Het oud archief van de kerkfabriek van Sint-Jacob te Brugge (XIIIde-XIXde eeuw). Deel II: Regesten / W. Rombauts.
- 949 1648 september 30 Gautier Tristram, tresorier-generaal der stad Brugge, verklaart ontvangen te hebben van Alexander de Meulenare een som van 400 lb. gr. waarvoor hij een interest zal betalen a rato van de penning 16., 1648-1648
- 950 1651 mei 21: Pastoor en kerkmeesters verklaren dat zij aan Anna van Hoorne, weduwe van Jan de Mei, het recht hebben verleend om een graf in te richten, met een blauwe zerksteen, in het noorderkoor van de kerk, d.w.z. in het koor van O.-L.-Vrouw Presentatie, met o.a. als voorwaarden dat zij zelf het openen en het sluiten van het graf zal bekostigen en dat zij een jaargetijde zal funderen aan het hoogaltaar van de kerk met na de mis het opzeggen van gebeden op het graf, waarvoor Anna bovengenoemd aan de kerkfabriek heeft geschonken 8 lb. gr., 1651-1651
- 951 1652 december 24: Pastoor en kerkmeesters verklaren dat zij hebben verpacht aan Bauduyn Lespe, in diens naam en in naam van de erfgenamen van Fransois Lespe, ongeveer elf tot twaalf gemeten in de parochie Uitkerke, toebehorend aan het officie van de eerste mis, voor een termijn van zes jaar ingaand op 1 oktober 1653 tegen 26 lb. gr. jaarlijks en 4 lb. gr. voor het herstel van de kerk., 1652-1653
- 952 1655 februari 26: Guillame Bellero, notaris te Brugge, oorkondt dat de pastoor en kerken dismeesters hebben ontvangen ten voordele van de kerkfabriek vanwege de erfgenamen van Adriaen van Woestwynckel en van Françoise, dochter van Michiel Navigheer, diens echtgenote, een som van 141 lb. gr. voor het verrichten van twee jaargetijden en voor het stellen van twee dissen., 1655-1655
- 953 1655 maart 30: Loijs Bachuus, notaris te Brugge, oorkondt dat de voogden van Bernardo Anchemant, aan de kerkfabriek hebben overgedragen twee renten, één van 5 lb. 3 s. 4 gr. ten laste van het minderjarig kind van Cornelis van Hoogheweghe en gevestigd op tien gemeten, twee üjnen en eenenvijftig roeden in het ambacht en parochie Maldegem, en één van 4 lb. gr. ten laste van de impost van Vlaanderen in het kwartier van het Brugse Vrije., 1655-1655
- 954 1657 februari 24: G.M. Ramondt verklaart dat Jan de Cock, brouwer in de drije muenijcken, aan hem heeft afgelost een rente van 2 lb. gr. gevestigd op de helft van twee huizen in de Geldmuntstraat., 1657-1657
- 955 1657 september 13: Renier vanden Tombeele, notaris te Gent, oorkondt dat Marie Rotsaert, dochter van Franchoijs en van Marie Imbeloot, heeft ontvangen van Anna Parmentier, weduwe van Michiel van Zuutpeene, een som van 128 lb. gr. VI. waarvoor zij heeft beloofd aan Anna Parmentier een rente te betalen van 8 lb. gr., en dat Marie Rotsaert tot pand heeft gegeven aan Anna Parmentier een rentebrief van 7 lb. 10 s. gr. vermeld in een akte van 27 april 1628 (zie reg. nr. 934)., 1628-1657
- 956 1658 januari 15: Pastoor, kerk- en dismeesters, als beheerders van de goederen van het commun en van de dis, verklaren dat zij Jan de Vooght benoemen tot ontvanger van het commun en van de dis op de voorwaarden die in de akte nader worden omschreven., 1658-1658
- 957 1659 april 10: Pastoor en kerkmeesters, als beheerders van de goederen van de kerkfabriek en van het commun, schenken aan Franciscus Cornelius Camps, clericus van de diocees Brugge, de inkomsten van een fundatie bestaande uit 18 lb. gr. voortkomende uit de dienst van een dagelijke mis gesticht door Philippus Bite block, Jacobus Haghelsteen en Maria van Damme., 1659-1659
- 958 1659 april 11: Pieter de Courtewille, priester, licentiaat in beide rechten, kanunnik van St.-Donaas en officiaal van het bisdom Brugge, verklaart dat, aangezien Franciscus Cornelius Camps in het bezit is gesteld van de dienst van een dagelijkse mis, zoals blijkt uit een akte dd. 10 april 1659 (zie reg. nr. 957),dit voldoende is als titulus clericalis., 1659-1659
- 959 1660 januari 20: Rekwest van de dismeesters gericht aan de burgemeesters en schepenen van Brugge om ontslagen te worden van het betalen van de 50 ste penning bij de fundatie gedaan bij testament aan de dis door Melchior Claesman. Met negatieve apostille., 1660-1660
- 960 1663 november 16: Schepenen in Brugge oorkonden dat Jacqueline en Joanna, dochters van wijlen Jacques van Zandycke, en Anna, dochter van Jan de Groote, hun moeder, ten voordele van de dis een rente van 14 lb. gr. VI. hebben gevestigd op een huis bij de Markt op de hoek van de St.-Jakobsstraat tot het stellen van een dis in geld elke eerste dag van de maand voor de inwoners van het godshuis genaamd Gooderycx convent en daarbij nog hebben geschonken een bedrag van 50 lb. gr. als salaris voor degene die de rente moet ontvangen en de uitbetaling der sommen van de gestelde dis moet verrichten., 1663-1663
- 961 1664 maart 14: De ontvanger van de watering van Eyesluis erkent ontvangen te hebben van de dis de som van 162 lb. gr. en te hebben beloofd dit bedrag na één jaar met interest terug te zullen geven ofwel een rente te zullen vestigen ten laste van de watering., 1664-1664
- 962 1664 november 20: Franchois van Thiele, notaris te Gent, oorkondt dat Maria de Parmentier, zuster van Anna de Parmentier, heeft overgedragen aan Philips de Parmentier een rente van 8 lb. gr., haar verschuldigd door Marie Rodsaert, en een verpande rentebrief van 7 lb. 10 s. gr. beide vermeld in een akte van 13 september 1657 (zie reg. nr. 955), en dat de medecomparante, Marie Rodtsaert, de rente van 8 lb. gr. heeft afgelost door aan Philips de Parmentier de verpande rentebrief van 7 lb. 10 s. gr. te verkopen, waarbij zij nog 8 lb. gr. schuldig bleef, waarvoor zij aan Philips Parmentier een rente van 10 s. gr.zal betalen., 1657-1664
- 963 1665 oktober 22: Joos vanden Berghe, notaris te Gent, oorkondt dat Philips Parmentier heeft verkocht aan Philips vander Meulen een rente van 7 lb. 10 s. gr. vermeld in een akte van 20 november 1664 (zie reg. nr. 962)., 1664-1665
- 964 1666 juni 4: Dismeesters vragen aan burgemeesters en schepenen der stad Brugge de toelating om te mogen verkopen het huis van wijlen Magdaleene van Soom, dat gelegen is in de Grauwwerkersstraat en dat in een zeer vervallen toestand verkeert. Gunstige apostille., 1666-1666
- 965 1666 december 2: Schepenen in Brugge oorkonden dat Jan de Necke en Catarijne van Damme, zijn echtgenote, een rente van 1 s. 8 gr. hebben gevestigd op een huis in de Ezelstraat ten voordele van de kerkfabriek voor het doen lezen, ten eeuwigen dage, van een mis tot lafenis van de ziel van Anthonis Leupe aan het altaar van St.-Jans Onthoofding op de feestdag van St.-Jans Onthoofding., 1666-1666
- 966 1667 oktober 11: livine van Renterghem schenkt aan de dis de helft van een rente van 12 lb. 10 s. gr. voortkomende van een obligatie ten laste van Anna vander Stichele, weduwe van Guillaume de Craene, op voorwaarde dat zij de rente mag blijven ontvangen gedurende haar leven ; de andere helft van de rente heeft zij aan de kerkfabriek geschonken., 1667-1667
- 967 1667 november 3: Vonnis van de offïciaal van het bisdom Brugge in een geschil tussen de Gilde van het Heilig Sacrament en de kerkmeesters betreffende de collecten in het lof tijdens het "jubilee", waarbij wordt beslist dat de Gilde één derde van de opgehaalde gelden zal afstaan aan de kerkmeesters als vergoeding voor gedane onkosten voor het versieren van de kerk en voor de muziek tijdens het "jubilee"., 1667-1667
- 968 1668 januari 9: Guilliame Noliet, notaris te Brugge, oorkondt dat Guilliame Nieuwlant, heer van Lerberghe etc., en Marij Justina vander Waerden, zijn echtgenote, hebben overgedragen aan Jan vande Walle een rente van 34 lb. 10 s. gr. ten laste van de maalderij van Vlaanderen in het kwartier van Brugge., 1668-1668
135 gevonden, 61 t/m 80 getoond, pagina 4 van 7