Inventaris Oud Stadsarchief Kortrijk (OSAK)
- 12197 Proces tussen Joannes Verheecke in Izegem, eiser, en Jacobus Maes in Aalbeke, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk, in buitengewone kamer. Onderwerp: gevangenzetting in de gevangenis van Kortrijk van de eiser op verzoek van de verweerder tot betaling van 8 lb. gr. courant geld voor gedaan labeur. Eis tot betaling van alimentatiegeld. 1751.
- 12220 Verzoek aan de keizer vanwege Jaecques de Scheemaecker en Marie Verkest in Kortrijk om genade te bekomen voor hun zoon Augustin, die door burgemeester en schepenen van Kortrijk, veroordeeld werd tot 8 jaar gevangenis in het provinciaal correctiehuis in Gent omdat hij op 27 juni 1784 in dronken toestand in de herberg "la Nouvelle Baguette" buiten de Doornikpoort in Kortrijk, Felicite Josephe Deguijffroij, dienstmeid in de genoemd herberg, aangerand heeft, met een positief advies van burgemeester en schepenen. 1786.
- 11388 Proces tussen Francois de Vis, cipier van de stadsgevangenis, eiser, en Jacques van Steenkiste fs. Jan Baptist, later zijn zus Joanne Therese, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in vierschaar. Onderwerp: de verweerder zit in de gevangenis wegens een schuld ten opzichte van procureur Christiaen vande Putte, te betalen volgens een vonnis van de Raad van Vlaanderen van 17 april 1710. 1724-1725.
- 11490 Proces tussen Anthone Meys, procureur voor schepenen van de Gentse Keure, eiser, en Jacobus vander Cruuce, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: arrestatie van de eiser op verzoek van Marie vander Cruuce, weduwe van Pieter vander Sarre, en van haar broer Jacobus vander Cruuce, verweerders. Laatstgenoemde zit in de gevangenis in Kortrijk wegens schulden door achterstallige pacht van de grafelijke banmolen in Harelbeke. Beiden hebben financiële aanspraken ten opzichte van de eiser in betrekking met de erfenis van Margriete Nauwynck fs. Pieter, gestorven te Menen op 2 juli 1677, echtgenote van Pieter vander Cruucen, hun vader en vader van Susanne echtgenote van de eiser. 1701-1702.
- 12247 Proces tussen Francois Kesteloot, eiser van kosten, schaden en intresten en Joos van Daele, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk, in buitengewone kamer. Onderwerp: opsluiting in de gevangenis, gedurende 36 dagen, op verzoek van de verweerder met betrekking tot een proces dat eiser tegen verweerder voor burgemeester en schepenen van Kortrijk voert en waarin hij de betaling eist voor verkoop door eiser aan verweerder van hop, 17 december 1701. 1700-1701.
- 12469 Verzoek met bijhorende stukken van Pieter en Ferdinand Jonville, zonen van Petrus Rogier in Rollegem, met betrekking tot een vechtpartij in de herberg van Joannes Brouckaert in Bellegem waarin ze betrokken waren, en verzoek met bijhorende stukken van Francois Florin fs. Jan in Rollegem, betrokken bij dezelfde vechtpartij, om zoals de gebroeders Jonville uit de gevangenis ontslagen te worden onder bijzondere kamer. In de rand de beslissingen van de bevoegde instanties. 1781.
- 11639 Proces tussen Adriaen van Belleghem, gewezen ontvanger van de pointers en zetters in Bellegem, eiser, en Jan Wittebolle, pointer en zetter in Bellegem, en Jacobus Rebry, ontvanger van de pointerij en zetting van Bellegem, borg van eerstgenoemde verweerder, na het gerechtelijk beslag op de persoon van Wittebolle, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in vierschaar. Onderwerp: betaling door J. Rebs, als ontvanger van de pointing en zetting, van 3.755 lb. 15 s. par., zijnde het batig saldo van de 2 rekeningen van de eiser, afgesloten op 22 augustus 1693 en 21 januari 1694. Jan Wittebolle en de andere pointers en zetters van Bellegem hadden op 20 maart 1694 een assignatie ten voordele van de eiser ten laste van Jacobus Rebs ondertekend. Wegens niet betaling ervan liet eiser beslag leggen op de persoon van Jan Wittebolle in een herberg "de Gulden Leeuw" in plaats van de gevangenis. Rebs stelde zich borg voor de slaking van Wittebolle, 13 november 1694. 1694.
- 11761 Proces tussen Jaecques Sattijn en Francois Nuijttens, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: gevangenneming door burgemeester en schepenen van Kortrijk op 9 maart 1686 van de eiser op verzoek van de verweerder om hem te verplichten zich borg te stellen voor de betaling van hun verteer in de plaats van de gevangenis in de herberg "de Prins-Kardinaal". Die schuld vloeit voort uit een handel in lijnwaad en damast tussen enerzijds Lieven de Veerman, gehuwd met de weduwe van de verweerder, en anderzijds de eiser en wijlen Guillaeme Bouttens en de weduwe Andries Bouttens de jonge. 1687.
- 11800 Proces tussen de luitenant-hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, eiser, en Joseph van Overberghe fs. Jacobus, geboren te Ruiselede, 50 jaar, criminele gevangene, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in criminele gebannen vierschaar. Onderwerp: banbreuk. Verweerder hield in 1748 herberg in Grammene. Hij werd er aangehouden door de "groten prevost" van Frankrijk, die daar woonde, en werd op 7 december 1748 verbannen uit Vlaanderen voor 6 jaar. Op 2 maart 1749 werd hij door de baljuw van Wontergem gevat in Wontergem en door hem en zijn sergeanten gebracht naar het kasselrijhuis in Kortrijk en vandaar naar de gevangenis. Werd wegens de banbreuk op 24 mei 1749 door burgemeester en schepenen van Kortrijk veroordeeld tot geseling en verbanning uit Vlaanderen voor 15 jaar. Werd op 11 november 1749 door de baljuw en sergeanten van Grammene gevat en naar Kortrijk gebracht in het kasselrijhuis en vandaar naar de gevangenis. 1749.
- 9824 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen Joannes Schouteten, zoon van Jacobus en Marie Catharina Minnaert, herbergierster in de Leyaert te Kortrijk, geboren te Kortrijk, 24 jaar, in gevangenis, wegens brutaliteiten en agressie tegen Marie Catharina Minnaert, zijn moeder. 1757-1758.
- 9827 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen Pieter François de Vissers, geboren te Deerlijk, natuurlijke zoon van Joannes van Craeynest, in gevangenis, wegens agressie, moedwilligheden, geweldplegingen en feitelijkheden. 1786.
- 9840 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen Marie Thérèse Huyghe, dochter van Jan Baptiste en Livina Liber, geboren te Berchem bij Oudenaarde, 23 jaar, in gevangenis, wegens beschuldiging van diefstal, als dienstmeid, in een herberg buiten de Valenciennespoort te Doornik. 1776.
- 9843 Stukken betreffende een proces voor de buitengewone kamer van de schepenbank van Kortrijk van Laureins vander Plancke, in gevangenis, wonende te Kortrijk-buiten, 75 jaar, tegen Philippus de Vos, meesterzilversmid te Kortrijk, en de weduwe van Mattheus van Dries te Kortrijk, wegens betwisting over het betalen van alimentatiegeld. 1776-1777.
- 9846 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen Robert de Mijttere (Mittere), zoon van Jan, 41 jaar, geboren te Kortrijk-buiten, zager en wever, zonder vaste woonst, in gevangenis, wegens vagebonderen, landloperij, het te vondeling leggen van een kind. 1727-1728.
- 9908 Stukken betreffende een proces voor de buitengewone kamer van de schepenbank van Kortrijk van de pachter van de middelen van de stad tegen François de Visch, gevangenisbewaker te Kortrijk, wegens betwisting over de betaling van belasting op brandewijn gebruikt in de gevangenis. 1712.
- 9911 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen Joos Molleman, in gevangenis, wegens beledigingen, bedreigingen en feitelijkheden. 1735.
- 9920 Stukken betreffende een proces voor de buitengewone kamer van de schepenbank van Kortrijk van Laureins Rommens tegen Jan Baptiste la Houttre (Houtre), wonende te Halewijn, in gevangenis te Kortrijk, en Jan Baptiste le Compte (Comte), zijn borg, wegens betwisting over schulden.
- 9923 Stukken betreffende een proces voor de Raad van Vlaanderen van Guillaeme de Meere, koopman te Kortrijk, in gevangenis te Kortrijk, tegen burgemeester en schepenen van de stad Kortrijk wegens vraag voor alimentatie in de gevangenis. 1720.
- 9939 Stukken betreffende een proces voor de criminele gebannen vierschaar van de schepenbank van Kortrijk van hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, uit hoofde van zijn ambt, tegen François vanden Berghe, zoon van Anthone, geboren te Rekkem, 30 jaar, wonende te Kortrijk, gehuwd met Marie Anna Kerckhove, in gevangenis, wegens dronkenschap, leegloperij, wangedrag, oplichting. 1785.
- 9942 Stukken betreffende een proces voor de buitengewone kamer van de schepenbank van Kortrijk van Pieter Iserbydt (Iserbyt), landbouwer te Zwevegem, 80 jaar, in gevangenis, tegen Arnout de Kimpe, wegens betwisting over alimentatie tijdens zijn gevangenschap en de betaling voor de levering van stenen. 1717.
105 trouvés, 61 jusqu'à 80 montré, page 4 de 6