Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 291 Giselbrecht Crommelin, proost, Cornelis van den Berghe, Augustijn Christiaen, Cornelis de Marscalc en Jan Reverdin, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Isabella Carrette, dochter van Olivier, van Kortrijk, erkend heeft dat zij aan Elizabeth Hasaert, dochter van Michael, en ten behoeve van het altaar van de H. Naam van Jezus in de Sint-Maartenskerk, een erfelijke jaarrente van 12 s. parisis moet uitkeren, losbaar voor 12 lb. parisis en bezet op twee aan mekaar palende huizen en erven, gelegen op de Beestenmarkt, tussen de huizen en erven van Meester Roeland Pottin en van Jan de Hulst. 14 februari 1543.
- 292 Klaas de Heere en Rogier de Ryckere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Joris Noppe van Kortrijk aan heer Walter Salome, priester te Kortrijk, de erfelijke jaarrenten heeft verkocht waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 219. 11 december 1531.
- 293 Osto Beert, proost, Rogier de Muelnaere, Klaas de Heere, Rogier de Ryckere, en Elooi Quackelbeen, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Walter Casyn, zoon van Elooi, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Willem Joye en Maximiliaan van der Caveye, beiden eveneens van Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar voor 4 lb. groten en bezet op een huis met erf, gelegen op Overbeke in de Bliekeerstraete tussen het huis en erf van meester Jooris Roose en het huis en erf genaamd den Abecuck. 23 januari 1532.
- 294 Proosten en schepenen van Kortrijk oorkonden dat zij als opperkerkmeesters van Sint-Maartens aan Andries Naye, priester, toestemming gegeven hebben om in de gang van de Begijnhofpoort die uitgeeft op het Sint-Maartenskerkhof, een "wintersteeghe" van 3 voet breed te laten maken, dit onder bepaalde voorwaarden, w.o. het uitkeren van een erfelijke jaarrente van 6 s. parisis aan de Sint-Maartenskerk, bezet op het huis en erf van genoemde Andries, gelegen op het Sint-Maartenskerkhof. 25 mei 1532.
- 295 Willem de Tollenaere, proost, Osto van den Berghe, Kristoffel van Scorisse, Jan Reverdin en Andries de Pratre, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat heer Walter Reynkin, zoon van Willem, priester, erkend heeft dat hij aan de Sint- Maartenskerk, vertegenwoordigd door de kerkmeesters Joos de Hane, Joos van den Berghe, en Jacob van den Kerchove, voor het vieren van het jaargetijde van de te Kortrijk overleden spanjaard Filips de Caestere, zoon van Jan, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 10 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen tussen de twee armen van de Leie in de wijk Pamele, tussen het Broelstraatje en de ingang van het hof der kruisboogschutters. 24 juli 1532.
- 296 Joris van Morslede en Osto van den Berghe, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Cornelis de Marscalc aan Jacob Jossep de erfelijke jaarrente heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 278. 16 augustus 1532.
- 297 Joris van Morslede en Felix de Heere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Andries Noppe, zoon van Boudewijn, van Kuurne aan Willem de la Fringe van Kortrijk de erfelijke jaarrente van 24 s. parisis waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 188, heeft overgedragen. 6 november 1532.
- 298 Adriaan de Crietsche, proost, Osto van den Berghe, Christoffel van Scorisse, Jan Reverdin en Felix de Heere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Leen de Ryckere, zoon van Simon, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Jan Bernaert, zoon van Simon, van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 30 s. parisis moet uitkeren, losbaar voor 24 lb. parisis en bezet op zijn huis en erf, gelegen buiten de Doornikpoort tussen de huizen en erven van Jan de Winckelare en van Pieter van Overbosch. 28 januari 1533.
- 299 Proosten en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Willem de la Fringhe, zoon van Jan, van Kortrijk aan Jacob van den Bogaerd, zoon van Klaas, en Jacob van den Bogaerde, zoon van Pauwel, "bereckers ende regierders" van het altaar van de Naam Jezus in de Sint-Maartenskerk, de erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 268. 12 maart 1533.
- 300 Proosten en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Willem de la Fringe, zoon van Jan, van Kortrijk aan de "bereckers" en de "regierders" (Jacob van den Bogaerde, zoon van Pauwel, en Jacob van den Bogaerde, zoon van Klaas) van het altaar van de naam Jezus in de Sint-Maartenskerk, ten gunste van genoemd altaar de erfelijke jaarrente van 24 s. parisis heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 188 en 297. 12 maart 1533.
- 301 Adriaan de Critsche, proost, Elooi Quackelbeen, Joos van Winghene, Jan de Clercq en Joos de Roo, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Laris (?) de Backere, zoon van Boudewijn, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Thomas van der Haghe, zoon van Willem, van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 6 b. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op een huis met erf, gelegen op de Stompaardshoek tussen de molenwal van "Tvannekin muelne" en het huis en erf van Katelijne Sbocx. 15 september 1533.
- 302 Proosten en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan de Tolnare aan de Grijze Zusters te Kortrijk de erfelijke jaarrente van 4 lb.? parisis heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 62. Hiervoor zullen de Grijze Zusters jaarlijks op 24 juni een mis laten celebreren in hun kapel voor de lafenis van de gelovige zielen. 30 maart 1534.
- 303 Appolonius van den Berghe en Jan Reverdin, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Pieter Bouckaert, zoon van Jan, uit Kortrijk, aan de grijze Zusters te Kortrijk de erfelijke jaarrente heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 266 en 289. 9 mei 1534.
- 304 Walter van den Casteele, proost, Rogier de Ryckere, Felix de Heere, Andries de Preetere en Jacob de Muelneere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat heer Rogier Crommelin, priester, aan meester Jan van Huerne, priester, een erfelijke jaarrente van 3 lb. 16 s. parisis heeft verkocht, losbaar tegen de penning twintig en bezet op een huis met erf, gelegen op het Sint-Maartenskerkhof tussen het huis met erf genaamd den Aragon en de uitweg van het huis en erf van Jan van der Meersch. Meester Jan van Huerne draagt genoemde rente over aan het koor van de Sint-Maartenskerk. 6 oktober 1535.
- 305 Joos van Winghene en Marc Salomon, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jacob Joossep de erfelijke jaarrente waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 278 en 296 heef overgedragen aan heer Maarten van den Bussche, priester en kapelaan van de Sint-Maartenskerk. 3 augustus 1536.
- 306 /1 Jan van den Berghe, proost, Giselbrecht Crommelin, Jan de Costre, Appolonius van den Berghe en Roeland Cordier, schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Willem van den Berghe, zoon van Pieter, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Pieter van der Beke, zoon van Jan, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op een huis met erf, gelegen in het Wijngaardstraatje tegenover het Grijze Zusterhuis tussen de huizen en erven van Jacob Coelembier en van Willem Braye. 22 augustus 1536.
- 306 /2 Proosten en schepenen van de stad Kortrijk maken bekend dat de erfgenamen van Katelijne Terryns de in de oorkonde van 24-04-1515 (ontleed onder nr. 246 bis), vermelde erfelijke jaarrente overgedragen hebben aan de dienst van het H. Sacrament in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk. 9 december 1536.
- 307 Fragment van een notariële akte, verleden voor (....), notaris , en (....), daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat heer Hendrik Hannoye, pastoor van de Sint-Hilariuskerk te Wevelgem, in een proces gewikkeld was tegen heer Alard Cazier, pastoor van de collegiale Sint-Pieterskerk te Komen, betreffende een rente van 8 lb. groten Vlaams, die aan genoemde Alard jaarlijks diende uitgekeerd te worden op de inkomsten van de pastorie van Wevelgem... 1536.
- 308 Jan van Roesselare, proost, Osto Beert, Rogier Gheys, Jacob de Muelnaere en Jan Buus, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan Kestelier, zoon van Rogier, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Pieter van Daelle, zoon van Pieter, van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 15 s. parisis moet uitkeren, losbaar voor 12 lb. parisis en bezet op een huis en erf, gelegen op Overbeke in de Kanunnikenstraat tussen het huis met erf van de weduwe van Giselbrecht van Welsener en het huis en erf genaamd den Leyaert. 24 juli 1537.
- 309 Jan van Roesselaere, proost, Cornelis van den Berghe, Osto Beert, Elooi Quackelbeen en Jan Buus, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan Kestelier, zoon van Rogier, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan heer Maarten van den Bussche, zoon van Alexander, priester en kapelaan van de Sint-Maartenskerk, een erfelijke jaarrente van 40 s. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen op Overbeke buiten de Kanunnikenpoort tussen het huis en erf van de weduwe van Giselbrecht van Welsene en het huis en erf genaamd de Leyaert. 18 augustus 1537.
596 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 30