U bent één van de velen die geïnteresseerd zijn in hun familiegeschiedenis. Hier trachten wij u in een notendop duidelijk te maken hoe u in het Rijksarchief naar uw voorouders kan speuren.
Welke bronnen?
tot ca. 1900 : familiepapieren en uittreksels
Bij het opstellen van een genealogie begint men met de eigen persoonsgegevens om nadien op te klimmen naar de ouders, de grootouders, de overgrootouders, de betovergrootouders, enz. Omwille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn de gegevens van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters die geen honderd jaar oud zijn, niet openbaar. De eerste honderd jaar moet u zelf overbruggen aan de hand van familiepapieren, trouwboekjes, doodsbrieven, bidprentjes, grafschriften, mondelinge familieoverlevering, enz… . U kan ook bij de Burgerlijke stand om een uittreksel vragen.
van 1795/1805 tot ca. 1900 : burgerlijke stand en bevolkingsregisters
De registers van de burgerlijke stand worden bijgehouden door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente. Zij bevatten in chronologische orde de akten van geboorte, huwelijk en overlijden. Meestal zijn zij in aparte series per soort samengebracht. Soms werden de akten door elkaar geregistreerd. De registers worden in tweevoud opgemaakt. Eén exemplaar blijft in de gemeente. Het andere gaat naar de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en wordt na 100 jaar naar het Rijksarchief overgebracht. Voor steden beginnen de gemicrofilmde registers van de burgerlijke stand omstreeks 1795/1799, voor de meeste plattelandsgemeenten pas vanaf 1802. De serie die op de gemeentehuizen wordt bewaard, vangt vaak enkele jaren eerder aan dan deze die van de rechtbank afkomstig is. Op de akten van de burgerlijke stand worden jaarlijks alfabetische indexen gemaakt, die vervolgens in de griffie van de rechtbank worden verwerkt tot de zgn. tienjaarlijkse tafels (1796-1802, 1803-1812, ... 1843-1850, 1851-1860, 1861-1870, enz.). Soms zijn die tafels niet strikt alfabetisch maar worden de namen enkel op de eerste letter van de familienaam gealfabetiseerd en chronologisch gerangschikt. Voor een grote stad kan één letter al vlug vele tientallen bladzijden beslaan. Een aantal van deze tafels is tot 1870 in fotokopievorm fotokopie beschikbaar; voor de periode 1871-1890/1900 kunnen ze uitsluitend op microfilm geraadpleegd worden. Naast de eigenlijke akten werden in de 19de eeuw ook bijlagen bij de huwelijksakten opgesteld. Zij dragen hetzelfde volgnummer als de huwelijksakte. Hierin vindt u uittreksels van de geboorteakten van bruid en bruidegom, van overlijdensakten van hun ouders of van een vroegere echtgenoot/echtgenote, getuigschriften over de militaire dienst, akten van toestemming voor het huwelijk of attesten van afgeleverde huwelijkscontracten. Voor de meeste gemeenten bezitten wij deze bijlagen op microfilm vanaf de Hollandse Tijd. Voor de steden beginnen ze reeds in de Franse Tijd. De serie huwelijksafkondigingen (of publicaties) kan nuttig zijn om de plaats van het huwelijk op te sporen wanneer die niet samenvalt met de woonplaats van één van de partners. Voor de 19° eeuw kan men behalve de registers van de burgerlijke stand ook de bevolkingsregisters raadplegen. Per gemeente werden vanaf 1846 — in grotere gemeenten zelfs vanaf de Franse Tijd — ongeveer om de tien jaar volkstellingen gehouden. De resultaten werden ingeschreven in een bevolkingsregister dat gedurende de tien daarop volgende jaren werd bijgewerkt. Per wijk en straat werden alle gezinsleden en het inwonend personeel genoteerd met naam, geboorteplaats en -datum, burgerlijke staat en verwantschap, beroep, enz. Bij een bevolkingsregister hoort een namenregister zodat u de personen gemakkelijk kunt terugvinden. Hoewel niet alle bevolkingsregisters met evenveel zorg werden bijgehouden, vormen ze toch een unieke bron. Voor de meeste gemeenten beschikken wij eveneens over de volkstelling van het jaar IV (1796), te raadplegen op microfilm. Wegens de sterke slijtage als gevolg van veelvuldige raadpleging kunnen deze akten niet langer in origineel geraadpleegd worden. Ze worden uitsluitend onder microfilmvorm beschikbaar gesteld.
vóór ca. 1800 : parochieregisters
Eenmaal de kaap van 1796 voorbij, moet u overstappen op de parochieregisters, in Nederland correcter de doop , trouw- en begraafboeken (DTB's) genoemd. In de regel werden dopen, huwelijken en begrafenissen door de pastoor in afzonderlijke registers ingeschreven. De meeste vangen pas aan tussen 1610 en 1630 en eindigen meestal tussen 1796 en ca. 1800. Hou er rekening mee dat vaak de datum van het doopsel of de begrafenis en niet de datum van geboorte of het overlijden vermeld worden. Op de parochieregisters zijn in de tweede helft van de 19de eeuw per gemeente alfabetische toegangen gemaakt. Deze klappers zijn gerangschikt op de familienaam. Zij verwijzen meestal naar een datum en een bladzijde of een volgnummer in het oorspronkelijke register. Sommige geven meer gegevens, zoals de naam van de vader en de moeder in de doopakte. De schaduwzijde is dat er nogal veel niet-geïdentificeerde namen in voorkomen. De laatste jaren werden door vele vrijwilligers nieuwe, meer gedetailleerde klappers opgesteld, waarin voor de dopen bijvoorbeeld ook de kinderen per gezin zijn gerangschikt. Noch de parochieregisters, noch de klappers uit de 19de eeuw kan u in origineel raadplegen. Van een aantal parochieregisters en van de meeste klappers zijn er behalve microfilms ook fotokopieën beschikbaar. De klappers op de parochieregisters van de voormalige provincie Brabant (bijna volledig) en van de provincies Luxemburg, Namen en West-Vlaanderen (gedeeltelijk) werden door het Rijksarchief in beperkte oplage uitgegeven. Zij kunnen bij de leeszaalverantwoordelijke aangevraagd worden.
Hoe zoekt u een akte op?
Doordat alle indexen op parochieregisters en burgerlijke stand per gemeente werden opgemaakt, dient u te weten in welke parochie of gemeente de akte werd geregistreerd. Weet u dat niet dan kan u nagaan waar de gezochte naam nog voorkwam in de Totaalindex van familienamen voorkomende in klappers van parochieregisters van het Ancien Regime van het VVF. (opgemaakt per arrondissement). Als u een naam niet dadelijk kan terugvinden, moet u er rekening mee houden dat de schrijfwijze van de familienamen vóór de invoering van de Burgerlijke Stand niet vastlag en de naam vaak zuiver fonetisch geschreven werd. Dat de familienaam in de doopakten van acht kinderen uit een zelfde gezin soms op zes verschillende manieren geschreven wordt, is geen uitzondering. Wanneer U een naam in een bepaalde gemeente niet terugvindt, denk er dan aan dat vanaf 1796 nogal wat gemeenten werden samengevoegd of gesplitst en dat gemeentegrenzen werden gewijzigd. In de klapper of tienjaarlijkse tafel van de betrokken parochie of gemeente zoekt u de datum en/of het volgnummer op van de akte en vervolgens zoekt u in het aangegeven register de akte op. Met de hierin gevonden namen en data gaat u weer terug naar de klappers en tienjaarlijkse tafels en zo verder tot u bij de oudste voorouders is aanbeland. Bepaalde akten bevatten meer informatie dan strikt noodzakelijk is voor uw stamreeks. Noteer bij elke akte de herkomst: filmnummer, jaartal van de akte en aktenummer. Schrijf meteen ook beroep, leeftijd, plaats van herkomst, namen van peter en meter of van getuigen op.
Van stamboom naar familiegeschiedenis
Het opstellen van een kwartierstaat vormt slechts het begin van het genealogisch onderzoek. De namen en data die werden gevonden vormen slechts een raamwerk. Van vele individuen die in Uw kwartierstaat voorkomen is het mogelijk om een kleine biografie samen te stellen. Hiervoor is u echter op andere bronnen aangewezen. Ook deze zijn ten dele verfilmd en in zelfbediening beschikbaar. Een overzicht van de verfilmde bronnen vindt u in de indexen in de tweede leeszaal. De meeste van deze bronnen dienen evenwel in origineel in de documentenleeszaal te worden geraadpleegd. Om deze niet-verfilmde archiefbescheiden op te zoeken raadpleegt U de inventarissen. De folder ‘Originele Archieven’ legt uit hoe dat moet. Bijzonder interessante bronnen zijn de series protocollen van schepenen en van notarissen, waarin overeenkomsten tussen personen worden vastgelegd: verpachtingen en verhuringen, verkopen, leningen en borgstellingen, huwelijkscontracten, enz.. Heel wat daarvan zijn verfilmd. Tot de interessantste secundaire genealogische bronnen voor de 17de en 18de eeuw horen de inventarissen na overlijden (de staten van goed) en de wezenrekeningen, de volkstellingen uit 1693, 1709, 1747, 1755 en 1796, de belastingkohieren, de leen- en cijnsregisters (in de oude gemeentearchieven), de borgbrieven, alle rekeningen van kerken, armentafels en gemeenten (kerkarchieven, oude gemeentearchieven) en verder in alle processen gevoerd voor de schepenbank. Voor de 19de- en 20ste-eeuwse familiegeschiedenis zijn behalve de reeds vermelde huwelijksbijlagen in de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters nog interessant: militielijsten (niet verfilmd, provinciearchief), akten van de familieraad in het vredegerecht, erfenisaangiften, oude almanakken en adresboeken (in bibliotheken), doodsbrieven en bidprentjes, belastingkohieren zoals die voor de patentbelasting (in hedendaagse gemeentearchieven), enz.
Hoe kan u zich best voorbereiden?
Het is mogelijk dat er reeds een genealogie bestaat waarin uw familie geheel of gedeeltelijk voorkomt. Dit kan u natrekken bij LEENAERTS R., Algemeen genealogisch-heraldisch repertorium voor de Zuidelijke Nederlanden. Ook genealogische verenigingen leggen lijsten aan van bestaande genealogieën. Zij leveren werkformulieren en verschaffen advies over bruikbare computerprogramma's. Een overzicht van alle verenigingen vindt u in het Vademecum genealogicae et heraldicae belgicae. U kan zich ook wenden tot de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (VVF).
Meer informatie vindt u in ...
— ROELSTRAETE J., Handleiding voor genealogisch onderzoek in Vlaanderen, Roeselare, 1998.
— VAN VLIET A.P. e.a., Brabanders gezocht. Gids voor stamboomonderzoek in Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch, 1995.
— PAMA C., Heraldiek en genealogie. Een encyclopedisch Vademecum (Prisma Boeken; 1390), Utrecht, 1969.