Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 175 Proost en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij aan de meesteres en het convent van het Begijnhof de toelating verleend hebben om een poort te laten maken die uitgeeft op het kerkhof van Sint-Maartens tussen het huisje met moestuin van Willem van den Walle en het onbebouwde erf en moestuin die Jan van Merendre in pacht houdt van Sint-Maartens. Het Begijnhof zal daarvoor aan de kerk een jaarlijkse vergoeding van 2 s. parisis betalen. 25 februari 1461.
- 176 Hendrik de Haesteghe, proost, Rogier van Saerseghem, Rogier de Corte, Jan de Ryckere en Rogier van Troys, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Vincent de Snouc, zoon van Vincent, uit Menen aan meester Pieter Caelbaert, priester, te Kortrijk, de helft van twee huizen met erven, groot achthonderd lands, heeft verkocht, gelegen op Overleie in het Vlienderstraatje en belast met een erfelijke jaarrente van 5 lb. 4 s. parisis. 11 april 1462.
- 177 Hendrik de Haesteghe, proost, Rogier van Saerseghem, Rogier de Corte, Jan de Ryckere en Rogier van Troys, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden de openbare verkoping door de voogden van de kinderen van Vincent de Snouc van de helft van twee huizen met erven zoals beschreven in de oorkonde ontleed onder nr. 176, aan meester Pieter Caelbaert, priester. 11 april 1462.
- 178 Olivier Scade en Rogier van Troys, schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Hendrik van den Hulle en Antoon de Woorme, voogden van de kinderen van Vincent de Snouc, aan Vincent de Snouc de toelating verleend hebben om van meester Pieter Caelbaert de som van 9 lb. 10 s. groten Vlaams te ontvangen, die genoemde meester Pieter schuldig is voor de aankoop van een huis met erf, gelegen in het Vlienderstraatje. 21 juni 1462.
- 179 De officiaal van Doornik veroordeelt, op grond van een klacht neergelegd door Jan Ridon, clericus en gezworen notaris van het hof van Doornik, zaakgelastigde van de pastoors van de Sint-Maartenskerk van Kortrijk, Jan Bouchier, parochiaan van genoemde kerk, tot het offeren van een waskaars van zes pond in de Sint-Maartenskerk en een bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van Boulogne en Sint-Niklaas van Warengevilla, dit wegens het verstoren van de goddelijke diensten in de Kortrijkse parochiekerk. 18 november 1462.
- 180 Denijs van der Spiere, proost, Mattheus Scaec, Jan de Ryckere, Rogier van Troys en Gerard van Cattenbeke, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Walter van Muelembeke, zoon van Willem, van Kortrijk, aan Stefaan de Paeu van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 28 s. parisis heeft verkocht, bezet op zijn huis en erf, gelegen buiten de Rijselpoort tussen de huizen en erven van de erfgenamen van de weduwe Jan Robe en van Joos Cockuut. 24 november 1462.
- 181 Hubrecht van den Hecke, proost, Jan Hameyde, Roeland van den Brande, Lodewijk Wulveric en Stefaan de Paeu, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Willem en Michiel Odevare, zonen van hendrik, en Willem van Oolbeke, voogd van hun zuster Joosine, aan meester Apolonius Bastoen, priester te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 6 s. gr. Vlaams verkocht hebben, bezet op een huis en erf toebehorend aan Karel Braem en gelegen op de markt te Kortrijk, tussen de huizen en erven van Gerard uuten Kelnare en Jan van der Leye. 23 maart 1463.
- 182 Notariële akte verleden voor Nikolaas Viverman, clericus, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Leonius Denijs, poorter en inwoner van Kortrijk, en Willem Ardoyse gezeid van den Cante, clericus van het bisdom Doornik, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat meester Appolonius Bastoen, priester, meester in de kunsten, kapelaan en onderpastoor in de Sint-Maartenskerk, met geld hem bezorgd door het koor van genoemde kerk twee erfelijke jaarrenten heeft gekocht, namelijk: 1) 3 schilden Vlaams, bezet op het huis en erf van de weduwe van Jan van der Mersch, gelegen tussen de huizen en erven van Gerard de Kellere en van Jan van der Leye (cfr. Oorkonde ontleed onder nr. 181); 2) 17 s. parisis, bezet op het huis en erf van de weduwe van Jan van der Mersch, gelegen tegenover Sint-Eloois op Overleie, tussen de huizen en erven van Jacob Croesin en Pieter Tslombarden. 3 november 1463.
- 183 Notariële akte verleden voor Nikolaas Viverman, clericus, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, meester Jan Fiveti, rector van de scholieren te Kortrijk en Pieter Rueel, geïnstalleerd clericus van de Sint-Maartenskerk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Clemens van den Berghe, priester, meester in de kunsten, kapelaan van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, ten gunste en met gelden van het koor van genoemde kerk een erfelijke jaarrente van 7 lb. 4 s. parisis heeft gekocht, bezet op twee percelen grond, samen 3 bunder groot, gelegen te Wevelgem onder de heerlijkheid van het Naamse tussen de gronden van Gillis van den Broucke en Bernard van den Houte. 6 juli 1464.
- 184 Jan Pipe, priester en bisschoppelijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, vidimeert en geeft gecollationeerd afschrift van de akte ontleed onder nr. 165. Getuigen: meester Paulus, augustijn, doctor in de theologie en Willem van den Cante gezeid Ardoyse, clericus van het bisdom Doornik. 18 juli 1464.
- 185 Notariële akte verleden voor Cornelis Weyts, clericus, keizerlijke en bisschoppelijke notaris, Jan Rasschart, pastoor van Beveren bij Harelbeke, Jan Brunkin, Melchior Tumesnil, kapelaans van de Sint-Maartenskerk en broeder Cornelis van Rodenburch, karmeliet, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Margareta Weyts, parochiane van Kortrijk, aan Jan Caelbaert een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis verkocht heeft, bezet op haar huis en erf, gelegen naast het Sint- Maartenskerkhof tussen de huizen en erven van Willem de Pratere en meester Petrus van Vlenken. 26 november 1465.
- 186 Notariële akte verleden voor Cornelis Weyts, clericus, keizerlijk en bisschoppelijk notaris van het bisdom Doornik, Olivier de Saseghem en Tristan van Coelgen, parochianen van Sint-Maartens te Kortrijk, waarbij bekend gemaakt wordt dat Karel Braem, parochiaan en poorter van Kortrijk, erkend heeft dat de erfelijke jaarrente van 3 lb. 12 s. parisis, bezet op zijn huis met erf gelegen tussen de huizen en erven van Gerard Kelderkin en Jan van der Leye naast de oude markt te Kortrijk, en door de gebroeders Willem en Michael Odevare alsmede Willem van Oolbeke, echtgenoot van hun zuster Joosine, verkocht aan meester Appolonius Bastoen, priester, gekocht werd ten bate en met gelden van het koor van de Sint-Maartenskerk (zie oorkonde ontleed onder nrs. 181 en 182). 26 november 1465.
- 187 Broeder Radulf, maior minister van de orde der trinitarissen ter vrijkoping van de gevangenen, oorkondt dat de broeders en zuster der orde pauselijke toelating gekregen hebben, om, in geval de kerk waaronder zij ressorteren door interdict getroffen is, een biechtvader te kiezen die hen van hun zonden kan ontslaan en ook van de gevallen die aan de paus voorbehouden zijn. Van dit laatste voorrecht mogen zij echter maar éénmaal in hun leven gebruik maken. 1465.
- 188 Gerard de Tolnare, proost, Roeland van den Brande, Obrecht de Boetere, Jan de Rykre en Tristan van der Woestine, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Willem Snaet, zoon van Pieter, en Jan Roelins, zoon van Jan, beiden van Kortrijk, aan Willem de Bec, zoon van Olivier, eveneens van Kortrijk, eer erfelijke jaarrente van 24 s. parisis verkocht hebben, bezet op twee huizen en erven, gelegen op Overleie in de Bruggestraat. 5 mei 1464.
- 189 Notariële akte verleden voor Jan Pipe, priester, keizerlijk en bisschoppelijk notaris van het bisdom Doornik, meester Jan Brunkin en Melchior Thumisnil, kapelaans van de Sint-Maartenskerk, en Frans Pipe, clericus, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat jan de Tuc, parochiaan van Sint-Maartens te Kortrijk, aan het koor van genoemde kerk ter verhoging van de inkomsten bestemd voor het herdenken van zijn overlijdensdag en dis van zijn echtgenoten, een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis heeft geschonken, bezet op zijn huis met erf, Oskin genoemd en gelegen naast de markt van Kortrijk tussen de huizen en erven van Pieter Fierins (naam van dit huis: de Sickele) en van de erfgenamen van Roeland van Coyeghem. 26 mei 1466.
- 190 Jan de Tuc, proost, Rogier van Sarseghem, Jan de Rikere, Tristan van der Woestine en Osto van den Berghe, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Margareta Weits, dochter van Jan, aan Jan Caelbaert een erfelijke jaarrente van 25 s. parisis heeft verkocht, bezet op een huis met erf, gelegen op het Sint-Maartenskerkhof tussen het huis en erf van Willem Spreetere en de priesteragie. 8 oktober 1466.
- 191 Notariële akte verleden voor Cornelis Weyts, clericus, keizerlijk en bisschoppelijk notaris, Pieter van den Neste en Jan van der Planke gezeid Plankart, parochianen van Sint-Maartens te Kortrijk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Margareta Weyts, parochiane van Kortrijk, aan Jan Caelbaert, eveneens parochiaan van Kortrijk, ten gunste van de Sint-Maartenskerk de erfelijke jaarrente van 25 s. parisis heeft verkocht, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 190. 9 oktober 1466.
- 192 Notariële akte verleden voor Cornelis Weyts, clericus, keizerlijk en bisschoppelijk notaris, Jacob de Huls en Jacob van den Neste, parochianen (van Kortrijk), daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Jan Caelbaert, parochiaan van Kortrijk, erkend heeft dat hij de erfelijke jaarrente van 25 s. parisis, waarvan sprake in de akten ontleed onder de nrs. 190 en 191, gekocht heeft met gelden en ten laste van het koor van de Sint-Maartenskerk. 9 oktober 1466.
- 193 Broeder Jan, generaal overste van de Karmelieten, laat weten aan Magdalena Zonnekins, zuster-overste, en het convent van de Grijze Zusters te Kortrijk dat zij opgenomen worden in de gebedsgemeenschap van de Karmelieten. 16 oktober 1466.
- 194 Jan de Tuc, proost, en Rogier van Saerseghem, Jan de Rykere, Tristan van den Woestine en Appolonius Denys, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Katelijne Scocx, dochter van Hugo, weduwe van Pol Callin, en haar zonen Zeger en Pieter, aan Osto van den Berghe een erfelijke jaarrente van 20 s. parisis hebben verkocht, bezet op een huis met erf, gelegen op de Neveldries in de Vlamingenstraat tussen de huizen en erven van Jan Shanicx en Lotin Sreepers. 17 oktober 1466.
153 gevonden, 101 t/m 120 getoond, pagina 6 van 8