Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 157 Notariële akte verleden door Giselbrecht Bouvere, alias Karoli, klerk, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, de heren en meesters Laurentius Sutoris, deken van de Kortrijkse Christenheid, Gorik (de Houtstrate), Olivier Boe, geneesheer, Nikolaas Materlinc en Michael Droom, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Judocus de Haestighe, poorter van Kortrijk, ten behoeve van de Grijze Zusters, van Rogier Vinke een grond gekocht heeft, gelegen tussen het huis van genoemde Zusters op het Sint-Maartenskerkhof en de woning van heer Gorik van den Houtstrate, tweede pastoor van Sint-Maartens. De koopsom bedroeg 16 lb. groten, waarvan er 10 verschaft worden door Jan Bouckier, wiens dochter non is in het Grijze Zusterhuis, en de rest door genoemde de Haestighe zelf. 5 juli 1455.
- 158 Notariële akte verleden voor Jan Pavonis, clericus, meester in de kunsten, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Nikolaas van den Putte, Roeland Oliviers en Hugo Aelgoet, getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat jonkvrouw Katarina Bossaerts, weduwe van Jan de Vlenke, poorteres van Kortrijk, aan de tafel van de Heilige Geest van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 28 s. 4 d. parisis heeft geschonken, waarvan door de dismeesters 20 s. parisis overgedragen worden aan de Sint-Maartenskerk voor de dienst der obitus. 10 januari 1456.
- 159 Testament van heer Gorik de Houtstrate, priester en pastoor van de tweede portie van de Sint-Maartenskerk, verleden voor Jan Pavonis, clericus, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Jan Buus en Pieter de Groete de jonge, clerici van het bisdom Doornik, getuigen, waarbij o.a. bepaald wordt dat genoemde heer Gorik begraven zal worden in de Sint-Maartenskerk naast het Sint-Elooisaltaar. Hij schenkt aan genoemde kerk: aan de kerkfabriek: 3 lb. parisis, aan de dis: 3 lb. parisis, aan de koorgemeenschap: 5 lb. voor het houden van een pitantie bij zijn uitvaart, aan de koster: 8 s. parisis, aan de hospitalen van Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Nikolaas, Sint Joris en Sint Elooi, aan het begijnhof en het klooster van Sion: elk 8 s. parisis, aan de vier terminarii: elk 6 s. parisis, aan de zusters van de Derde orde van de H. Franciscus: 6 lb. parisis, aan de deken van de christenheid: 24 s. parisis, aan de tweede pastoor van Sint-Maartens: 24 s. parisis, aan de priester die hem zal berechten: 20 s. parisis, aan acht van de oudste kapelaans die zijn lijk naar de kerk zullen dragen: elk 6 s. parisis, aan elk op het ogenblik van zijn dood in de Sint-Maartenskerk residerende kapelaan: 4 s. parisis, verdere legaten aan private personen. 4 februari 1456.
- 160 Bekendmaking van de erfscheiding tussen de gang van de stad enerzijds en het erf van de Grijze Zusters anderzijds door de erfscheiders Jan van der Loddernye, Jan Valke, Frans Gheerys en Jan Roose, in tegenwoordigheid van Jacob Scaec, baljuw, Denijs van Spiere, proost, Hendrik de Haesteghe, Jan Rawele, Rogier Cammelin, Jan Roobe en Wulfaert Simoens, schepenen, Jan van den Brande en Parsifal van Yzeghem, klerken, Pieter van den Vivere en Willem van Hoosbeke, boden of knapen van de stad Kortrijk. 21 februari 1456.
- 161 Paus Calixtus III geeft opdracht aan de dekens van Doornik en van de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk een onderzoek in te stellen op grond van een klacht neergelegd door de meesteres en de zusters van de derde orde van de H. Franciscus te Kortrijk tegen hun medezusters Margareta Srudders en Katarina Sobels wegens verregaande veronachtzaming van de orderegels en de kloostertucht, en de nodige sancties te treffen. 4 maart 1456.
- 162 /1 De officiaal van Doornik bekrachtigt het testament van heer Gorik de Houtstrate, pastoor van de tweede portie van de Sint-Maartenskerk, en alle erin voorkomende clausules. 20 april 1456.
- 162 /2 De officiaal van Doornik bekrachtigt de overdracht van 20 s. parisis erfelijke jaarrente door de dismeesters van Kortrijk aan de dienst van de obitus van de Sint-Maartenskerk. 12 maart 1456.
- 163 De officiaal van Doornik verklaart de verloving aangegaan tussen Joos de Quesnoit en de dertienjarige Johanna Pipe, beiden uit Wervik, nietig en veroordeelt genoemde Joos tot twee gouden petri en de kosten van het geding. 14 mei 1456.
- 164 Proost en schepenen van de stad Kortrijk geven aan de Grijze Zusters de toelating om een afvoerbuis met hoogte en breedte van 1 voet te maken lopende van het toilet in het nieuwe achterhuis van de Zusters onder en door de muur, erf en gang van de stad naar de Lage Vijver. 23 juli 1456.
- 165 Johannes, bisschop van Doornik, geeft opdracht tot het treffen van een aantal maatregelen met het oog op een vlottere inning en een betere verdeling van de inkomsten van de pastoors en kapelaans van de Sint-Maartenskerk: 1) Alle pastoors en kapelaans zullen binnen de zes maanden een schriftelijk rapport over hun inkomsten en rechten overhandigen aan de deken van de christenheid, op straf van 60 s. parisis; 2) Deze rapporten zullen na controle geregistreerd worden in een cartularium, dat door het koor zal bewaard worden; 3) Er zal een algemene ontvanger worden verkozen die om de drie jaar de aanpassingen zal doen die door pastoors en kapelaans nodig geacht worden; 4) De ontvanger zal jaarlijks de inkomsten van ieder pastoor en kapelaan uitkeren en daarvoor vergoed worden. Hij is verantwoording verschuldigd aan de bisschop en aan de deken. 8 februari 1457.
- 166 Rogier van den Brande, proost, Pieter Lours, Lodewijk Wulveric, Geldolf van Douurin en Jan de Rikere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Margareta Aerdoyse, gezeid van den Cante, weduwe van Lodewijk Vlederic, en haar zonen Apollonius, Willem en Jacob Vlederic, aan heer Andries Ardoyse gezeid van de Cante een erfelijke jaarrente van 24 s. parisis hebben verkocht, bezet op een huis en erf dat eertijds toebehoorde aan Jan Pyneet en thans aan Vincent de Snouk en gelegen in de Vlienderstraat, tussen de huizen en erven van Jan Pieret en Jan Doom. 7 oktober 1457.
- 167 Notariële akte verleden voor Giselbrecht Bouvere alias Karoli, clericus, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom en hof van Doornik, Pieter van den Dale, Predikheer van Sint-Omaars, meester Jan Pavonis, eerste pastoor en meester Jan Bruunkin, kapelaan en onderpastoor van de Sint-Maartenskerk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat heer Gorik de Houtstrate, priester, aan de Grijze Zusters te Kortrijk als zijn roerende goederen en de gebruiksvoorwerpen die zich bij zijn dood in zijn huis zullen bevinden, heeft geschonken, om hen te belonen voor de zorgen die zij hem verleend hebben toen hij ziek was en vooral sedert hij getroffen werd door gedeeltelijke verlamming. Alle Grijze zusters worden genoemd: Clementia van Atrecht, zuster-overste, Magdalena Zunnekins, Agnes Ebbrechts, Margareta Mathijs, Katarina Srudders. 24 oktober 1457.
- 168 De officiaal van het bisdom Doornik oorkondt dat heer Gorik de Houtstrate aan de Grijze Zusters al zijn roerende goederen en de gebruiksvoorwerpen die zich bij zijn dood in zijn huis zullen bevinden, geschonken heeft. De officiaal bekrachtigt deze schenking (cfr. Akte ontleed onder nr. 167). 15 november 1457.
- 169 /1 Notariële akte verleden voor Jan Pavonis, priester, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Jan de Loddernye, Olivier van der Roo en Gillis Simoens, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat heer Pieter Bouckaert, priester, zijn broer Willem en Olivier Cannaert, echtgenoot van hun zuster Maria, erfgenamen van wijlen Pieter Bouckaert en zijn echtgenote Margareta Craye, een huis met erf, gelegen buiten de Leiepoort in de straat die naar Bissegem loopt, tussen de huizen en erven van Jan Poerters en Rogier Simoens, belast hebben met een erfelijke jaarrente van 24 s. parisis ten gunste van het koor van de Sint-Maartenskerk, voor het vieren van het jaargetijde van genoemde Pieter Bouckaert en zijn echtgenote Margareta, dit volgens de laatste wilsbeschikking van laatstgenoemde. 19 februari 1458.
- 169 /2 Bekendmaking dat de heer Gorik de Houtstrate, pastoor van de tweede portie van de Sint-Maartenskerk, aan zijn testament verscheidene wijzigingen heeft aangebracht. 27 mei 1458.
- 170 Jan Hameyde, proost, Jan van der Beke, Hendrik de Haesteghe, Obrecht de Boetere en Joos van Ramez, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan de Vriend van Kortrijk aan Walter Denijs van Kortrijk de erfelijke jaarrente van 6 lb., waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 117, heeft verkocht. 1 augustus 1459.
- 171 De officiaal van Doornik bekrachtigt de schikkingen waarvan sprake in de akte ontleed onder nr. 169. 18 augustus 1459.
- 172 Notariële akte verleden voor Jan Pavonis, priester, pauselijk en keizerlijk notaris van het bisdom Doornik, Jan Stake en Walter de Yzeghem, clerici en daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Gerard van den Berghe zijn huis en erf, gelegen in de Rijselstraat tussen zijn eigen huis en erf genoemd de Lelie en dat van Nikolaas Notebaert, belast heeft met een erfelijke jaarrente van 12 s. parisis ten gunste van de dis van Kortrijk, dit in uitvoering van een schenking van Katarina Casins, weduwe van Jan Jonghen, voor het aanschaffen van de wijn voor de communicanten op Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart. 28 oktober 1459.
- 173 Notariële akte verleden voor Giselbrecht Bouvere alias Karoli, clericus, gezworen apostolisch en keizerlijk notaris van het bisdom en het hof van Doornik, meester Jan Bruunkin, onderpastoor en Pieter de Hoya, kapelaan van de Sint-Maartenskerk, en Gorik de Houstrate, priester, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat Maria Zonnekins en Margareta Mathie, nonnen in het Grijze Zusterhuis te Kortrijk, van broeder Tristan de Grave, visitator van de franciscanen, broeder Willem de Coninc, zijn vertegenwoordiger in het Grijze Zusterhuis te Kortrijk, zuster-overste en het convent van genoemd klooster, de toelating gekregen hebben om zich te Ingelmunster te vestigen met het oog op de stichting van een nieuw klooster van de Franciscanessen aldaar. 4 augustus 1460.
- 174 Proost en schepenen van de stad Kortrijk geven aan meester Jan de Paeu de toelating een houten schutting te plaatsen van de stadsmuren tot aan de moestuin van het pastoorshuis dat hij bewoont in het Wijngaardstraatje. 8 augustus 1460.
153 gevonden, 81 t/m 100 getoond, pagina 5 van 8