Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4047 Joos Lijssens zoon van Joos doet verhef van zijn leen van vijfentwintig roeden gelegen in VERNAMENMEIRSCH nu genoemd DEN RANENMEIRSCH palende aan de beek, aan Dinghen Meysmans, west aan TRUBROUCKVELT, en Jacques Pieters. Het rapport werd gezegeld door Erasmus van Horenbeke op 28 december 1604.
- 4048 Gillis van der Varent zoon van Guillam causa uxoris Joosijne mette Penninghen dochter van Frans doet verhef van een leen van tien dagwand groot. Het leen paalt aan het goed van Philips van Nyvele en aan Michiel de Clercq, aan de Weverstraat, west aan TCASTEELVELT en noord aan HET GOET TER VARENT Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen eigen zegel bezit op 5 januari 1605.
- 4049 Hendric van Damme zoon van Daneel doet verhef van zijn leen van een half bunder genoemd DE DIJCKBRUGGE palende aan het goed van jonker Antheunis Nieulant, de voetweg naar Brussel. Van dit leen worden vier achterlenen gehouden die zoek zijn. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen eigen zegel bezit op 21 februari 1605.
- 4050 Inghel de Rauwe zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een dagwand groot palende aan het goed van Hendrick Putteman en aan het goed van Merten Hendricx. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend omdat hij geen eigen zegel bezit op 19 maart 1605.
- 4051 Joos Moens zoon van Willem doet verhef van zijn leen van zesendertig roeden groot, palende aan DE WAL VAN THOOF TZEEBROECK oost DEN MEULENMERSCH west DE CALURWEEDE [CALVERWEEDE]. Het rapport werd ondertekend met het merk van de leenhouder op 14 maart 1605.
- 4052 Jan Diericx zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een dagwand groot. Het leen paalt aan de erfgenamen van Hendric Hendricx, aan Hendrik Puttemans en aan het goed van Joos Moens. Het rapport werd ondertekend met een merk van de leenhouder op 10 april 1606.
- 4053 Andries Bijl doet verhef van een leen van vijf dagwand groot. Andries Bijl is gemachtigd over Josijnen Heyvaert dochter van Joos. Janneken en Mayken Heyvaerts hebben elk een derde deel in het leen en staan de leenhoudster te gevolge. Het leen is gelegen IN DE STREKE palende aan SMULS MEERSCH, aan DEN EPPELLEERE, zuid HERMAN DAENS VELT. Het leen is haar verstorven van wegen haar vader Joos Heyvaerts. Het rapport werd gezegeld door Jan de Haestighe op 12 januari 1607.
- 4054 Ghyselbrecht van Hoorenbeke zoon van Antoon doet verhef van een hoofdleen van vier bunders en een half dagwand gelegen in het GOET TE COTTEELS in een perceel DE VIER BUNDERSgenoemd. De leenhouder samen met Joos de Bolle bezitten vier dagwand en een half die palen aan het goed van de weduwe van Pieter Lupaerts leen met dertien dagwand, oost het goed van meester Anthuenis Schoorman. In de vier bunders hebben de weduwe van Pieter Lupaert een half bunder leen gelegen op HET SIECKHUYS VELT palende DEN WAL, west de dertien dagwand, en Ghyselbrecht van Hoorenbeke en Joos de Bolle, noord het goed van meester Antheunis Schoorman. De zelve weduwe heeft nog een bunder gelegen op het zelve veld palende Ghyselbrecht van Hoorenbeke en Joos de Bolle, en aan ANDRIES BIJLS VELDEKEN en nog aan het leen van Andries Bijl. Jacobus van der Hulst heeft in het zelve stuk een half bunder leen palende aan Andries Bijl, het veld DEN ASCHWECH genoemd en noord aan HET BAGYNEN BUNDER, en west aan het leen van Willem Moens. Deze laatste gebruikt een perceel in het GOEDT TE COTTEELEop het stuk DE VIER BUNDERS genoemd en is een bunder groot palende aan het veld DEN ASCHVACHgenoemd. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld en ondertekend op 16 december 1607.
- 4055 Pieter van Andernove zoon van Jan doet verhef van zijn leen van twee dagwand groot SCHEEPERS STEDE genoemd. Het leen paalt aan de Heirbaan naar Aalst en aan de ALFSBERGHEN.Het rapport werd ondertekend met een merk van de leenhouder op 18 april 1608.
- 4056 Jan Diericx zoon van Jan doet verhef van een leen gekocht van Joos van Neffele van anderhalf dagwand en drie roeden gelegen op DEN MEULENCOUTERnoord DOVERNEST STRAETKEN en aan Pieter van Rossem en Melchior Smet. Het rapport werd ondertekend met een merk van de leenhouder op 28 juli 1608.
- 4057 Heer Baltazar de Keersmaker zoon van Ghyselbrecht priester en pastoor in Lebbeke doet verhef van een leen van anderhalf dagwand en drie roeden groot gelegen OP DEN MEULENCOUTER. Het leen paalt noord doverneststraetken oost aan Pieter van Rossem en west het goed van de erfgenamen van Melchior Smets. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend omdat hij geen zegel bezit op 7 oktober 1608.
- 4058 Heer en meester Baltasar de Keersmaker doet verhef van een leen van een dagwand gelegen op MUELENCOUTERE palende aan het goed van Gillis Wauters, aan jonker Antheunis Nieulant. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 16 april 1609.
- 4059 Jonker Antheunis Nieulant zoon van meester Olivier doet verhef van zijn leen van zeven dagwand gelegen aan HET GOET TEN BROECKEN. Het leen stond op Jan Hendricx zoon van Daneel waarin deze leenhouder van Joos van den Keere twee en half dagwand heeft gekocht. Dit perceel paalt aan DEN ACHTERSTEN DYCen aan de PANNEEL PUTTEN. Verder nog twee dagwand gekocht van Geert Hendricx liggende op DE HEURST en paalt aan het goed van de erfgenamen van Margriete Smits vrouw van Peeter van Heysterghem en wordt TRYESLANT genoemd, paalt west aan DE DYC STEDE en noord aan het goed van de erfgenamen van meester Ancelmus Nieulant. Hendrick Putteman, wegens zijn vrouw Betten Heynricx, bezit twee dagwand leen gelegen op DEN DACHTERSTEN DYC palende aan Pieter Meersman, aan het bos van het klooster van Sinte Bregitten. Joos van de Keere heeft een half dagwand op TCRUYSVELT palende aan DE PANNEEL PUTTEN.Het rapport werd gezegeld door jonker Antheunis Nieulant en zijn zoon Anthone is sterfman op 29 december 1609.
- 4060 Zie bijlage voor beschrijving.
- 4061 Jaques van der Lysbetten zoon van Pieter doet verhef van zijn leen zijnde een behuisde hofstede DEN HANEgenoemd en paalt aan het goed van de kerk van Lebbeke, aan het goed van de weduwe Gillis Kint. Het rapport werd gezegeld door Jan de Haestige op 9 november 1610.
- 4062 Pieter van der Lysbetten zoon van Pieter doet verhef van zijn leen van twee dagwand en half groot palende aan het goed van de erfgenamen van Joos Moens, aan Gillis Wouters. Het rapport werd door Jan de Haestighe gezegeld op 9 november 1610.
- 4063 Joos de Coninck zoon van Pieter doet verhef van zeker hoofdleen van vier bunders en een half dagwand groot gelegen in HET GOET TE CAUTEELSin een perceel DE VIER BUNDERS genoemd waarin de leenhouder vier dagwand en half in eigendom bezit en de resterende staan de leenhouder te gevolge. Het leen paalt aan het goed van de weduwe van Pieter Luypaert en aan het goed van jonker Schoorman. In het leen bezit de weduwe Pieter Luypaert een half bunder palende aan DE WAL. Dezelfde jonker heeft ook een bunder palende aan het leen van Willem Moens. Jacus van der Hulst zoon van Jacus, griffier van Lebbeke bezit een half bunder palende aan TBAGHIJNEN BUNDERen het veld DEN ESCHWECHgenoemd. Verder bezit Willem Moens een bunder palende ook aan het veld DEN ASCHWECH.Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 14 januari 1614.
- 4064 Pieter Perchijn doet verhef van een leen van negen dagwand groot die hij kocht van jonker Antheunis Nieulant de oude. Het leen is gelegen in de wijk van DE HERTSYDE palende aan het goed van de erfgenaam van Pieter Kint. Het rapport werd door de leenhouder Pieter Persien ondertekend op 24 februari 1617.
- 4065 Gillis van Rossem zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van een dagwand groot gelegen op DE MUELECAUTER palende aan DE CAUTERE. Het leen is in het geheel vier dagwand groot waarin Jan Kethele fs Arents een zesde deel bezit die de leenhouder staat te gevolge. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder met een merk op 24 april 1617.
- 4066 Jan Diericx zoon van Jan kocht van Joos Moens zoon van Willem een leen waarvan Diericx het verhef doet. Het leen is een vijfde deel van acht in drie dagwand en half groot palende aan de plaats van Lebbeke, het goed van Jan Moortgat. Bovendien is het leen onverdeeld met de erfgenamen van Geeraert van Damme. Verder het vijfde deel van acht in een half dagwand land genoemd HET VITSVELDEKEN in een groter perceel van zeven dagwand onverdeeld met de voornoemde erfgenamen. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder met een merk op 10 januari 1622.
186 gevonden, 141 t/m 160 getoond, pagina 8 van 10