudde koren op 1/2 bunder eusels, gelegen ten Roede. Bekrachtigd door de schepenen van Sint-Truiden.. Laten: Stas van Nysem; Jan Mertens; vleeshouwer, zoon van Poelman en Goyvaert Smeets; Theus Liebrecht vanden Roede. Schepenen: Raes van Craenwijc; Dyeric Graten. 1424, juli.
- 135 Gegeven int jaer ons heren duysent vierhondert ende vijfentwintich in die maent van meye VII. daechs. De meier van het cijnshof dat de erfgenamen van Mercolf en Zelijns gezamenlijk houden te Runkelen, de meier van het cijnshof dat de abt van de abdij van Park bezit in hetzelfde dorp, en de laten van de beide cijnshoven, oorkonden dat Dyeric Marscalc, natuurlijke zoon van wijlen Dierick Marscalc, rector van de dorpskapel te Grazen, aan Marie Marscalx van Zoutleeuw, religieuze te Mielen en wettige zuster van de overleden rector, en dus tante van de verkoper, voor het O.-L.-Vrouwaltaar een erfcijns verkocht heeft van een gulden jaarlijks, tegen 8 schellingen en 3 groten de gulden, op huis en hof van Wouter Vellparts, gelegen te Runkelen, bij de kapel. Meiers: Mercolf- en Zelijnshof: Amielis vanden Lare. Parkhof: Willem vanden Scelve. Laten van beide hoven: Jan Zelijns. Wouter Velparts; Jan van Leeuwe; Henric Beeckman. Laat van Mercolf hof: Claes Tgioer. 1425, 7 mei.
- 136 Inden jare ons here gheboerte duysent vierhondert ende sessentwintich in aprille twee daghe. De meier en de laten van het Sint-Truidens proosthof oorkonden dat Jan Nierquart aan Katherine van Musen en Katherine vanden Uffele, religieuzen te Nonnemielen, een jaarlijkse erfcijns verkocht heeft van 2 cijnsgulden op een beemd, gelegen te Metsteren, vroeger toebehorend aan wijlen Henrick van Repe. Bezegeld en bekrachtigd door de schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden. Proosthof: Proost: Reyner van Brede. Meier: Wouter vande Molen. Laten: Ghisebrecht Abertijns; Henrick Alart; Johan vande Duyfhuyse; Vrancke Spruten; Johannes Verysabelen; Jan Liebrechts; Herman Keystere. Schepenbank: Abt: Johannes van Beest. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Raes van Craenwijc; Art Warniers; Art Greve; Dieric Grutere. 1426, 2 april.
- 137 Inden jare duysent CCCC ende sessentwintich XVII dage in octobris. Willem van Schore, deken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Sint-Truiden en de laten van zijn cijnshof getuigen dat Willem Mobben, op 17 december 1423, uit de erfenis van zijn vader Art en zijn moeder, een erfcijns van f. 3, die hij bezat op het huis van Art Kyliaens, verdeelde onder de Minderbroeders en het klooster van Nonnemielen. Juffrouw Marie van Leuwe ontving een gulden voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen en Philips van Merwele, schepenen van Sint-Truiden de twee overige gulden voor het Minderbroederklooster. Bezegeld door Art Warniers en Dieric Grutere, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Kerstiaen van Heysselt; Henric Alart; Willem Ghistens; Jan Mesmekere. 1426, 17 oktober.
335 trouvés, 121 jusqu'à 140 montré, page 7 de 17