Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4617 Charles Sersanders fs Anthoon doet verhef van zijn leen van twee buners meers DE WEERT en WEDAUgenoemd. Het leen paalt aan Luyc van Vuytfange, Olivier Bonnarens, aan het goed van de erfgenamen van Olivier Heyvaert en Marten Steel en noord de Durme. Van dit leen houdt men vijf achterlenen namelijk : eerst G. van den Brande fs Pieters houdt twee bunders, Pierintken van Cleenputte houdt een bunder, Jan Steels fs Gillis houdt honderd roeden, Jozijne van der Beke en Grietken Bonnarens houden een bunder elk over een derde en Thomaes van Hulse drie vaatzaad. Van hetzelfde leen houdt men achtenveertig bunders erfgrond die jaarlijks een hoeveelheid hoenderen gelden en een penningrente van achtenveertig schellingen par. Jonkheer Nicolas van Royen als deelvoogd over jonker Charles heeft het rapport gezegeld op 17 oktober 1617.
- 4618 Jacob de Keyser, zoon van Jan, doet verhef van zijn leen van dertien à veertien vaatzaad gelegen in drie percelen in Zele in de wijk TE DORME. Twee van de drie percelen palen aan elkaar en wordt DE BEKEgenoemd. Die percelen palen nog aan Jacob de Keyser, aan het Brantstraatken, aan de goederen van de erfgenamen van Joos Vermeer. Het perceel D ACHTERSTE BEKE genoemd paalt aan Nicolaes Andriessens, en noord aan het derde perceel DE HOFSTEDEgenoemd. Dit derde perceel paalt aan het goed van de weduwe van Arent Kint. Van dit leen worden drie vaatzaad erfgrond gehouden geldende jaarlijks zes penningen par. heerlijke rente. Het hoofdleen werd gekocht van Jacob Doedessem. Het rapport werd ondertekend met het merk van Jacob de Keyser op 2 mei 1611.
- 4619 Adriaen van Langhenhove en Thomas de Beule voogden over Adriaenken de Strooper, wees van Olivier de Strooper en Elisabeth Coppieters zaliger, doen verhef van een leen in Zele gelegen van een bunder groot. Het leen paalt aan het goed van Pieter Coppieters, aan Jan van Vuytfanghe causa uxoris, liggende aan de VERVUYLEN BEKE en paalt zuid aan de voornoemde Pieter Coppieters. Van welk leen een half bunder wordt gehouden en tien bunders en half erfgrond. Daniel van Damme, nu Pieter Verheerbrugghen bezit het half bunder door koop. Dit half bunder paalt noord aan Lysbette sHooghen nu Paesschier de Wale, met de andere zijden aan Jan de Beule nu Olivier Jacobs en aan Pieter Jacobs Philips. Het naarvolgende is de specificatie van de ergronden namelijk : Eerst bezitten de wezen van Jan de Beule fs Pieters een half bunder DEN DABSACKER genoemd palende aan Pieter Arents, aan Ludgier van den Abeele Pieters, en gelden vier schellingen par. Andries de Beule fs Mattheeus bezit ook een half bunder MIGGERODEgenoemd palende aan Ludgier van den Abeele, aan het goed van de wezen van jonker Andries van Marsselare en geldt drie schell par. Franchoys de Voldere kocht vier vaatzaad DEN HECKERgenoemd palende aan Anthe. Opstal aan Pieter Gurtebeke. Antheunis van Opstal bezit drie vaatzaad DEN HECKERE genoemd palende aan Frans de Volder, Pieter Gertebeke causa uxoris en geldt vier deniers par. Cornelis de Beule bezit twee vaatzaad op den CAUTER, paalt aan Pieter Gurtebeecke causa uxoris noordt aan den Meulenweg. Cathelijne sBeule bezit drie vaatzaad in de HECKERE palende aan Jan van Wesepoele fs Laureys. Antheunis van Opstal geldt zeven deniers par. Jan Verhofstede te Lokeren bezit vier vaatzaad palende aan de Lokerbeke, aan Steven Strateman en aan het goed van de wezen van jonker Andries van Marsselaer. Balten van Heuricke, over Hans Verroeten, bezit een half bunder DEN CROMMENACKERgenoemd palende aan Joos van Cauweghem aan Jacob de Beule. Pieter Jacobs Philips bezit een vaatzaad DEN CLEENEN ACKERgenoemd en is gelegen in de HEECKERSpalende aan het goed van meester Joos van Cauweghem, en aan het goed van de zelve Pieter Jacobs. Jan de Beule fs Jans causa uxoris bezit twee vaatzaden palende DE WYGRACHTBEKEen aan het goed van de erfgenamen van Jacob Goossens en aan Jan de Beule en geldt een denier par. De zelve bezit drie vaatzaad aan de WIJGRACHTBEKEpalende aan Pieter Gurtebeke causa uxoris en noord aan Symoen de Cocq en geldt iij schell par. Pieter Arents, causa uxoris, bezit twee vaatzaad op DEN CLEENEN ECKER palende aan Pieter Coppieters Jans west aan het goed van de erfgenamen van Gillis de Kindere en geldt drie schell par. Daneel van Damme bezit vier vaatzaad MALSCHAERTS ACKERE palende aan Pieter Gurtebeke, aan het goed van de Heilige Geest van Zele, aan Olivier Jacobs en geldt drie deniers par. Gillis Verhelst bezit vijf vaatzaad in DEN GROOTEN ACKERpalende Lieven de Vyldere oost Jan van Vuytfanghe fs Pieters en geldt vier schellingen par. Jan van Vuytfanghe voorzeid bezit vijf vaatzaad lands in den GROOTEN ACKERgelegen palende aan het hoofdleen van deze wezen, aan Jacob de Beule en geldt vier schellingen par. Pieter Coppieters Jans bezit een half bunder lants met het einde aan de voornoemde de Beule, zuid aan het goed van de wezen van Jan de Beule Pieters en west aan Jacob de Beule en noord het hoofdleen en geldt drie schellingen par. De zelve houdt nog een half bunder lands met het einde aan het Thee ackerstraetken? west Symoen de Cock en geldt twee deniers par. Jan van [Luevene] causa uxoris wijlen Anna Bergrachts bezit drie vaatzaad op de MUELENCAUTERaan DE VENNEpalende aan het goed van de wezen van Joos Coppieters, aan Matthys van Wiele causa uxoris en geldt drie schellingen par. Pieter Verheerbrugghe bezit twee vaatzaad bij de LENE palende aan het goed van de weduwe Ludgier Elzacker en geldt twee deniers par. Ludgier van den Elzacker houdt drie vaatzaad palende noord west Pieter Verherbrugghen en oost Jan Kethele en geldt een denier par. Jonker Adriaen van Marsselaer nu juffr Jaquelyne de weduwe Pieter Lenssins bezit een bunder lants DEN SAYS ACKERpalende aan de Lokerbeke, aan Gillis Bonnaerens zuid de zelve Marsselare en geldt vier deniers par. Jacob de Beule bezit drie vaatzaad land DEN BEYAERT genoemd, palende aan Pieter Coppieters, Jan van Vuytfanghe en geldt drie deniers par. Matthijs van Wiele causa uxoris bezit twee vaatzaad op den NIEUWEN CAUTEREzuid DEN BOSCHACKERnoord Jan van Vuytfanghe en geldt drie deniers par. Jan de Beule Pieters bezit vier vaatzaad DAPSACKER palende Gillis de Beul, Daneel van de Abeele en geldt drie deniers par. Somma van al de erfgronden is tien bunders een dagwand. Het rapport werd ondertekend door de voogden omdat zij geen zegel bezitten op 11 juli 1611.
- 4620 Thomas de Beule en Jan Peelman en Anthonis van Opstal voogden over de wezen van Pieter Coppieters, zoon van Jan, doen verhef van het leen gelegen op THUWICKE zeven bunders groot. Dit leen is gelegen in diverse percelen palende aan Jan van Elzacker met Raphael Maes aan het ene perceel, aan Jacob de Beule, aan Adriaen van Elzacker van de andere percelen. Van de zeven bunders zijn er slechts vier bunders en half die de wezen van Jan Verheerbrugghen toebehoren en daarin zes vaatzaden die palen aan het leen en zuid aan Raphael Maes. Pieter Verheirbrugghen , Laureys de Hooghe en Jan Coppieters fs Gillis bezitten daarin twee bunderen die palen aan Jacob Verrooten, aan Jan Vergauwen. In het leen is nog een half bunder verkregen door de vader van de wezen door koop van Olivier de Cocq zijnde een afzonderlijk hoofdleen palende aan Gillis Vervaet en aan Jan de Schaepdrijver. Dit leen met een ander hoofdleen is ook THUWICKE gelegen en is zeven bunders groot, behoort aan Joos van Holwinckle en moeten samen de last van een paardendienst dragen. In heerlijke renten worden vierentwintig deniers par. geheven op vierentwintig dagwand erfgrond. Van de twee hoofdlenen worden vier achterlenen gehouden namelijk : Eerst Baltazar van Heuricke houdt drie dagwand palende aan het goed van de wezen van Jan de Beule, aan Pieter Temmerman en aan Jacob van Lokeren. Cornelis de Mul houdt drie dagwand palende aan Jan van Luvene, aan Gheeraert Caskens. Jozijne Jacobs, weduwe van Joos de Kimpe, houdt een half bunder liggende OP DEN CAUTEREwaar de Meulenweg door loopt palende aan Paulus de Clercq, aan Pieter van Lokeren. Lieven de Vylder houdt tien vaatzaad palende aan Jacob Verrooten en Gheert de Moor. Het rapport werd gezegeld door Laureys de Strooper griffier van Zele op 5 juni 1614.
- 4621 Nicolas Sersanders fs Jonker Jooris doet verhef van het leen van twee bunders SERDIERICX LANDTgenoemd. Hiervan palen de veertien vaatzaad aan de goederen van Gillis van Wesepoele en Jan van den Driessche en Jan Steels en Gillis van Branden, Merten van Wtfanghe, Berthel van Laeck en meester Jacob Grevenbrouck. De andere twee vaatzaden palen aan Merten van Wtfanghe, Gillis Blancquaert en Gillis van Brande, Bertel van Laect en Jan van der Hofstede en Lieven de Vyldere en Jacob de Keysere. Tot dit leen behoren twintig laten die jaarlijks negen halsters evene en drieëndertig deniers par. in rente moeten. Bartholomeeus Varlaect houdt een half bunder OP DE BORCHT gelegen palende aan Jacob de Keyser, jonker Jooris Sersanders, Jan Steels en aan de MEERSCHEN en geldt twee vaten en half evene en vier deniers par. Jacob de Keysere houdt een half bunder land ook op de BORCHT gelegen palende aan Berthel van Laect, Kerste Hermans, en geldt twee vaten en half evene en drie deniers par. Meester Jacob Grevenbrouck bezit vier vaatzaad in de REBBEKENpalende aan Jan van Elsacker, Berthel van Laecte en geldt drie vaten evene en drie deniers par. Meester Jacob van Grevenbrouck bezit vier vaatzaad palende aan jonker Sersanders, Jan van Elsacker, en Berthel van Laect en geldt drie vaten evene. Nog meester Jacob van Grevenbrouck bezit twee vaatzaad palende aan Jan van Elsaker en geldt twee vaten evene. Meester Jacob Grevenbrouck houdt een vaatzaad palende aan Berthel van Laect en geldt een vat en half evene en een denier par. Jacob de Keysere bezit vijf vaatzaad land gelegen OP DE BORCHT palende aan Berthel van Laect Kerstiaen Hermans en geldt drie vaten evene en een derdedeel. Jacob de Keyser bezit zes vaatzaad in DE PAECHPUTTE palende aan Jan Steels, Christiaan van Hecke, en geldt vijf vaten even en drie deniers par. Marten van Vutfanghe en Gillis Blanckaert houden vier vaatzaad op DEN MEERCAUTERE palende aan Berthel van Laect, Gillis van Brande en geldt drie vaten evene en vier deniers par. Jan Steels bezit twee vaatzaad gelegen in de WAEGHEWULGE palende aan Pieter Steels, Jacob de Keysere, Berthel van Laect en geldt twee vaten en half evene en twee deniers. De erfgenamen van Gaspar Claysens houden vijf vaatzaad op DE BORCHTpalende aan Berthel van Laect, aan het goed van de erfgenamen van Jacob van Andernhove, noord DE MEERSCHEN en gelden twee vaten evene. Berthel van Laect bezit drie vaatzaad liggende op de MEERCAUTER palende Jooris Sersanders, Jan van Hofstede, Jacob Grevenbrouck, Gillis Blanckaert en geldt twee vaten evene en drie deniers par. Gillis van den Brande bezit drie vaatzaad liggende TE DURMEop de MEERCAUTER palende aan Jooris Sersanders, Jacob de Keyser en geldt twee vaten drie deniers. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 november 1614.
- 4622 Nicolas Sersanders, zoon van jonker Jooris, doet verhef van zijn leen T'GOET TER GOEDENgenoemd en is negen bunders groot, gelegen in diverse percelen de ene naast de andere. Het leen omvat ook het verbrand hofken, boomgaard en wallen gelegen oost s'heeren straete en palende aan de SEVEN EECKEN, aan de DE LOKERBEKE, Hendrick de Wilde, Gillis Bonnarens, Jacques Loot, Jan van Wtfanghe fs Pieters, aan het goed van de erfgenamen van Jaspaert Claessens, Jan van Wtfanghe en Jan Doensens. Van dit leen houdt Jan Doensens machtig over Tanne Mertens fa Andries, een leen van drie honderd roeden palende zuid s'heeren straete en het Wastynen straetken, west LIPENS ACKERE. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 24 november 1614.
- 4623 Lucas van Hoorenbeke doet verhef van zijn leen wezende een leenrolleken van vijfentwintig penningen par. per jaar die op vijfentwintig vaatzaad erfgrond worden geheven gelegen op Zele dus op elk vaatzaad een penning par. De vijfentwintig vaatzaad worden bezeten door verscheidene personen : Eerst Merten van Lokeren causa uxoris houdt vijf vaatzaad in DE HOOGE VELDEN palende zuid de Ponsgracht, noord het Hoochveltstraetken, west het goed van de erfgenamen van Merten van Lokeren met de andere drie vaatzaad geldt vijf deniers par. Bernaert de Munck houdt vier vaatzaad palende WILDERNISSEN PUT aan Pauwels de Clercq en geldt vier deniers par. Ludgier van den Abbeele houdt vier vaatzaad zijnde een driehoekige akker palende oost het goed van de kerk van Berlare, aan Pieter van den Bossche en geldt vier deniers par. Pieter van den Bossche houdt acht vaatzaad land aan het Hoogveldstraetjen, aan Jacob de Beule en het goed van de wezen Gillis Steels en geldt ook onder de rol van Joris van Hoorenbeke broer van de leenhouder en geldt jaarlijks acht deniers par. Thomas de Beule houdt twee vaatzaad land palende aan Passchier van den Bossche en zuid aan Jan Kint en geldt twee deniers par. Ten laatsten Joos der Kinderen fs Pieters houdt twee vaatzaad gelegen in twaalf vaatzaad in DE HOOCHVELDERS palende Joos de Hont, meester Joos van Cauweghem en geldt twee deniers par. Het rapport werd door de leenhouder getekend en gezegeld op 5 november 1614.
- 4536 Francois Pardo heer van FREMICOURT macht hebbende over Sieur Diego Pardo Lymros zijn oom, feodaal erfgenaam van wijlen heer en meester Silvester Pardo licentiaat in de Godheid en kanunnik van de kathedrale kerk van O L V te Antwerpen. De volmacht werd verleden voor schepenen van Rijsel op 19 april 1605. Sieur Diego Pardo houdt een leen vijf gaderingen tienden groot in Westzaamslacht met de vlees tiende en andere smalletienden. Het leen is Diego Pardo toegekomen naar aanleiding van het overlijden van Silvester Pardo. Het rapport werd ondertekend en gezegeld door Francois Pardo op 26 september 1605.
- 4137 Pieter van Roosbeke zoon van Jan doet verhef van zijn leen zijnde een derde deel van de hele tiende in de POLDER VAN DIEPENEEDEgelegen in de parochie van Notene. Pieter kocht het leen van zijn vader die het op zijn beurt gekocht had van Joos van der Saren zoon van jonker Frans. Tot het leen behoort een wagen om de tiende op te halen. Het rapport werd getekend en gezegeld door Hector de Bocq op 29 juli 1613.
- 4074 Adriaen van Elsackere zoon van Ludgiers doet verhef van zijn leen wezende een hoofdleen van drie bunders groot. Dit leen is aan de leenhouder door erfenis van zijn vader toegekomen. Het paalt aan de oude Dorme, aan het goed van de erfgenamen van Jacob van Andernove en aan Andries van Hecke. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend omdat hij geen zegel in zijn bezit heeft op 5 maart 1601.
- 4075 Pieter de Somere zoon van Joos causa Pieryne van Damme zijn moeder doet verhef van een leen van vier gemeten groot DEN BRUGMEERSCHgenoemd. Het leen paalt oost en noord aan de Dorme, verder aan Pieter Clarebout en aan het goed van de pastoor van Lokeren. Het leen is overgegaan door het overlijden van Joos de Somere vader van de leenhouder. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder en gezegeld door Pieter Baeyens schepen van Lokeren op 27 juni 1604.
- 4076 Olivier de Somer zoon van Joos doet verhef van zijn leen DEN BRUGMEERSCH genoemd en is een bunder groot. Het paalt aan de Dorme. Het leen is overgegaan van Pieter de Somer, broer van de leenhouder. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend en gezegeld door Daneel Buyens op 29 augustus 1605.
- 4077 Joos de Somere zoon van Joos doet verhef van een leen hem door erfenis toegekomen van Olivier de Somer zijn broer. Het leen is een bunder groot en wordt DEN BRUGHMEERSCH genoemd en paalt oost en noord aan de Dorme. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend door gebrek van een eigen zegel op 1 december 1615.
- 4129 Cornelis van den Meerssche zoon van Wynand doet verhef van zijn leen van drie bunders palende de aan de Cockstraat, Adriaan van Hoecke en Huybrecht van Langenhove en oost tegen DEN VARENT en zuid aan DBUYTENBROECK van de Heilige Geest van Moorsele en west aan het goed van Jan de Kegele en Jan Kindt zoon van Antoon. In het leen heeft de leenhouder slechts het derde deel dat hij kocht van Guillamme van Plassche zoon van Diericx en de resterende twee delen bezitten de wezen van Hendrick van de Plassche en Dominicus van Reyseghem man van Elisabeth van Plassche. Deze twee delen staan de leenhouder te gevolge. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 12 augustus 1622. ondertekend met het merk van Cornelis van der Meersschen.
- 3857 Francois van Havre voogd over de wezen van Gillis de Clercq doet verhef van een leen gelegen op de Donk een half bunder groot palende Jan Spetal, Philips van Nyvel, Gillis Muys en Merten Smet Buellens. Dit leen werd gekocht door dekreet uit het sterfhuis van Gillis Stevens zoon van Daniel. Het rapport werd door van Havre ondertekend en gezegeld op 20 december 1600.
- 3858 Cathelijne van Waesberghe fa. Lievens vrouw van Jan Kethele te voren weduwe van meester Joos van Hoorenbeke doet verhef van haar leen zijnde een brief of leenrol waaraf 18 bunders drie vaatzaad onderworpen zijn aan de betaling van de tiende penning en een erfelijke cijns van twee schellingen zes groot, twee hoenderen. Aan de leenrol is een achterleen verbonden van vier bunders groot. Sterfman is Jan Kethele fs Arents. Het rapport werd gedateerd op 31 januari 1601.
- 3859 Jan Odemaar bij machtiging over Marcq de Clercq als oudste mannelijke erfgenaam en Catharina de Clercq gehuwd met jonker Fransoys van Humbloit zijn zuster doen verhef van een leen van een bunder groot palende aan Merten Stevens, en Gillis Kimpen. Het leen toekommende bij erfenis van Cathelyne Verhoeven hun grootmoeder. Het leen is genoemd DEN ESCHACKERE. Van het leen wordt nog een half bunder erfgrond gehouden. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 18 maart 1602.
- 4487 Zie bijlage voor beschrijving.
- 3860 Lieven van Vossole fs Jans doet verhef van zijn leen groot twee vaatzaad en half zijnde de helft van vijf vaatzaad waarvan de rest Mayken Suys dochter van Simoens toebehoort gelegen in het CLEEN COLPUT.Het leen paalt aan de water molen, aan de weduwe Simoen Seuy, Frans de Bruyne en noord aan de Dorme. Het rapport werd ondertekend met het handteken en huismerk van de leenhouder en gezegeld door Charles de Bocq, leenman van het leenhof, omdat de leenhouder geen zegel bezit. Ondertekend en gemerkt door de leenhouder op 21 april 1603.
- 3862 Michiel van Hiele doet verhef van zijn leen groot een gemet palende aan Pieter Ysewijn, aan het goed van de heer van Mariekerke noord aan de kerkweg lopende naar TEN CALENDRIESCH- Het rapport werd gezegeld door Daneel Sergheerts mits de leenhouder geen zegel bezit op 10 oktober 1603.
186 gevonden, 61 t/m 80 getoond, pagina 4 van 10