Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 71, De burgemeester en schepenen van Oosterzele, geïntimeerden. De abt van Ename en de abdis van Vurste, geestelijke tiendheffers te Oosterzele, appellanten. Inv. nr. 970, f.449-474. 27 november 1700. Beroep uit Vlaanderen. Zijn de geestelijke tiendheffers van Oosterzele verplicht om, gezien het groot aantal parochianen, een onderpastoor aan te stellen en hem van een jaarlijkse toelage te voorzien?. Op 17 juni 1692 beveelt de Raad van Vlaanderen - nadat verschillende pogingen om beide partijen tot een overeenkomst te brengen hebben gefaald - de tiendheffers om voorlopig een toelage van 36 pond per jaar te voorzien voor een onderpastoor. De Raad van Vlaanderen veroordeelt hen tot de proceskosten. De Grote Raad hervormt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en verklaart dat de tiendheffers niet verplicht zijn om een onderpastoor te voorzien en daarvoor een toelage te betalen. De Grote Raad geeft de geïntimeerden wel het recht om een afzonderlijk proces tegen hun pastoor te beginnen. Daarmee komt ook een einde aan een eerder different voor de Raad van Vlaanderen tussen de tiendheffers en de pastoor, geëvoceerd naar de Grote Raad op 7 mei 1695. De Grote Raad veroordeelt de geïntimeerden tot de boete van rekest civiel en tot de proceskosten. De pastoor van Oosterzele wordt veroordeeld tot de proceskosten van het different.
Instruction pour la commande [ dépôt - inventaire - élément ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
71