Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 483 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maaike van Corselis, weduwe van Willem van Neste, aan de Grijze Zusters een erfelijke jaarrente van 5 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 464. 30 maart 1627.
- 484 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maaike van Corselis, weduwe van Willem van Neste, aan de Grijze Zusters de erfelijke jaarrente van 5 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 464. 30 april 1627.
- 485 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan Nys, zoon van Anthonis, de erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 482, overgedragen heeft aan het koor van de Sint-Maartenskerk voor het vieren van het jaargetijde van Maria van Wyckhuuse, tweede echtgenote van Olivier van Steenkiste de oude. 7 juli 1627.
- 486 Paus Urbanus VIII bevestigt de in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk bestaande Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Smarten en verleent aan de leden ervan verscheidene aflaten, met het nakomen van bepaalde voorwaarden. 31 januari 1628.
- 487 Filips Rohart, plaatsvervanger van de baljuw, Rogier van den Berghe, Jan Verrijst, Joris Roose en Daniel Catulle, gezworenen en schepenen van het Hoge Hof en de heerlijkheid van Helkijn, Sint-Denijs, Bossuit, enz. oorkonden dat Olivier de Boschere, zoon van Arnoud, gehuisvest te Zwevegem, aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 10 lb. 15 s. Vlaams heeft verkocht, losbaar tegen de penning zestien en bezet op het huis dat hij bewoont te Zwevegem, groot ongeveer 800 roeden lands. 23 mei 1628.
- 488 Zeger van der Faille, baljuw en wettelijk maner, Pieter de Backere, burgemeester, Willem Gryspeert en Jan de Hooghe, schepenen van vrouwe Maria de Hessele, douairière van Lendelede, vrouwe van Muelewalle, enz. voor genoemde heerlijkheid van Muelewalle, oorkonden dat Michiel van Torre, gehuisvest te Lendelede onder de voornoemde heerlijkheid, erkend heeft dat hij aan jonkheer Willem Damas, zoon van jonkheer Joris, een erfelijke jaarrente van 2 lb. 10 s. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een behuisde hofstede, groot 1000 roeden, en op een perceel land van 600 roeden, gehouden van de heerlijkheid van Muelewalle. 24 november 1628.
- 489 Bekendmaking door Jeroom Bulteel, zoon van Pieter, van Sint-Denijs erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 9 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn hoeve met aanhorigheden, groot 1708 roeden en gelegen onder de heerlijkheid van Balginghe te Sint-Denijs. Aanwezig: Jan Vergote, baljuw, Daniel Tanghe, Jan van den Broucke, Willem Rembrecht, Anthonis Tseynhave, Jan Schrreet (?) en Cornelis van den Berghe, zoon van Walter, schepenen van de heerlijkheid van Balginghe. 11 oktober 1629.
- 490 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Adriaan de la Ruelle, zoon van Christiaan, van Kortrijk aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 30 lb. parisis heeft overgedragen, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen buiten de Rijselpoort. 18 maart 1630.
- 491 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dan Robrecht Riet, zoon van Robrecht, aan Pierintke Tornois, dochter van Guido, de erfelijke jaarrente van 6 lb. groten heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 475. 16 mei 1630.
- 492 Jan Snellaerdt, gevolmachtigde van baljuw Jan Gheeraert, Michiel van Gheluwe, Frans Crop, Joos van den Burie en Michiel de Ghezelle, schepenen van de heerlijkheid van Zwijnvoorde, oorkonden dat Pieter de Munck, zoon van Vincent, van Deerlijk erkend heeft dat hij aan de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Smarten gezeid Waaienberg, gelegen te Kortrijk buiten de Rijselpoort, een erfelijke jaarrente van 30 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn hofstede met aanhorigheden, groot ongeveer 3700 lands en gelegen te Deerlijk onder de heerlijkheid van Zwijnvoorde. 11 juni 1631.
- 493 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat heer en meester Jacob de Huevele, pastoor van Wakken, en heer Jan de Groote, echtgenoot van jonkvrouw Johanna de Heuvele, in hun eigen naam en in die van hun zuster en schoonzuster jonkvrouw Maria van Heuvel, als erfgenamen van jonkvrouw Maria van den Walle, weduwe van heer Joos de Heuvel, erkend hebben dat zij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moeten uitkeren, die onlosbaar is en bezet op hun huis en erf, gelegen in de Onze-Lieve-Vrouwestraat tussen de huizen en erven van meester Robrecht Tsoen en van de kinderen van Abraham van den Straete. 12 september 1631.
- 494 Baljuw en schepenen van de parochie en heerlijkheid van Deerlijk oorkonden dat Jan van Dijcke, zoon van Jan en zijn echtgenote Katelijne de Hulst, dochter van Laurentius, gehuisvest te Deerlijk, erkend hebben dat zij aan het koor van de Sint- Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moeten betalen, losbaar tegen de penning twintig en bezet op een hofstede met aanhorigheden, gelegen onder de heerlijkheid van Deerlijk en groot 500 lands. Aanwezig: Christiaan Kethele, baljuw, Jan Waelckens, Jacob Lombaerde, Pieter de Meestere en Jan Tacq, schepenen van de parochie en heerlijkheid van Deerlijk. 26 januari 1632.
- 495 Burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk erkennen dat zij aan Sint-Maartens, vertegenwoordigd door kerkmeester Michiel Caseyn, een erfelijke jaarrente van 42 gulden moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien wegens een som van 642 gulden , door de stad ontleend aan de kerkfabriek. 7 oktober 1634.
- 496 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat heer en meester Jan de Stul, doctor in de medicijnen, voogd van Walter Simoens, zoon van Joos en Walters zuster Jacoba, non in het Grijze Zusterhuis, aan Christiaan Terryn, zoon van Jan, een huis met erf verkocht hebben gelegen in de wijk van Overbeke in de Lambrechtstraat, tussen de huizen van Joos Steur en van Jan van den Ghinste. De koper zal een erfelijke jaarrente van 7 lb. groten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. 2 augustus 1636.
- 497 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij aan heer en meester Willem van den Casteele, priester en kapelaan (van de Sint-Maartenskerk), 160 lb. groten ontvangen hebben en hem daarvoor een erfelijke jaarrente van 10 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. 10 december 1637.
- 498 De burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij van de Grijze Zusters 160 lb. groten Vlaams ontvangen hebben waarvoor zij aan het klooster een erfelijke jaarrente van 10 lb. groten Vlaams moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. 15 januari 1638.
- 499 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan van Neste, zoon va Jan, gehuisvest buiten de Bissegempoort te Kortrijk, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 40 lb. 16 s. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen in de wijk buiten de Rijselpoort tussen de huizen en erven van de weduwe van Zeger Scherrelynck en van Leon Verfaille. 29 mei 1638.
- 500 Bekendmaking dat voor Willem Bottens, baljuw, Jan Vuilsteke, Steven de Smet, Joos Maertens en Pieter de Muellenare, schepenen van de parochie en heerlijkheid van Moorsele, Jan de Bruinne de oude en zijn echtgenote Johanna van Hee erkend hebben dat zij aan heer en meester Jan de Menele, priester en kapelaan in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar voor 96 lb. parisis en bezet op 500 roeden land, gelegen binnen de heerlijkheid van Moorsele. 12 juli 1638.
- 501 De burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij van Magdalena Hellebuyck, zuster-overste van de Grijze Zusters, 96 lb. groten Vlaams ontvangen hebben en verbinden zich ertoe uit hoofde van die lening aan genoemd klooster een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten Vlaams uit te keren, losbaar tegen de penning zestien. 9 december 1639.
- 502 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan Braije, zoon van Christaan, voogd van Nikolaas en Katelijne Blocke, kinderen van Nikolaas, erkend heeft dat hij aan de kapel van de Waaienberg, gelegen buiten de stad in de Rijselse wijk, een erfelijke en onlosbare jaarrente van 40 s. parisis moet uitkeren, bezet op een huis en erf, eigendom van genoemde kinderen en gelegen in de Rijselse wijk naast het huis en erf van de keizer. 28 januari 1640.
113 gevonden, 41 t/m 60 getoond, pagina 3 van 6