(Gillis de Kersmakere en Jan Neve, mannen van de hertog van Bourgondië, alsook Andries van Gremberghe en Willem de Witte, schepenen in Kemzeke, maken bekend dat Jan Roose Pietersz. kwam verklaren dat hij Boudelo 40 lb. gr. fl. verschuldigd was wegens aankoop van een levenslange provende in Boudelo. Die schuld wordt bezet op gronden in Kemzeke (2 1/2 gemeten leen, gehouden van Mark van Steenlant in zijn hof te Puivelde (ten oosten: Willem van Pottelsberghe alias Claeys over 's heeren straat; ten zuiden: Jan Roose zelf; ten westen: het leen van Pauwels van Gremberghen; ten noorden: 's graven straat); 450 roeden (waarop de hofstede van Jan Roose); 100 roeden land (ten oosten en ten noorden: Willem de Witte; ten zuiden en ten westen: Martyn Borchgraaf)), alsook op een erfrente van 4 s. gr. fl., bezet op 1/2 bunder land in Kemzeke, op de brantackere (ten oosten: Pieter Fyerin; ten noorden en ten westen: Jan Bruneels Gillisz.; ten zuiden: Lauwer Roose en Jan Bruneels) en op een erfrente van 2 s. gr. fl., bezet op 200 roeden land in Stekene, op de borremt (ten oosten: 's heeren straat; ten westen en ten zuiden: Lysbette Dueryncx; ten noorden: Hendrik Pieters). Jan Roose schonk Boudelo eveneens al het groeiend hout, zowel hard als zacht, op al die gronden. Als bewijs van zijn vrij handelen, betoogt Jan Roose reeds 12 jaren zinnens te zijn in Roudelo te leven en te sterven. Zegelaankondiging: de oorkonders (met eigen zegel). A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1544-1545, onder koptitel "Kemzeke", naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 9, ff. 10r°-11v°.)
Instruction pour la commande [ dépôt - inventaire - élément ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
975
Précédent (nr. 974)
|
Suivant (nr. 976)