Ontledingen van de oorkonden. - In: Inventarissen van archieven van kerkfabrieken deel II: Sint-Maartenskerk te Kortrijk
- 370 Pieter van der Gracht, Jan van den Berghe, Matthijs de Wargny en Walter Waye, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Michiel de Smet, zoon van Jan, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan jonkvrouw Beatrijs van den Berghe, weduwe van Jan van Dale, heer van Rekkem, een erfelijke jaarrente van 15 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien, ten laste van Margareta Skindts, weduwe van Jan de Smet, bezet op zijn huis en erf, gelegen op Overbeke in de Stompaardshoek tussen de huizen en erven van Jan Loncke en van Joos van Lerberghe. 19 juli 1557.
- 371 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat meester Cornelis Janssens, licentiaat in de Godgeleerdheid en pastoor van de Sint-Maartenskerk, Joos en meester Rafael Pollet, in uitvoering van het testament van wijlen meester Jan Pollet, broer van de genoemde Joos en Rafael, kanunnik te Rijsel, aan de dis van Kortrijk vijf erfelijke jaarrenten geschonken hebben tot een totaal bedrag van 202 lb. parisis, te weten: 112 lb. parisis, losbaar tegen de penning zestien ten laste van Joos Pollet; 36 lb. parisis bezet op een leen te Bellegem, gehouden van de heerlijkheid van Walle; 12 Filipsgulden, losbaar tegen de penning twintig en bezet op een huis en erf gelegen bij het klooster van de franciscanen (grauwbroeders); 12 lb. parisis, losbaar tegen de penning achttien; 12 lb. parisis , losbaar tegen de penning zestien en bezet op een huis en erf, gelegen in de Peterseliestraat. 24 juli 1557. Deze stichting is bestemd voor het verlenen van drie studiebeurzen tot een totale waarde van 192 lb. parisis per jaar aan onvermogende studenten. De overblijvende 10 lb. parisis zijn bestemd voor de dis zelf.
- 372 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat zij aan de Grijze Zusters de toelating gegeven hebben om gebruik te maken van een toren, staande naast het huis van genoemde zusters. 4 november 1557.
- 373 De deken en beheerders van de Broederschap van het H. Kruis te Kortrijk beslissen, na ruggespraak met Cornelis Janssen, Jacob Santele, pastoors, Joos van der Helle, ontvanger van het koor, de overige kapelaans, Maarten de Velaere, ontvanger, Lodewijk de Muelnaere en Joos de Hane, kerkmeesters van Sint-Maartens, dat de kerkelijke diensten van de broederschap die tot dan toe in het Sint-Niklaashospitaal op Overbeke gehouden werden, voortaan aan het altaar van de H. Anna in de Sint- Maartenskerk zullen gecelebreerd worden. Bepaling van de modaliteiten. Bekrachtiging door Willem Eghels, Rogier Gheys, Lodewijk de Muelnaere, Willem van Reiable, Joos de Hane, Gerard Tuutin, Denijs van der Gracht, Jan de Crijtsche, Joos van den Berghe van Ghendt, Giselbrecht Crommelinck en Pieter van den Driessche, schepenen van de stad Kortrijk. 22 november 1558.
- 374 Jan de Crytsche en Giselbrecht Crommelin, schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Lodewijk de Muelnaere, zoon van Rogier, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan Joos de Hane en Maarten de Velaere, kerkmeester van Sint-Maartens, een erfelijke jaarrente van 30 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien, met belofte deze rente binnen de drie jaar op een voldoende waarborg te bezetten. 2 juni 1559.
- 375 Jacob van Houplines en Andries de Prettere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat meester Cornelis Janssins en Walter Waye, testamentuitvoerders van wijlen jonkvrouw Beatrijs van den Berghe, weduwe van Jan van Daeke, uit Rekkem aan heer Adriaan de Leersnydere, ontvanger van het lof van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Maartenskerk, de erfelijke jaarrente van 15 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 370. 8 juni 1559.
- 376 De schepenen van de stad Kortrijk oorkonden dat Malin Cruucke, zoon van Christiaan, van Rekkem erkend heeft dat hij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door de kerkmeesters meester Andries Fremault, Walter Waye en Gerard van den Kerckhove, een erfelijke jaarrente van 24 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 32 lb. groten. Borgen: Rogier Cruucke, zoon van Hendrik, van Moorsele, Jan du Prez, zoon van Jan, en Diederik de Vuegle, zoon van Boudewijn, beiden van Moeskroen. 10 februari 1560.
- 377 Apollonius van den Berghe en Jacob van den Bogaerde, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jacob Pollet, zoon van Parsifal, van Kortrijk, erkend heeft dat hij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door Walter Waye, meester Andries Fremault en Gerard van den Kerckhove, kerkmeesters, een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 16 lb. groten. Borgen: Giselbrecht Crommelinck, zoon van Giselbrecht, en Rafael van Tomme, zoon van Tristan, beiden van Kortrijk. 6 april 1560.
- 378 Osto Beert en Daniel van den Berghe, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jan van der Boenc (?), zoon van Matthijs, van Kortrijk, de erfelijke jaarrente, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 274, die hij uit hoofde van zijn echtgenote geërfd had, heeft overgedragen aan heer Adriaan de Leersnydere, priester, kapelaan en ontvanger van het lof van Onze-Lieve-Vrouw in de Sint-Maartenskerk. 13 juli 1560.
- 380 De schepenen van de zaal en kasselrij van Ieper oorkonden en laten weten aan de Raad van Vlaanderen dat Pauwel Ryckeman en Maarten Mahieu, beiden uit Langemark en 46 jaar oud, onder eed verklaard hebben dat Frans van Steelandt, hun dorpsgenoot die wenst in het huwelijk te treden, van onbesproken gedrag is en zijn brood verdient met handenarbeid. 15 maart 1561.
- 381 Andries Fremault en Pieter de Dorpere, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Rogier de Poortere, zaakgelastigde van Jan Martins, erfgenaam van wijlen Pieter van Neste, aan de Grijze Zusters te Kortrijk, vertegenwoordigd door zuster- overste Klara Leenknecht, de erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis heeft overgedragen, waarvan sprake in de oorkonde ontleed onder nr. 343. Borgen: Pieter van Driessche, zoon van Walter, van Lauwe en voornoemde Rogier de poortere, zoon van Pieter. 24 maart 1561.
- 382 Gaspar Gheys, Adriaan van der Mersch, Joos Pollet en Osto Beert, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Laurentius Kindt, zoon van Willem, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door Andries Fremault, Gerard van den Kerckhove en Walter Waye, kerkmeesters een erfelijke jaarrente van 12 lb. parisis moet uitkeren, losbaar 16 lb. groten en bezet op zijn huis en erf, gelegen op de hoek van het straatje dat van Sint-Maartens loopt naar de kalseide, achter den Roelant, tussen de huizen en erven van Jan du Bois en van heer Joos Jax. 18 april 1561.
- 383 Denijs de le Camb gezeid Ganthois, schildknaap, heer van La Haie (de le Haye), koninklijk raadsheer en luitenant gouverneur en soeverein baljuw van Rijsel, Dowaai en Orchies, verklaart dat hij op verzoek van Pieter van den Berghe, echtgenoot van Petronella Nollet, en van Reine (?) Nollet, de inhoud bekrachtigt heeft van een akte (die vroeger in transfix aan onderhavige bevestigd was (oorkonde ontleed onder nr. 290 ?)). 19 augustus 1561.
- 384 Joos van den Berghe en Jan Vlerick, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat meester Hendrik de Joncheere, doctor in de medicijnen, gehuisvest te Kortrijk, erkend heeft dat hij aan meester Andries Fremault, Walter Waye en Gerard van den Kerchove, kerkmeesters van Sint-Maartens, een erfelijke jaarrente van 6 lb. parisis moet uitkeren, losbaar voor 8 lb. groten en met belofte binnen de drie jaar een voldoende waarborg voor deze rente te geven. 19 december 1561.
- 385 Renier Naus, baljuw en wettelijke maner van het leenhof van heer Jeroom de Salamanca, heer van Reninge, maakt bekend dat hij van Jan du Prez het denombrement ontvangen heeft van een leen, groot 4 lijnen 18 roeden , en gelegen te Reninge. 20 april 1562.
- 386 Uitspraak door de schepenen van Kortrijk in een geschil tussen de heren Hubrecht van de Hoye, kapelaan en ontvanger van het koor, en Joos van der Helle, kapelaan van Sint-Maartens, enerzijds en Omer Troost, anderzijds, betreffende een achterstallige erfelijke jaarrente van 3 lb. parisis, bezet op een molen. Laatstgenoemde wordt veroordeeld dot het betalen van de achterstallen en de kosten van het geding. 15 mei 1562.
- 387 Joos de Hane en Jacob van Welseneers, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Jacob de Sonneville aan heer Hubrecht van den Oye, ontvanger van het koor van de Sint-Maartenskerk, de erfelijke jaarrente heeft overgedragen waarvan sprake in de oorkonde onder nr. 286. 18 februari 1563.
- 388 Amman en schepenen van Stuerenambacht oorkonden dat Frans van der Bke zoon van Michiel, aan het koor van Sint-Maartens een erfelijke jaarrente van 4 lb. parisis heeft verkocht, bezet op een hofstede met bijhorende grond, groot 607 roeden en gelegen te Kuurne. 17 maart 1563.
- 389 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Brugge, oorkonden dat uit een attest van meester Marc van den Velde, griffier van de vierschaar van Brugge, gebleken is dat Vincent, buitenpoorter is van Brugge. 31 juli 1563.
- 390 Adriaan Andries en Osto Beert, schepenen van de stad Kortrijk, oorkonden dat Apollonius de Hane, zoon van Joos, van Kortrijk erkend heeft dat hij aan de Sint-Maartenskerk, vertegenwoordigd door de kerkmeester Joris Maelfaict, Adriaan van der Mersch en Joos van den Berghe, een erfelijke jaarrente van 9 lb. parisis moet uitkeren, losbaar tegen de penning zestien. Borgen: Joos de Hane, broer van Apollonius, en Joos Beert, beiden van Kortrijk. 30 juni 1564.
596 trouvés, 121 jusqu'à 140 montré, page 7 de 30