Inventaris van de oorkonden der Graven van Vlaanderen. Chronologisch gerangschikt supplement (Rijksarchief te Gent), 13de eeuw-1559
- 213 1296, juli 23. - lendemain dou jour de Ie Magdelaine. Gwijde, graaf van Vlaanderen, maakt aan al zijn onderdanen bekend dat, aangezien hij voor de koning van Frankrijk gedaagd werd en sedertdien zijn neef, de graaf van Henegouwen, Jan van Avesnes, het graafschap binnengedrongen is, hij zijn oudste zoon Robrecht gedurende zijn afwezigheid aanstelt om het graafschap te besturen en de graaf van Henegouwen te bestrijden (Fr.)., 1296-1296
- 214 1296, oktober 16. Mandement van Filips de Schone aan Gwijde van Dampierre, waarin hij hem, ingevolge de nietigverklaring door het parlement van Parijs van zijn twee ordonnanties, respectievelijk van afzetting en heraanstelling van de Gentse XXXIX, oplegt de XXXIX in hun vroeger statuut te herstellen (Lat.)., 1296-1296
- 215 1296, december 2. - le diemenche après la Saint Andrei. Jan gezeid Noel de Tihers en zijn vrouw Agnes, verbinden zich tot het betalen van 4 pond 8 s. aan Grégoire Gautier, Bone Aventure, Jacob, Christoffel, Paumier en Gautier, zoons van Grégoire, burgers van Parijs, op Sint-Maarten e.k., voor de koop en huur (bail) van koren (Fr.)., 1296-1296
- 216 1296.Rekening van hetgene Coel li Maires aan " tailles " ontvangen heeft tussen Marke en Ronne " des gens d'avoweries et des siers " te Nukerke, Melden, Berchem, Kwaremont, Zulzeke, Mater en Etikhove (Fr.)., 1296-1296
- 217 Z.d. [1296 ?].Rekening van belastingen geheven in de steden en ambachten van leper,Cassel, Bergen en Veurne voor de krijgstocht naar Valencijn (Fr.)., 1296-1296
- 218 Z.d. [begin 1297].Lijsten van de namen van de oude XXXIX van Gent, van diegenen die " seront retenut " en van de gijzelaars (Fr.)., 1297-1297
- 219 1297, januari 27. - le diemenche devant le Chandeleur. Schuldbekentenis van Jan Noel, Robrecht Noel, e.a. aan Grégoire Gautier, e.a., burgers van Parijs, verleden voor Jan van Saint-Lienard (?)," garde de la prevosté " van Parijs (Fr.)., 1297-1297
- 220 1297, februari 7. - le jeudi après le jour de le Candelor. Gwijde, graaf van Vlaanderen, maakt bekend dat hij zijn zoon Robrecht, heer van Bethune en Dendermonde, in zijn plaats aangesteld heeft om de jonkvrouw van Mortagne gevangen te nemen (Fr.)., 1297-1297
- 221 1297, april 6. Protest van Wouter gezeid Borghere en Jacob Garseel, als procureurs van de graaf van Vlaanderen, tegen de bisschop van Doornik die verschillende Vlaamse baljuws geëxcommuniceerd had en het interdict geworpen over verschillende localiteiten in Vlaanderen. Zij doen beroep op de Paus, omdat de onderdanen van de graaf zich niet buiten Vlaanderen kunnen begeven ten einde zich te verrechtvaardigen, om reden van de oorlog met Frankrijk. Dit protest werd gelezen te Oudenaarde in de kapel van Sint-Amand op 16 februari 1297 (Lat.)., 1297-1297
- 222 Z.d. [1297, januari 9 - april 4-8] . Brief van de procureur van het " gemeen " der stad Gent aan graaf Gwijde van Dampierre, waarin hij hun grieven tegen de XXXIX uiteenzet en hun afstelling vraagt (Fr.)., 1297-1297
- 223 1297, mei 23. Protest gezonden aan de Paus tegen de aartsbisschop van Reims en de bisschop van Senlis en akte van beroep bij de Paus, in het openbaar gelezen te Brugge in de Burg door Gillis, koster van Sint-Gillis, procureur van de graaf van Vlaanderen, volgens akte van 20 mei 1297 (Lat.)., 1297-1297
- 224 1297, mei 26. - die sexta exeunte mayo, scilicet dominica post Ascentionem Domini. Proces-verbaal van de plechtige voorlezing door Gillis, koster van Sint-Gillis te Brugge, in naam van de graaf van Vlaanderen, van het beroep dat de graaf tegen de koning van Frankrijk bij de Paus aantekent (Lat.)., 1297-1297
- 225 1297, mei 27. - die lune post Ascencionem. Gwijde, graaf van Vlaanderen, stelt Gillis van Harelbeke, Jacob Garseel, Geraard van Oudenaarde, Wouter Borghere, Jacob van de Kapelle, Jan Caleward, Gillis, koster van Sint-Gillis te Brugge, en Jan Lermot totzijn procureurs aan in de processen die hij tegen de koning van Frankrijk zal voeren (Fr.)., 1297-1297
- 226 Z.d. [kort na 1297, augustus 4], Gesloten en verzegelde brief van de schepenen van Bethune aan de graaf van Vlaanderen waarin zij vragen wat te antwoorden valt aan Robrecht, graaf van Artesië, die in een brief van 4 augustus 1297 (die in kopie in deze opgenomen is) de overgave van de stad eist (Fr.)., 1297-1297
- 226 /BIS 1297, augustus 29. - el mois d'aoust, le jour de la Decolation Saint Jehan Baptiste.Filips de Schone, koning van Frankrijk, maakt bekend dat hij zich meester gemaakt heeft van Rijsel en dat hij aan de inwoners vergiffenis geschonken heeft en hun privilegies erkend heeft (Fr.)., 1297-1297
- 227 1297, oktober 12. - le samedi après feste Saint Denis. Michiel des Essarz, prévôt van Montlhéry, maakt bekend dat voor hem Simon de Boney, klerk van dezelfde prévôté, bekende 40 s. par. ontvangen te hebben van Bartholot dou Masischi, burger van Parijs, voortkomend van de verkoop van de nalatenschap van Jan Gaudin uit Sens (Fr.)., 1297-1297
- 228 1297, oktober 21. - le lundi apries le jour de la feste Saint Luc Ewangeliste. Gwijde, graaf van Vlaanderen, stelt zijn zoon Robrecht van Vlaanderen, Waleran, heer van Montjoie en Frankemont, Willem van Mortagne, heer van Dossemer, Wouter, heer van Nevele, Jan van Bourgondië en Jan van Menen, klerk van de graaf, aan tot zijn gevolmachtigden, om met de gezanten van de koning van Engeland te onderhandelen nopens de vrede tussen Gwijde en de koning van Frankrijk (Fr.)., 1297-1297
- 229 Z.d. [1294-1297]. Ridder Boudewijn van Poprode meldt aan de graaf van Vlaanderen wat hij vernomen heeft over de diefstal, gepleegd tussen Brussel en Geraardsbergen, van de schat die monseigneur Baissan, ontvanger van de graaf, met zich voerde; hij heeft het proces-verbaal van het getuigenverhoor, gedaan door de schepenen van Geraardsbergen en enige mannen van de graaf, hier aan toegevoegd (Fr.)., 1294-1297
- 230 Z.d. [1294-1297].Rapport van het getuigenverhoor in de zaak van de roof op monseigneur Bassan, dat plaats vond voor de schepenen van Geraardsbergen en de mannen van de graaf (Fr.)., 1294-1297
- 231 Z.d. [1297]. Stuk betreffende het geschil dat gerezen is tussen Jan, bisschop van Doornik, en Gwijde van Dampierre wegens het bezetten door deze laatste van het kasteel van Helkijn, dat aan de bisschop toebehoort (Fr.)., 1297-1297
329 gevonden, 181 t/m 200 getoond, pagina 10 van 17