Inventaris Oorkonden met de blauwe nummers
- 535 Denombrement door Michielyne van Kersbilck, weduwe van Gillis van de Walle, van 3 afzonderlijke leengoederen in Pittem die zij houdt van Thomas de Thiennes als heer van Claerhout, die haar zijn toegevallen bij het overlijden van haar echtgenoot Gillis van de Walle, zoon van Maarten. 12 april 1635.
- 534 Denombrement Jan van Ulenbrouck, zoon van Adriaan, van een leengoed dat hij houdt van Thomas de Thiennes als heer van Claerhout, dat hem is toegevallen bij het overlijden van zijn vader, die het had geërfd van Jan van den Bussche, zoon van Marin, met een oppervlakte van 100 roeden, gelegen in Pittem, ten zuidwesten van de kerk, in de gulde van Deurhout. 29 december 1635.
- 530 Denombrement door Willem Windels van een leengoed dat hij houdt van Thomas de Thiennes als heer van Claerhout, gelegen in Pittem in de gulde van Walhout. 7 augustus 1637.
- 538 Denombrement door de baljuw en ontvanger van Karel de Gros, heer van Nieuwlande, Ooigem, Schopegem, Gros, erfelijke maarschalk van Vlaanderen, van een leen van 2,5 gemeten in Pittem, bestaande uit weideland, genaamd de Claerhoutmeers, gehouden van Thomas de Thiennes als heer van Claerhout in Pittem, aan Karel toegevallen bij het overlijden van zijn tante, Anne de Gros. 20 november 1638.
- 539 Denombrement door de baljuw en ontvanger van Karel de Gros, heer van Nieuwlande, Ooigem, Schopegem, Gros, erfelijke maarschalk van Vlaanderen, van een leen van 8 bunders 264 roeden in Pittem ten oosten van de kerk, bestaande uit een bebouwd perceel, verpacht aan Antoine Hellebuuck, gehouden van Thomas de Thiennes als heer van Claerhout in Pittem, aan Karel toegevallen bij het overlijden van zijn tante, Anne de Gros. 20 november 1638.
- 540 Denombrement door Joost de Bosschere, zoon van François, van een leen van 2 gemeten in Pittem, ten zuiden van de kerk, in de gulde van Walhout, bestaande uit een bebouwd stuk grond, gehouden van Charles de Thiennes als heer van Claerhout, aan Joost toegevallen bij het overlijden van zijn vader. 17 juli 1639.
- 541 Denombrement door Joost de Bosschere, zoon van François, van een leen van 1 gemet in Pittem, gehouden van Charles de Thiennes als heer van Claerhout, aan Joost toegevallen bij het overlijden van zijn vader. 27 juli 1639.
- 1013 Akte van recepisse door de baljuw van het hof van Claerhout van het denombrement door Joos de Bosschere, zoon van François, van een leen dat hij houdt van het hof, gelegen in Pittem in de gulde van Walhout, 2 gemeten groot en bestaande uit een bebouwd stuk grond met weiden, grenzend in het westen aan het goed van François van Havere. 27 juli 1639.
- 644 Denombrement door Joost Verbiest, als ontvanger van de heer van Egem en gevolmachtigde van de voogden van Filips de Grysperre, heer van Egem, zoon van René, van een leen gehouden van Charles de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen bestaat uit een heerlijke erfrente, genaamd het leen en heerschap te Striepmeers, van 25 razieren haver Tieltse maat en 24 s. 6 d. 1 halling en 1 poitevijn par. per jaar, bezet op diverse gronden in Pittem, ten noordwesten van de kerk. 10 april 1640.
- 1012 Denombrement door Lowys van de Sande, als bedienelijk man van meester Adriaan van Bracle, pastoor van Pittem, van een leen gehouden van Charles de Thiennes als heer van Claerhout, gelegen in Pittem in de gulde van Kruisebeke, 3 bunders 1 roede groot en verdeeld in meerdere percelen. 21 augustus 1640.
- 543 Denombrement door Jan de Castille, zoon van Jan, heer van Kanegem, van een leen van 3 bunders minus 5 roeden, bestaande uit 2 percelen in Pittem, ten zuidoosten van de kerk, dat hij houdt van Charles de Thiennes als heer van Claerhout. 25 augustus 1640.
- 542 Denombrement door Jan de Castille, zoon van Jan, heer van Kanegem, van een leen van 2 gemeten in Pittem, bestaande uit weideland, gehouden van Charles de Thiennes als heer van Claerhout, hem toegevallen door aankoop van Marc de Wannemaecker, aan wie het toebehoorde via zijn echtgenote Isabeau, dochter van G. Wybrake. 27 augustus 1640.
- 1014 Denombrement door Paschier Rosseel, als bedienelijk man van Adriaan Musaert, advocaat in de Raad van Vlaanderen in Gent, op zijn beurt aangesteld door Marieken Susanneken, dochter en enige erfgename van François d'Hamere, in de handen van de baljuw van de heer van Claerhout van het leen te Premstede in Pittem in de gulde van Walhout, door Marieken gehouden van dat hof, 1 bunder 168 roeden groot en verdeeld in meerdere percelen. 12 december 1640.
- 545 Denombrement door Lauwers van Rickeghem, zoon van Maarten, als bedienelijk man van zijn moeder Katharina van Rumbeke, dochter van Steven, van het leen ter Coutere in Pittem, 8 bunders groot, ten zuidwesten van de kerk, in de gulde van Manegem, dat Lauwers houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout. 15 maart 1643.
- 546 Denombrement door meester Cornelis van Torre van een leen hem ontvallen van zijn vader Cornelis, dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, 2 gemeten groot, in Pittem, in de gulde van Oenegem, grenzend in het oosten aan de grond van Jan Reynier, genaamd het stuk ter Wulgen, in het westen aan dat van Arent de Smet, in het noorden aan dat van Adriaan de Blieck en in het zuiden aan dat van Arent de Smet. 28 december 1643.
- 544 Denombrement door Adriaan Daman, als dienaar van Antonius van Maele, zoon van Maximiliaan, van een leen van 8 bunders in grond, weideland, bosland en water in Wingene, ten westen van de kerk in de gulde van Boekhout, gehouden van René de Thiennes als heer van Claerhout en dat Antonius is toegevallen door het overlijden van zijn vader Maximiliaan van Maele, die het had verkregen van Jan Felix Martin, tijdens zijn leven lid van de Raad van Vlaanderen. 4 oktober 1644.
- 549 Denombrement door Jan Boutte, als bedienelijk man van Pieterken Goemaere, zoon van François, van een leen van 1 bunder 40 roeden in Pittem, ten oosten van de kerk, dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout en dat hem is toegevallen bij het overlijden van zijn vader. 6 januari 1647.
- 548 Denombrement door Pieter van de Casteele, zoon van Jan, van een leen van 333 roeden in Egem, dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, bestaande uit een bebouwd stuk grond genaamd het Clytgen, grenzend in het oosten aan de straat naar het Goed ter Strate, in het zuiden aan de grond van de Jacobinessen in Brugge, in het westen aan de 60 roeden grond van Pieter Sproncholf, afkomstig van Jan Loobrouck, zoon van Maarten, gekocht door Joost Verbiest van Jan Bybau, en door Verbiest verkocht aan Lieven Benoot en Mayken Duucy, schoonvader en -moeder van de rendant. 1 maart 1647.
- 547 Denombrement door Jan de Leersnyder, als bedienelijk man van Pieterken Windens, zoon van Guilliame, van een leen in Pittem dat hij houdt van René de Thiennes als heer van Claerhout, bestaande uit twee bebouwde gronden met een weide en een stukje grond, samen 8,5 honderd groot, en dat hem is toegevallen wegens zijn vader. 11 september 1647.
- 552 Denombrement door Guilliame Bouckaert, als bedienelijk man en voogd van Jacob en Guilliamken Bouckaert, zoon van Jan, van een leen, gehouden van René de Thiennes als heer van Claerhout, welk leen van 100 roeden gelegen is in Pittem, ten zuidwesten van de kerk, in de gulde van Eekhout, grenzend in het oosten aan de grond van de erfgenamen van Jan van Rumbeke en aan die van de rendanten, in het zuiden en het westen aan die van de erfgenamen van Jan van den Bussche, welk leen hen is ontvallen bij het overlijden van hun vader Jan Bouckaert, zoon van Jacob. 31 maart 1648.
355 trouvés, 281 jusqu'à 300 montré, page 15 de 18