Inventaris Oud Stadsarchief Kortrijk (OSAK)
- 14097 Proces tussen Maria Catharina Peers fa. Jan weduwe Joannes Saelens fs. Jan fs. Christiaen, eiseres in eigen naam en namens de minderjarige kinderen uit haar huwelijk met genoemde Joannes, en haar schoonzus, Marie Anne Saelens in Wakken, verweerderes, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: nalatenschap van Joannes Saelens en van Joanne vanden Heede fa. Joos weduwe van dezelfde Jan Saelens, dit volgens de staat van goed van haar sterfhuis overgebracht ter wezerij van Kortrijk op 15 oktober 1742. 1743-1744.
- 14098 Proces tussen de luitenant-hoogbaljuw van de stad en kasselrij Kortrijk, eiser en Charles Castel fs. Jaecques, landman, 25 jaar, bij zijn vader in Moeskroen, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in criminele vierschaar. Onderwerp: verwondingen aan Pieter Anthone Lefebvre. 1754.
- 14099 Proces tussen Bernardine Sophia Demeulenaere, weduwe Jacobus Arnoldus vanden Kerckhove, eiseres, en Philippe Farizeel, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: preferentie van schulden van Charles Drugeon, gewezen waard van de herberg en het huis "de Gouden Leeuw" zowel ten over de eiseres els Anne Rose en Isabelle Clara du Jardin, gewezen eigenaressen van "de Gouden Leeuw". 1742-1744.
- 14100 Proces tussen Jan Baptist Charpenet, eiser, en de weduwe Guillame Anthone Douelle, verweerderes, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in vierschaar. Onderwerp: betaling van 2 wissels door Guillame Anthone Douelle ondertekend ten voordele van de eiser op 5 januari 1741 en 5 april 1741 waartoe de weduwe veroordeeld werd door burgemeester en schepenen van Kortrijk in kamer van 5 mei 1742. Op 10 november 1741 had eiser beslag laten leggen op het huis "Sint Pieter" onder het Halleken toebehorende aan genoemde weduwe. Aangezien zij niet betaalt vraagt eiser dat het huis hem zou worden in handen gesteld om op die manier het bedrag met de intrest te kunnen verhalen. Vonnis op 14 juli 1742. 1742.
- 14101 Oprichting van een zeepziederij in de brouwerij in Buda, genoemd "het Anker" toebehorende aan Pieter Vandaele en verhuurd aan haar baas. Verzet daartegen vanwege de buren Angelique Constance en Jeanne Coleta Simoens en Felix Vercruyce, meester-garentwijnder. 1752.
- 14102 Proces tussen Brixius Dutoict in Meulebeke, eiser, en Nicolays Stevens, buitenpoorter van Kortrijk in Ingelmunster, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: levering van de helft van het hout van een gemaaide haag die voor de helft aan de eiser en voor de helft aan de verweerder toebehoord. 1751-1752.
- 14103 Proces tussen Ignatius Ghesquiere, eiser, en Ignatius Baeckelandt en Joannes du Foor, respectievelijk ontvanger en commies van de lopende middelen van de stad, verweerders, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: zelfde zaak als inventarisnr. 14104. Vonnis op 17 juni 1752. 1751-1752.
- 14104 Proces tussen Joos Corty, schipper in Rijsel, eiser, en Joannes de Meestere, amman, en Joannes du Foor, commies van de lopende middelen van de stad, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: beslag op de persoon en het schip van de eiser dat 12 zakken haard assen komende uit het huis van Ignatius Gesquiere bestemd om uit de stad te worden gevoerd via Menen naar Rijsel. Vonnis op 28 oktober 1751. 1751.
- 14105 Proces tussen Jan Francois Opsomere, gehuwd met Bernarde Sophie de Meulenaere, weduwe van Jacobus Arnoldus vande Kerckhove, advocaat bij de Raad van Vlaanderen en griffier van Kortrijk, in Deinze, eiser, en schepenen van het Gentse Gedele, weesheren van Kortrijk en de oppervoogden van Oudenaarde, verweerders, voor de Raad van Vlaanderen. Onderwerp: bevoegdheidsconflict tussen de 3 verweerders met betrekking tot het sterfhuis van genoemde Jacobus Arnoldus vande Kerckhove. 1750.
- 14106 Proces tussen Laureins Lanssens, secretaris van de wezerij van Ieper, eiser, en Joseph de Gryse in Kortrijk, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: nalatenschap van Marie Catherine van Tieghem, maternele grootmoeder van de eiser over eigendom van een leen van 2 gemeten onder de heerlijkheid Rhodes in Rumbeke, dat samen verpacht werd met een kleine hofstede, toebehorend aan het sterfhuis en bij de verdeling toegewezen aan de eiser. Vonnis op 26 november 1759. 1755-1756.
- 14107 Proces tussen Joannes Coopman fs. Jan, Jacobus Coopman fs. Jacques, Joannes Iserbyt, gehuwd met Therese Coopman fa. Jacques, en Jacobus de Bels fs. Jacobus, gehuwd met Marie Coopman fa. Jan in Harelbeke en Zwevegem, eisers, en Francois de Coninck in Harelbeke-buiten, verweerder, eerst voor burgemeester en schepenen voor de Spijker van Harelbeke ten Heuverhoofde onder de heerlijkheid van Reijnarts Vliet en na brieven van hofsluiting voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: toe-eigening door de verweerder van 618 roeden land en weide, toebehorende aan de eisers als erfgenamen van hun ouders, gelegen onder de heerlijkheid van Reijnaerts Vliet. Verweerder heeft deze gronden aangetrokken namens de heer van Reijnaerts Vliet omdat de renten al meer dan 50 jaar verachterd zijn. Vonnis op 13 oktober 1768 en 13 maart 1760. 1758-1768.
- 14108 Proces tussen Joannes Speelman, weduwnaar van Isabelle Clara Eleonore Godtschalck, overleden te Ieper in 1752, eiser, en Ignatius Joseph Godtschalck in Ieper, voogd van de kinderen van verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: betaling van onderhoudsgeld. Probleem van jurisdictie. Volgens verweerder moeten zowel de oppervoogden van Ieper als die van Kortrijk daarover beslissen omdat eiser 3 kinderen gewonnen heeft als poorter van Ieper en daarna als poorter van Kortrijk nog 2 kinderen. Volgens eiser zijn alleen de weesheren van Kortrijk bevoegd. De kwestie van de bevoegdheid is volgens de eiser trouwens een uitvlucht van de verweerder. Vonnis op 22 december 1759. 1759.
- 14109 Proces tussen de mannen van de eed en suppoosten van de nering van de wijnbroeders in Kortrijk, eisers, en Joseph Benoit, koopman in Kortrijk, verweerder, voor burgemeester en schepenen van Kortrijk in buitengewone kamer. Onderwerp: betaling van het recht voor het lossen en laden van 30 stukken wijn. Vonnis op 22 november 1759. 1759.
16.133 trouvés, 16.121 jusqu'à 16.133 montré, page 807 de 807