Inventaris van de oorkonden der Graven van Vlaanderen. Chronologisch gerangschikt supplement (Rijksarchief te Gent), 13de eeuw-1559
- 154 1289, november 7. - le lundi après le jour de Toussains. Florent Berthout, heer van Berlaar, verklaart dat hij van Gillis, heer van Berlaimont, ridder van de graaf van Vlaanderen, het kasteel van Herve ontvangen heeft en dat hij er zich goed voor betaald houdt vanwege de hertog van Brabant (Fr.)., 1289-1289
- 155 1290, augustus 2. Simon van Neuville, sergeant van de graaf van Vlaanderen, verbindt zich tegenover gravin Isabella van Vlaanderen tot het dragen van alle kosten die zouden kunnen voortspruiten uit de betaling van een bepaalde som die zij in naam van haar broeder, Waleran van Luxemburg, verschuldigd was aan Lambrecht d'Ardaing (Fr.)., 1290-1290
- 156 1290, september 5. - le mardi devant le Nostre Dame el mois de septembre. Jan uten Boomgaerd, van Gent, verklaart aan Jan van Lodelaw, Engels koopman, 40 pond 8 s. 6 d. schuldig te zijn voor op de foor van Rijsel aan hem verkochte en geleverde wol, te betalen tijdens de lakentoon der aanstaande foor te leper (Fr.)., 1290-1290
- 157 1290, september 15. - le venredi après le jour del Exaltacion Sainte Crois. Staat van de schulden van de graaf van Vlaanderen (Fr.)., 1290-1290
- 158 1290, december 18-25. - in de weke voor Kersavont Opsomming van de goederen die toegekomen zijn aan de kinderen van ser Joris Haec uit het sterfhuis van hun moeder (VI.)., 1290-1290
- 159 Z.d. [circa 1290],Rekening van de juwelen en kostelijke gewaden die door de abdij van Cysoing verkocht werden, alsmede de staat van hetgene men aan de abdij verschuldigd is (Fr.)., 1286-1295
- 160 Z.d. [circa 1290],Jan de Clerc, van Rupelmonde, verzoekt de graaf om bijstand in zijn geschil met Jan van Sconsele omwille van het bezit van een leen (VI)., 1286-1295
- 161 Z.d. [circa 1290],Lijst van de goederen die Geraard, abt van Ename, sedert zijn aanstelling [1281] gekocht heeft. De goederen zijn gelegen te Rozebeke, Kortenbos, Assenede, Deurne, enz. (Fr.)., 1281-1295
- 162 Z.d. [circa 1290]. Lijstje van Brugse poorters., 1286-1295
- 163 1291, februari.Kopie van het vidimus, onder het zegel van Jan, hertog van Brabant en Limburg, van de akte waarbij Reinoud, graaf van Gelder, en zijn vrouw Margareta, aan Gwijde, graaf van Vlaanderen, voor een duur van vijf jaar, de graafschappen Gelder, Zutfen en Kassei met hun afhankelijkheden afstaan (Lat.)., 1291-1291
- 164 1291, juni 25-28.Verslag van de zittingen die gedurende vier opeenvolgende dagen plaats grepen te Gent in het nieuwe Predikherenklooster waar aanwezig waren : de vertegenwoordigers van de graaf, nl. schepenen en klerken van Rijsel, Brugge en leper, de XXXIX, de stadsontvangers van Gent en een deel van het " gemeen ", en tijdens dewelke eerstgenoemden samen met het " gemeen " verantwoording eisten voor het beheer der stadsgelden en een kopie van de rekening van het jaar. De eerste eis werd aangenomen, doch voor de tweede verklaarden de XXXIX en de stadsontvangers er niet toe gehouden te zijn (Fr.)., 1291-1291
- 165 1291, augustus 10.Jacob van Gent en Jan de Camba, kanunniken te Doornik, collecteurs in het bisdom Doornik van de tiende van de koning van Frankrijk bestemd voor het Heilig Land, melden aan Willem de Beka, kanunnik in Sint-Maria te Brugge, aan de deken van de kristenheid en aan de zegeldrager van het hof van Brugge dat zij door koning Filips van Frankrijk gemandateerd werden om de testamentuitvoerders van Jan van der Beurse, zoon van Geraard, namelijk Lambrecht, kanunnik van Sint-Donaas, en Jan Uuttensacke, burger van Brugge, te dwingen tot het betalen van hetgene in het testament " indistincte relictum est et non solutum " (Lat.)., 1291-1291
- 166 1291, september 24. - feria secunda post festum Beati Mathei Evangeliste.Getuigenissen van de personen verhoord door Fulco, zegeldrager van het hof van Brugge, Willem van Cysoing en Nikolaas, pastoor van het Sint-Janshospitaal te Brugge, in de zaak van het testament van Jan van der Beurse (Lat.). Kopie van 1 6 oktober 1291 onder het zegel van het hof van Brugge, op 25 met perkamenten strookjes samengebonden vellen., 1291-1291
- 167 1291, oktober 3. - le merkedi après le jour Saint Remi.Gwijde, graaf van Vlaanderen, maakt bekend dat hij, op verzoek van Jan, bisschop van Luik, aan Jan, hertog van Brabant, beloofd heeft hem te zullen steunen zo de bisschop zijn scheidsrechterlijke uitspraak in de geschillen, hangend tussen de bisschop en de hertog, niet naleeft (Fr.)., 1291-1291
- 168 1292, april.Marie, koningin van Frankrijk, Gwijde, graaf van Vlaanderen en markgraaf van Namen, Robrecht, hertog van Bourgondië, Hugo van Châtillon, graaf van Blois, Jan, graaf van Dreux, Filips, oudste zoon van de graaf van Artesië, Godfried van Brabant, broeder van de hertog van Brabant, e.a., bevestigen de belofte die hertog Jan van Brabant in het huwelijkscontract tussen zijn dochter Margareta en Hendrik, graaf van Luxemburg,aan deze laatste deed, namelijk hem ter gelegenheid van het huwelijk 33.000pond torn. te betalen. Bovengenoemde personen stellen zich daarenboven borg voor de goede uitvoering van de belofte (Lat.)., 1292-1292
- 169 1292, september 26. - feria sexta post festum Beati Mathei apostoli et ewangeliste.Gwijde, graaf van Vlaanderen, benoemt, met de goedkeuring van de tiendeheffers in het bisdom Kamerijk, zijn klerk Stefaan de Insula, kanunnik van Sint-Donaas te Brugge, tot zijn buitengewoon procureur om de tienden te innen, die aan hem en gravin Margareta, zijn moeder, door de Heilige Stoel toegekend werden in de bisdommen Atrecht, Doornik, Luik en Utrecht (Lat.)., 1292-1292
- 170 1292, september 30. - in crastino Beati Mychaelis. Brief van proost Arnold van Blankenheim, deken Jan, de aartsdiaken en gans het kapittel van Sint-Lambrecht te Luik aan Gwijde, graaf van Vlaanderen en markgraaf van Namen, waarin zij protesteren tegen de bezetting door de graaf van de stad Valencijn en zijn voornemen om gans Henegouwen te bezetten, dit alles ten nadele van het bisdom Luik. Zij zullen Egidius de Insula Sancti Martini en Johannes de Holuna Sancti Johannis, proosten van de kerken van Luik, en hun medekanunniken, naar de graaf sturen om de zaak in bijzonderheden te bespreken (Lat.)., 1292-1292
- 171 1292, oktober 5. - le dimenge prouchien après feste Saint Remy. Hendrik, graaf van Luxemburg, La Roche en markies van Aarlen, verbindt er zich toe Wouter van Recogne, proost van Poilvache, te Namen ter beschikking te stellen van Gwijde, graaf van Vlaanderen, en deze de kosten terug te betalen die zijn lieden maakten te Poilvache (Fr.)., 1292-1292
- 172 1292, november 12. - le jour Saint Martin en ivier.Wouter, monnik van Saint-Thierry te Reims, proost van Petegem, verklaart 17 pond art. ontvangen te hebben, in afkorting van het bedrag dat de gravin van Vlaanderen hem verschuldigd is, uit hoofde van zijnbezittingen te Petegem (Fr.)., 1292-1292
- 173 1292, november 21. - feria sexta ante festum Beati Clementis.De bisschop van Atrecht (?) meldt dat meester Jacob Nazars, kanunnik te Ronse en klerk van de graaf van Artesië, Robrecht en Maria,kinderen van wijlen Jan Nazart, Margareta, echtgenote van Robrecht voorzeid, en Robrecht en Tephana, kinderen van genoemde Robrecht, tot hun procureurs hebben aangesteld Pieter Seuwin, knecht van Jacob Nazars, en Wouter Lam, in het bijzonder om van de schepenen en de stad Gent 32 pond par. voor meester Jacob, 48 pond 10 s. par. voor Robrecht, zijn vrouw en kinderen, en 100 s. par. voor Maria te eisen en te innen, hun verschuldigd uit hoofde van een lijfrente (Lat.)., 1292-1292
329 gevonden, 121 t/m 140 getoond, pagina 7 van 17