Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 471 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Pieter Hassaert en Frans de Cruenaere, voogden van de kinderen van Melchior Hasert, aan het koor van de Sint-Maartenskerk de erfelijke jaarrente van 8 lb. parisis hebben overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 453. 22 juni 1620.
- 472 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jacob van Steenhuuse, zoon van Joos, erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 18 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 24 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke bij het Boerenkerkhof. 16 september 1620.
- 473 Adriaan van den Berghe, baljuw, heer Jan van den Berghe, Andries van der Schuere, Pieter van der Brugghe en Lodewijk Remuerse, leenmannen van het oude hof van Bellegem, oorkonden dat Willem van den Broucke, zoon van Rogier, van Bellegem erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 8 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn twee lenen, zijnde te samen een hoeve, groot 4 bunders 604 roeden, gelegen te Bellegem en gehouden van het oude Hof van Bellegem. 21 mei 1622.
- 474 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonde dat Filips van der Mersch, zoon van Osto, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan heer Jacob Bouchout, eveneens van Kortrijk, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke in de Cortebliestraete, tussen de huizen en erven van Arnoud Goetghebuer en van Jan Leene. 23 mei 1622.
- 475 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Guido Tournois, zoon van Nikolaas, erkend heeft dat hij aan Robrecht Riedt, zoon van Robrecht, een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn huis met erf, gelegen in de Korte Steenstraat tussen de huizen en erven van David Inghelram en van Steven Neerinck. 20 augustus 1622.
- 476 J. Bouchout, openbaar notaris, maakt bekend dat Jacob Boot, zoon van Jan, van Kortrijk aan de Grijze Zusters, vertegenwoordigd door zuster-overste Marie Pancoucke, de erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 463. Getuigen: Jacob Quaetackere en Goris Obrecht, beiden van Kortrijk. 1 september 1622.
- 477 Anthonis Maelfaict, baljuw en wettelijk maner, Gerard Vercruyse, Gerard du Prez, Jan de Hondt en Gillis van den Berghe, schepenen van de heerlijkheid van Mortagne, oorkonden dat Jan Matieu, zoon van Pieter, van Bellegem en zijn echtgenote Maria Havick, dochter van Joos, erkend hebben dat zij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk, vertegenwoordigd door heer Willem van Daele, ontvanger, een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moeten uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 400 roeden bebouwd land, gelegen te Bellegem, waarvan er 200 behoren aan Joos Havick, zoon van Joos. 9 januari 1623.
- 478 Maximiliaan II Villain van Gent, bisschop van Doornik, geeft opdracht aan Mattheus ab Ypra, licentiaat in de theologie, deken van de Christenheid van Kortrijk, Katarina Caijfier, die wenst in het klooster te treden bij de Grijze Zusters te Kortrijk, te ondervragen en, indien zij aan de vereisten voldoet, te doen opnemen in genoemd klooster. 1 juni 1623.
- 479 Jacob de Coninck, gevolmachtigde van de baljuw Jacob Pontfort, Willem de Boosere, Passchier Lammeleyn, Jan de Poortere en Jan Snellaert, schepenen van de heerlijkheid van Hoog Montoije, oorkonden dat Pieter van den Velde, zoon van Willem, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan heer Willem van den Broucke, zoon van Jacob, eveneens van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 2 lb. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op 1400 en 1900 roeden lands, gelegen in de parochie van Kortrijk en gehouden van de heerlijkheid van Hoog Montoije. 15 juli 1624.
- 480 Notariële akte verleden voor Ferdinand van der Schuere, notaris, meester Jacob de Hurtere, pastoor van de Sint-Maartenskerk, licentiaat in de Godgeleerdheid, en meester Rogier Vertiert, kapelaan in genoemde kerk, daartoe geroepen getuigen, waarbij bekend gemaakt wordt dat jonkvrouw Agnes de Muelnare, dochter van Lucas, begijn te Kortrijk, aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 6 lb. groten heeft geschonken, losbaar tegen de penning zestien en bezet op het huis en de brouwerij van Joos van den Brande, gelegen op Overleie op de Kring. Verder schenkt zij aan de person die belast is met de zorg voor het altaar van het H. Kruis een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis, losbaar tegen de penning 16 en bezet op 200 roeden lands moestuin. 13 juni 1625.
- 481 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Ferdinand Basta, edelman, graaf van Hust, heer van Zulte, enz., uitvoerder van het testament van heer Walter van der Gracht, heer van Maalstede, Vlierden, enz., een erfelijke jaarrente van 4 lb. groten heeft geschonken aan het koor van de Sint-Maartenskerk, bezet op een huis met erf, gelegen in de Doornikstraat tussen de huizen en erven van heer Jan van den Berghe en van Pieter Lammertyn, zoon van Willem, dit voor het vieren van de jaargetijden van wijlen heer Walter van der Gracht, ridder, heer van maalstede, vader en van wijlen vrouwe Isabella van Vlierden, moeder van genoemde Walter van der Gracht en van hun dochter wijlen jonkvrouw Anna van der Gracht. 13 december 1625.
- 482 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan van der Muelen, zoon van Daniel, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Jan Nys, zoon van Anthonis, eveneens van Kortrijk een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen in de Brugstraat tussen de huizen en erven van Jan Defoort en van Willem van den Berghe. 21 maart 1626.
- 483 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maaike van Corselis, weduwe van Willem van Neste, aan de Grijze Zusters een erfelijke jaarrente van 5 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 464. 30 maart 1627.
- 484 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Maaike van Corselis, weduwe van Willem van Neste, aan de Grijze Zusters de erfelijke jaarrente van 5 lb. groten heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 464. 30 april 1627.
- 485 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Jan Nys, zoon van Anthonis, de erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 482, overgedragen heeft aan het koor van de Sint-Maartenskerk voor het vieren van het jaargetijde van Maria van Wyckhuuse, tweede echtgenote van Olivier van Steenkiste de oude. 7 juli 1627.
- 486 Paus Urbanus VIII bevestigt de in de Sint-Maartenskerk te Kortrijk bestaande Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Smarten en verleent aan de leden ervan verscheidene aflaten, met het nakomen van bepaalde voorwaarden. 31 januari 1628.
- 487 Filips Rohart, plaatsvervanger van de baljuw, Rogier van den Berghe, Jan Verrijst, Joris Roose en Daniel Catulle, gezworenen en schepenen van het Hoge Hof en de heerlijkheid van Helkijn, Sint-Denijs, Bossuit, enz. oorkonden dat Olivier de Boschere, zoon van Arnoud, gehuisvest te Zwevegem, aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 10 lb. 15 s. Vlaams heeft verkocht, losbaar tegen de penning zestien en bezet op het huis dat hij bewoont te Zwevegem, groot ongeveer 800 roeden lands. 23 mei 1628.
- 488 Zeger van der Faille, baljuw en wettelijk maner, Pieter de Backere, burgemeester, Willem Gryspeert en Jan de Hooghe, schepenen van vrouwe Maria de Hessele, douairière van Lendelede, vrouwe van Muelewalle, enz. voor genoemde heerlijkheid van Muelewalle, oorkonden dat Michiel van Torre, gehuisvest te Lendelede onder de voornoemde heerlijkheid, erkend heeft dat hij aan jonkheer Willem Damas, zoon van jonkheer Joris, een erfelijke jaarrente van 2 lb. 10 s. groten moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een behuisde hofstede, groot 1000 roeden, en op een perceel land van 600 roeden, gehouden van de heerlijkheid van Muelewalle. 24 november 1628.
- 489 Bekendmaking door Jeroom Bulteel, zoon van Pieter, van Sint-Denijs erkend heeft dat hij aan het koor van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk een erfelijke jaarrente van 9 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien en bezet op zijn hoeve met aanhorigheden, groot 1708 roeden en gelegen onder de heerlijkheid van Balginghe te Sint-Denijs. Aanwezig: Jan Vergote, baljuw, Daniel Tanghe, Jan van den Broucke, Willem Rembrecht, Anthonis Tseynhave, Jan Schrreet (?) en Cornelis van den Berghe, zoon van Walter, schepenen van de heerlijkheid van Balginghe. 11 oktober 1629.
- 490 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Adriaan de la Ruelle, zoon van Christiaan, van Kortrijk aan het koor van de Sint-Maartenskerk een erfelijke jaarrente van 30 lb. parisis heeft overgedragen, losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen buiten de Rijselpoort. 18 maart 1630.
596 gevonden, 221 t/m 240 getoond, pagina 12 van 30