Het archief van de Abdij van Boudelo te Sinaai-Waas en te Gent. Deel II - Regesten der oorkonden, 2 dln., 1203-1795
1139, Antwerpen, 23 september 1585 (Ghegheven in onze stadt van Antwerpen, den XXIIIen dach van septembre, in 't jaer Ons Heeren duysent vijfhondert vyfventachtentich, van onsen
rijcken, te wetene van Spaignien, Secillien, etc., het dertichste ende van Naples h
(Filips, koning van Castilië, León, enz., maakt bekend dat hij een smeekschrift ontving van de dijkcommissarissen in het Land van Saaftingen, de hoofd-ingelanden van Hulsterambacht, de magistraten van Hulst en Hulsterambacht, volgens welk zij vergeefs trachtten de door vijandige troepen doorgestoken dijken te herstellen, gezien de buitenmatige onkosten ervan. Het smeekschrift beoogt gelden in te zamelen door heffing van schotgeld op ingelanden en aanpalende grondbezitters door een college van zeven commissarissen (onder wie de abt van Boudelo voor Lamswaarde, Pauluspolder en Rietvliet), wonend in de betroffen gebieden, onder leiding van een hoofdintendant, residerend aan het Hof. Filips staat de oprichting toe van een college van acht commissarissen (7 grote ingelanden; 1 kleine ingelande) en legt de schotgelden vast. Zegelaankondiging: de oorkonder. Onderschrijver: Vereycken. A. Origineel: niet voorhanden. [B. Afschrift uit 20 en 21 oktober 1585, in Nederlandse vertaling uit het Frans te Hulst door G. Fumael, naar A. Niet voorhanden, vermeld in C], C. Afschrift s. XVI, naar B.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 2266.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
1139
Vorige (nr 1138)
|
Volgende (nr 1140)