Inventaris van de oorkonden van de abdij van Nonnenbosse te Ieper
- 8 Akte waarin Boudewijn van Constantinopel, graaf van Vlaanderen, en Rogier, burggraaf van Kortrijk, verklaren afstand te doen van hun rechten op een stuk grond bij Wevelgem, door Lambert de Veghte aan de abdij geschonken, en op een stuk grond in Kuurne, eigendom van de abdij, met vertaling. november 1197-[17de eeuw].
- 9 Akte waarin Rogier, burggraaf van Kortrijk, afstand doet van zijn rechten op een stuk grond bij Wevelgem, door Lambert de Veghte aan de abdij geschonken, en op een stuk grond in Kuurne, eigendom van de abdij, met afschrift. november 1197-[17de eeuw].
- 16 Akte waarin Michel de Harnes afstand doet van de rechten die hem toekomen bij elk overlijden van een abdis, op gronden van de abdij in Steenwerk, met vertaling in het Nederlands. 1205-[17de eeuw].
- 26 Akte waarin Daniel van Poperinge een overzicht geeft van de renten die hij en andere personen zijn verschuldigd aan de abdij, met vertaling in het Nederlands. juli 1218-[17de eeuw].
- 39 Vonnis van Gillis en Willem Ghiselin, kanunniken van het Sint-Donaaskapittel in Brugge, in een geschil tussen het kapittel en de abdij over de betaling van tienden in Sint-Jacobs bij Ieper, met afschrift van de akte en afschrift van de opmeting door Wulfaert Boeteman op 25 juni 1516. september 1237-[17de eeuw].
- 42 Akte waarin Willem van Oostkerke, baljuw van Veurne, verklaart dat Daniel van Machelen aan de abdij gronden verkocht heeft in Eggewaartskapelle en Nieuwpoort, in leen gehouden van Philippe, heer van Wastine, met vertaling. mei 1240-[17de eeuw].
- 103 Akte van verkoop, verleden voor de baljuw van de heerlijkheden van Geluwe en Amaye in het Vryeghen en de Meyerye en de schepenen van de heerlijkheid in het Vryeghen, van een stuk grond in Geluwe, ingevolge een vonnis ten voordele van Willem Sergants, tegen Denyse Cardinaels, weduwe van Jan Plouvier, met kwijting voor het maken van een afschrift van eigendommen in Geluwe onder de heerlijkheden van het Naemelsche en het Vryeyghen. 3 oktober 1613 en 22 december 1625.
- 104 Akte waarin het Parlement van Doornik de gerechtelijke taks vaststelt die de abdis dient te betalen ten gevolge van haar proces tegen de abdij van Mesen, 28 mei 1692, en akte waarin Lodewijk XVI, koning van Frankrijk, het vonnis betekent, 7 juni 1692. 1692.
- 106 /1 Stukken betreffende 4 razieren haverrente die de abdis van Nonnenbosse jaarlijks schuldig is aan de abdij van Mesen: (a) overzicht achterstallige renten; (b) voorstel zonder prejudice van het recht van de partijen m.b.t. het vermijden van een proces i.v.m. de intrestvoet van achterstallige rente (Frans), 1692; (c) Uittreksel uit het register van het Hof van het Parlement van Doornik, 9 januari 1692; (d) kwijting van ontvangen rente van de abdis van Mesen door Marij Joanna de Keirle, abdis van Nonnenbosse, 11 juni 1689; (e) afschrift van dading tussen beide abdissen dd. 14 oktober 1526, door notaris Lamarche te Mesen, 1682 (cf. nr. 90); (f) dading ter beëindiging van een proces in de Raad van Vlaanderen i.v.m. achterstallige haverrente en eis van moderatie t.g.v. de troublen ende ruine van oorloghe, ondertekend door de beide abdissen, 2 januari 1656. 1656-1692.
- 106 /2 Afschriften door notaris de Villers van de opmeting door Wulfaert Boeteman dd. 25 juni 1516. 1662.