Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 523 De baljuw en schepenen van de heerlijkheid van Sint-Jans te Waregem oorkonden dat Jacob Bucquet, zoon van Jan, en zijn echtgenote Jacoba Neerinckx, dochter van Pieter, een behuisde hofstede, groot 2800 roeden en gelegen onder genoemde heerlijkheid, als bijkomende waarborg gegeven hebben voor de erfelijke jaarrente van 5 lb. 14 s. 2 d. groten ten gunste van Petronella Tournoys, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 515. Gedaan voor Jan Naesyns gevolmachtigde van de baljuw, Eustaas Tanghe, Jacob Jaecques en Jan van Houte, schepenen van de heerlijkheid van Sint-Jans. 4 juli 1663.
- 524 Jan Robette, notaris te Kortrijk, maakt bekend dat Nikolaas Eelbo, zoon van heer Joos, in eigen naam en in die van zijn zwager Jan Baptist du Toict, aan de Jezuïeten te Kortrijk de erfelijke jaarrente van 6 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de akten ontleed onder de nrs. 475, 491, 518 en 521. Deze schenking gebeurt in uitvoering van het testament van jonkvrouw Maria du Rieu, weduwe van heer Joos Eelbo. Getuigen: Willem de Boosere, zoon van Michiel, en Steven Beheyt, zoon van Steven, beiden van Kortrijk. 17 juli 1664.
- 525 Heer Jan Baptist van den Broucke, baljuw van de heerlijkheid van Volsberch, heer Pieter van der Ghinst, heer Cornelis van den Berghe, Pieter Goetghebur, zoon van Willem en Adriaen van den Berghe, schepenen ontleed aan de heerlijkheid van Walle bij Kortrijk, oorkonden dat Gillis Serveijs, zoon van Jacob, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 20 s. 4 d. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn hofstede met aanhorigheden, groot 2620 roeden lands en gelegen te Bellegem in verscheidene percelen. 9 maart 1665.
- 526 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan de Coninck, zoon van Jan, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten moet uitkeren, losbaar voor 80 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Wijngaardstraat aan de westkant tussen de huizen van heer en meester Jan de Brune en van Maarten Herveyn. 8 mei 1668.
- 527 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat heer Thomas Bonte, priester en kanunnik van Sint-Salvators te Harelbeke, erkend heeft dat zijn zuster Magdalena Bonte, weduwe van Antoon Omaere, een erfelijke jaarrente van 4 lb. 10 s. groten heeft afgelost die ten gunste van de weduwe van Jan Fournier bezet was op het huis van genoemde Thomas, genaamd den Paeu en gelegen in de Leiestraat tussen de achterpoort van het stadhuis en het huis van de erfgenamen van Boudewijn Stockman. Om zijn zuster te vergoeden bezet heer Thomas te haren gunste een gelijke rente op genoemd huis. 5 september 1668.
- 528 Michiel de Mittenare, plaatsvervangend baljuw, Jan Geijsen, Jan Verhelle en Jan Mitens, schepenen van de parochie en baronie van Heule, oorkonden dat heer Gillis Tsantele, zoon van wijlen Gillis, kapelaan van de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk, aan de dis van Heule twee oude bunders akkergrond geschonken heeft, gelegen te Heule en verpacht aan Gillis Mitens. De dis moet echter aan de Zwarte Zusters te Kortrijk een erfelijke en onlosbare jaarrente van 15 lb. parisis uitkeren en aan het Onze-Lieve-Vrouwaltaar in de kerk van Heule een gelijkaardige jaarrente van 6 lb. parisis. Zowel in het Zwarte Zusterhuis als aan het Onze-Lieve-Vrouwaltaar in de kerk van Heule zullen na het overlijden van heer Gillis Tsantele diensten gedaan worden voor zijn zielenrust. 12 oktober 1668.
- 529 Juliaan de heult, gevolmachtigde van heer Laurent van den Burie, baljuw, Jan Baptist Steyt en Jan de Cocq, schepenen van het graafschap van Zwevegem, meester Daniel Delft en Jan van den Berghe, schepenen van de heerlijkheid van Soets, oorkonden dat Joos van Neste, zoon van Joos, van Zwevegem erkend heeft dat hij aan het Klooster van de Grijze Zusters te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 3 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een hofstede, groot 2600 roeden en gehouden van het graafschap van Zwevegem en de heerlijkheid van Soets (al. Zoets). 4 maart 1669.
- 530 Michiel de Myttenare, plaatsvervangend baljuw, Pieter Claerbaut en Jan Verhelle, burgemeester en schepenen (sic) van de baronie, parochie en heerlijkheid van Heule, oorkonden dat meester Johannes Vermeulen, pastoor van Heule, in naam van de dis de twee oude bunders akkergrond die door wijlen heer Gillis Tsantele, (+ 1 februari1670) aan genoemde dis geschonken werden, als waarborg gegeven heeft voor de uitbetaling van de jaarrente van 15 lb. parisis door de dis van Heule aan de Zwarte Zusters van Kortrijk (zie oorkonde van 12-10-1668, ontleed onder nr. 528). 13 mei 1670.
- 531 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Marijn Descheemaeckere, zoon van Gillis, en zijn echtgenote Johanna Nobbe, dochter van Jacob, aan de kerkfabriek van Sint-Maartens, vertegenwoordigd door heer Pieter Wouters, de erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis waarvan sprake in de oorkonden ontleed onder de nrs. 301, 391, 424 en 432, hebben overgedragen. 31 januari 1673.
- 532 Paus Clemens X verleent aan de Broederschap van de H. Barbara, maagd en martelartes, in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk onder bepaalde voorwaarden verscheidene aflaten. 29 mei 1673.
- 533 Schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Willem Blondeel, zoon van Willem, erkend heeft dat hij aan het klooster van de Grijze Zusters te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 5 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op een huis met erf, gelegen op de hoek van Wijngaardstraat en Nieuwstraat, tegenover het Sion-klooster. 18 juni 1675.
- 534 De schepenen van de stad Kortrijk verhogen de rechten van de Sint-Maartenskerk op de inkomsten die voortvloeien uit de begrafenissen. 24 december 1675.
- 535 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Willem Blondeel, zoon van Willem, erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Katarina Riet, meesteres van het Begijnhof, een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op zijn twee huizen en erven, gelegen in de wijk van de Croone aan de westkant van de Nieuwstraat tussen de huizen van Jan Vercruijce, zoon van Jan en van de weduwe van Joos de Rijckere. Na het overlijden van jonkvrouw Katarina Riet zal de rente overgaan op de Sint-Maartenskerk. 5 juli 1677.
- 536 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob Sandereijns, zoon van Jacob, erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Katarina Riet, begijn te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning twintig en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Onze-Lieve-Vrouwestraat aan de zuidkant tussen de huizen van genoemde Jacob Sandereijns en van de erfgenamen van Frans van Robaix. 28 mei 1677.
- 537 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat jonkvrouw Petronella Tournoijs, dochter van Guido, verscheidene erfelijke jaarrenten heeft overgedragen aan haar nicht Katarina Bucquet, dochter van Jacob, om deze laatste in de mogelijkheid te stellen in het begijnhof te treden. 5 juni 1677.
- 538 Bekendmaking dat alle offerblokken in de Sint-Maartenskerk voortaan twee sleutels zullen hebben waarvan ene in het bezit van de generale kerkmeester en de andere van de deken van de neringen en broederschappen waaraan de offerblok toebehoort. Van de opbrengst van de offerblokken krijgt de kerk 1/3, de nering of broederschap 2/3. 11 juni 1677.
- 539 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan en Maria Croy, kinderen van Joos, aan Nikolaas Toebat, zoon van Adriaan, een huis met erf verkocht hebben, gelegen op het Boerenkerkhof op Overbeke tussen de huizen van de weduwe van Jacob Marren en van de grijze Zusters van Kortrijk. Dit huis is belast met een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis ten gunste van Elizabeth Scherrelinck en losbaar voor 20 lb. groten. 25 mei 1678.
- 540 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Margareta van de Putte, dochter van Joos, aan de Grijze Zusters te Kortrijk, vertegenwoordigd door zuster-overste Maria Blondeel, de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 507. 20 augustus 1678.
- 541 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat jonkvrouw Johanna Bulteel, weduwe van heer Jan van der Ghinst, en medegerechtigden in uitvoering van het testament van wijlen heer Frans Bulteel erkend hebben dat zij aan de Grijze Zusters te Kortrijk een onlosbare jaarrente van 24 s. parisis moeten uitkeren, bezet op een huis met erf, gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen van meester Olivier Hovaere en van Cornelia de Crudenaere. 15 december 1678.
- 542 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob Coopman, zoon van Walter, inwoner van Oekene, erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Katarina Bucquet, dochter van Jacob, begijn te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. 22 januari 1680.
113 gevonden, 81 t/m 100 getoond, pagina 5 van 6