Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
- 176 /A Jan Roelants, priester, joffrouw Johanne van Straten en juffrouw Gheertruyt vander Borch, meesteressen van het klooster van Nonnemielen, eisen in naam van Marie Pollaerts, priores van Jan van Heylenam en Goert van Thienen, de tienden op het kennepzaad, dat zij in de heerlijkheid Grazen gewonnen hebben. Dezen beloven voortaan een oude grote per vat. Opgemaakt te Sint-Truiden, "neven die broethalle". Getuigen: Herman van Mettecoven; Bertholomeeus Geraerts; Herman Hijsbeens; Nijs Backhuys. 8 mei 1451:.
- 176 /B Jan Beckere uit Grazen, die eveneens de kenneptiende schuldig gebleven was, belooft voortaan te betalen. Opgemaakt in de abdij van Sint-Truiden. Getuigen: Kerstiaen Alaert; Nijs Backhuys; Henrick Tumbeke. 13 mei. 8 u in de voormiddag.
- 176 /C Jan Mommoirs uit Grazen, gedaagd voor dezelfde kwestie, belooft te betalen. Opgemaakt te Sint-Truiden, in het Vleeshuis. Getuigen: Jan Megghelere, Henrick Hazen, Willeken Poelman, zoon van Lambrecht Poelman; Art Honich. 3 juni, omtrent middag.
- 176 /D Henric Bottelgier uit Grazen, gedaagd wegens hetzelfde verzuim, belooft voortaan te betalen. Opgemaakt in het huis van de notaris, te Sint-Truiden aan de markt. Getuigen: Reyner Hillewaeren en Peter Smeets. 12 juni.
- 176 /E Gielis Urecolven uit Grazen, wordt eveneens gedaagd om de achterstallige kenneptienden te voldoen. Opgemaakt in het huis van de notaris. Getuigen: Jan Snijdere Weedere en Peter Jacobs alias Puttere. 16 juli, omstreeks primetijd.
- 177 Int jair ons heren Xllllc eenenvijftich in mey acht daghe. Johannes vanden Steynenhuyse, meier in den hof van Merwele, toebehorend aan Herman van Mettecoven, Henrick Maerscalx, Willem vanden Kempenen; Tielman Pexstert de Lange en Robijn Beelen, laten; Lambrecht van Staple, meier in zijn eigen hof, Bertholomeeus Geraerts; Daengel van Missen; Thaye van Ordinghen en Tielman Pexsterst, bovengenoemd; eigengenoten, beide cijnshoven gesitueerd te Sint-Truiden, oorkonden dat Herman van Mettecoven in de handen van heer Jan Roelants, 2 mudden rogge erfelijk heeft opgedragen ten voordele van het klooster van Nonnemielen. Bekrachtigd en bezegeld door Art vanden Bossche, prinsbisschoppelijke schout van Sint-Truiden, en door Dyerick Gruyter; Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere en Bertholomeeus Geraerts schepenen van dezelfde stad. 1451, 8 mei.
- 178 Ghegeven int jaer ons heeren Xllllc ende een en vijftich in augusto des deerde daechs. De meier van jonker Willem van Ordingen en de schepenen van Gingelom, oorkonden zij Willem van Waelhoven, schepen van Sint-Truiden in het bezit hebben gesteld van 11 roeden land, gelegen te Gingelom, die door Willem daarna werden overgedragen aan Jan Ruelens, priester, ten voordele van het konvent van Mielen. Meier: Jannes vanden Steynenhuyse. Schepenen: Jan Schellens; Jacob vanden Rode; Ghielis Jans; Gheert Gheerts. 1451, 3 augustus.
- 179 Int jair der gheboirten ons heren Christi duysent vierhondert eenenvijftich In novembri des XX daichs. De schout van priores Marie Pollaert en de schepenen van de bank te Nonnemielen, oorkonden dat de priores aan Nijs vanden Schelve, alias Backhuys, het pachthof van Rummen verhuurd heeft voor 12 jaren, met huizen, landerijen en cijnzen, tegen een aantal pacht verplichtingen in speciën en natura in geld: 31 gulden per jaar, de gulden gerekend voor 12 boddreghere, de boddreghere voor 8, 5 lichte groten. in natura: jaarlijks 47 mudden rogge, 41 mudden gersten en 3 vaten raepsaet. Verder o. a. met 4 paarden elk jaar 2 voeder kolen halen te Luik, waarvoor Nonnemielen de laadkosten zal betalen; op vastenavond 100 eieren leveren, met Pasen 600 - en van Pasen tot aan de feestdag van Maria Magdalena, 100 eieren per week. Daarbij dient Nijs Backhuys elk jaar 27 ganzen te leveren, en naar behoefte van het klooster ganzen te zetten en minstens 3 weken lang te mesten en dan geplukt aan het klooster te leveren. Schout: Bertholomeeus Geraerts. Schepenen: Reyner van Bommershoven; Jan Cruyere; Herman van Mettecoven; Daengel van Hamele; Flips Copij. Borgen voor de pachter: Henric van Beckevoort; Jan van Mosmale; Willem Moens; Wouter Kempenere. 1451, 20 november.
- 180 In jare ons heren doemen screeff duysent vierhondert ende drijenvifftich in sporkel tweentwintich dage. De meier en de schepenen van Herk-de-Stad oorkonden dat zij in de persoon van Rogier Lichtenborch, voorganger van Nonnemielen, het klooster in rechte hersteld hebben op het land, in bezit genomen door Jan Affelissen en Lutzen Vreven. Meier: Heynric Custers. Schepenen: Jannes Custers; Jannes Mertens; Willem Custers; Jan van Halbeec; Gielis Nijs; Wouter Wilsens; Aert Creyten. 1453, 22 februari.
- 181 Gegeven inden jare der gheboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert drijenvijftich in April des sestheenste daichs. De schout van jonker Daem van Guigoven en de schepenen van de bank van Gorsem, oorkonden dat Willem 's Greve als bruidschat aan zijn dochter Katherine, echtgenote van Matheeus vander Eyken, alias Liebrechs der Jonghe, 9 1/2 roede beemd schenkt en 22 roeden lants, gelegen bij het land van Willem van Stapel. Beide stukken grond zijn gelegen te Gorsem. Schout: Willem Becker. Schepenen: Henric metten Erve; Henric int Scep; Lambrecht Bollis; Joris vanden Lare, Wenne te Minsinghen; Wouter vander Molen; Bauwijn Weede; Henric van Gorssenmaroel. 1453, 16 april.
- 182 Inden jaere ons heren dusent vier hondert ende drienvijftich vier daghe in die rosselmaent. De meier en de schepenen van Attenhoven oorkonden dat Katherine van Lare, alias vande Bonne, begijn te Sint-Truiden, 11 grote roeden scoulants gelegen int collee heeft opgedragen in de handen van Rogier van Liechtenborch der Bastaert, ten voordele van het Sint-Jansaltaar in de kerk van Nonnemielen. 1453, 4 september.
- 183 1453, 8 november. - Gheschiedt int jaer ons heren geboerte Jhesu Cristi doen men screeff dusent vierhondert ende drijenvijftoch in novembri acht daghe. De schout en de schepenen van de beide heren van Brustem oorkonden dat Willem, gezegd Fijen aan Johan Ruelens, voorganger van het klooster van Nonnemielen, een bunder weimersland verkocht heeft, gelegen in het Ruckelvelt te Brustem.
- 184 Fait et donneit lan mille quattre cens et chinquante quattre le vinteysme jours de mois de marches. De meier en de schepenen van Oleye oorkonden dat Jan van Osse, burger van Sint-Truiden, aan Wilhem delle Fontene en Johan, zijn broer, optredend voor en in naam van Johan en Ydelet, kinderen van wijlen Robijert delle Fontene, in leven apoteker te Luik, een erfrente van 12 mudden spelt heeft opgedragen. Meier: Ornald Doley. Schepenen: Libijert de Gro, wonend te Lantremenque (Lantremange) Connar de Hartaingue; Johan Odar van Blarey; Baduwin de Lonchamp; Symon Lowy van Hartenge; Wilhem Noiel van Bethincourt; Close Moes van Oleye. 1454, 20 maart.
- 185 L'an delle nativiteit nostre signeur Jhesucris t milhe quatrecens et chincquante quatre le dyesyeme jour de may. De meier en de gezworenen van het allodiaal hof van Chies Dieu (Chaise-Dieu) te Luik, konden dat Yenkin Dinha van Walshoutem verschillende erfrenten overgedragen heeft aan Wouter Tutulaer van Montengnis le Tiexhe (Montenaken), op gronden gelegen te Walshoutem, waarin Otto Coemans, priester, op 24 mei daaropvolgend gegicht werd ten voordele van de pitancie van Nonnemielen. 1454, 10 mei.
- 186 Fait et donneit lan mille quattre eens et chinquante chinque en mois de marche quinzième jour. De meier en de schepenen van Oleye oorkonden dat Johan Puchey van Boekhout momber van Kathilin de Tis, religieuze te Mielen, de rechten heeft doen erkennen, die het klooster bezit op een rente van 12 mudden spelt, door Johan van Osse van Sint-Truiden overgedragen aan Wilhem delle Fontene en zijn broer Johan, ten voordele van Johan en Ydelet, kinderen van wijlen Robert delle Fontene, apoteker en burger van Luik. Meier: Ornald Doley. Schepenen: Lybyert de Gro van Lantremange, Connar de Hairtaingue; Johans Odar van Bleret; Baduwin de Lonchamp; Symon Lu wij van Hartenge; Close Moes van Oleye; Wilhem Noye van Betincourt. 1455, 15 maart.
- 187 Inden jare der gheboirten ons heren duysent vierhondert ses en vijftich inder vierder indictien... des sesde daechs in maert. Notaris Otto Comansoorkondt dat Marie Pollaert, priores van Nonnemielen aan Ardt Nijs van Gingelom verpacht heeft voor twaalf jaren, de winning, hof Van Camerrick, groot 66 bunders, 11 grote- en 6, 5 kleine roeden, tegen dezelfde voorwaarden en verplichtingen als zijn voorganger, zoals door enige oude joffrouwen wordt bevestigd. Getuigen: Ghielis Reyners; Roeben van Nere; Henrick vander Meren; Daneel vanden Wijeweghen. 1456, 6 maart.
- 188 Inden jare dusent virhondert achtende vijftich in descempbry sessetien daghe. De meier en laten van het laathof dat te Duras toebehoort aan de vrouwe van Coelym, oorkonden dat Andrijs Keemerlinck, priester, als gevolmachtigde van het godshuis van Nonnemielen, met zijn lekemomber Baudewijn Weden, van Kristiaen Alarts de achterstallige betaling geëist heeft van een erfrente van 1/2 vat raapzaad en 1/ 2 mud koren op het goed den Vierijc, gelegen te Duras. Meier: Henrick metten Erve. Laten: Jorijs vanden Lare, wenne te Minsingen; Jan van Hesscelt; Henrick van Beckevort; Wijnant vanden Lare; Jan van Meewen; Jan Bogaerts. 1458, 16 december.
- 189 Int jaer onss heeren duysent vierhondert LIX XXX dage der maent van November. De schout en de schepenen van de bank van Nonnemielen getuigen dat Stasse Stas, anders gezegd vande Beeck, voorzijn paanhuis Het Gulden Hoet gelegen binnen de heerlijkheid Mielen, belooft te betalen aan Marie van Hoelene, priores, 6 quarten bier op elk brouwsel. Schout: Bertholomeeus Geraerts. Schepenen: Jan Cruyers; Aert vanden Bossche; Philips Copis; Deniel van Hamel; Johannes Geersten. 1459, 30 november.
- 190 Inden jare der saligher gheborten ons liefs heren doen men screef duysent vierhondert ende tweensestich inder maent van April des vierentwintochsten daechs na hoechmistijt. Notaris Johannes Snijders bevestigt het sluiten van een huwelijkskontrakt, opgemaakt door Jan Menten van Gingelom en de weduwe van Tilman Penxsten, voor hun kinderen Ardt Menten en Oguruen. Getuigen: Peter Snijders van Gingelom; Gilis van Cameric; Zacharias, priester, wonende te Velm. 1462, 24 april.
- 191 Inden jare ons heren duysent vierhondert ende vierentsestich in die maent van decembri des neghentienste daechs tussen twee of drie uren na middach. Op getuigenis van Metten Vastrarts, Wouter van Beverle, Lambrecht Veylarts, gezworen timmerlieden te Sint-Truiden en Jan Vrancken, de landmeter, maakt notaris Henricus Liberti een overeenkomst op betreffende landtwist tussen de priores van Mielen en haar en Jan Menten, langs de ene zijde en Jan van Mosnile langs de andere zijde, welke laatste optreedt voor Willem van Stapele de Jonge, toen Tweeëntwintigman voor Sint-Truiden. Als getuigen treden op: Henrick metten Erve; Jannes Ghersten, Conrart Sanders ende meer andere. 1464, 19 december.
335 trouvés, 181 jusqu'à 200 montré, page 10 de 17