Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4159 Jan Lupaert doet verhef van zijn leen van zes dagwand gelegen in drie percelen. Een half bunder ligt op DEN REGAERTSBERCH en het ander half bunder ligt ernaast en het derde half bunder paalt aan GHERS HEIDEvan der Erdbrugghen en is een broek. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4160 Willem Coreman doet verhef van zijn leen van drie dagwand DE KETELRIEgenoemd. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4161 Jan van Beeroele doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen TE DROESHOUTE.Het leen paalt aan de beek vloeiende aan Brabant en aan Willems van Droeshoute eusel, en aan Jan Box. Het hoofdleen heeft twee manschepen in leen. Eerst Lodewijc Salaerd houdt zes dagwand en Willem van Droeshoute houdt anderhalf dagwand. Het rapport werd gezegeld door Gheerde van der Herd omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4162 Vranke de Permentier doet verhef van zijn eerste leen van zes dagwand in twee percelen gelegen. Het eerste stuk is vijf dagwand groot en ligt TEN RODE en het ander stuk is een dagwand op het ROBEVELTgelegen. Het tweede leen is een half bunder groot en ligt op het DAMEROBROEC. Het derde leen is zestig roeden groot en ligt ook op DAMEROBROEC. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 28 juni 1430.
- 4163 Jan van den Keere doet verhef van zijn leen van een bunder gelegen in twee percelen. Namelijk het hof waar de leenhouder woont en is drie dagwand groot en een dagwand ligt ernaast. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breede omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4164 Joes van der Ertbrugghen als dingelijk man en voogd over Margriete van den Ertbrugghen zijn nicht doet verhef van vier lenen die zij houdt. Te weten eerst een tiende DE RUDDER TIENDE genoemd jaarlijks geldende tussen de zeven en acht ponden groot. Het tweede leen is drie bunders en half groot en ligt op de RUACKER.Hiervan houden Jan van den Bossche een dagwand, Margriete van Hemelrike een dagwand, Jan de Keyser te Berchem een dagwand, Margriete van den Eertbrugghe de voornoemde Margrietes tante twee dagwand, Beatrijs en Live van der Eertbrugghen gezusters van de voornoemde Margriete houden twee dagwand en gelden elk een penning par. Het derde leen is acht en een half dagwand groot en ligt TE DROESHOUTE.Hiervan houden Lonys van der Meere zes dagwand, Joos de Keyser een half dagwand en Margriete zelf haar hofstede van twee dagwand groot. Het vierde leen is een dagwand groot en ligt in DAMERS BROUC.Het rapport werd door Joes van der Ertbrugghen gezegeld op 28 juni 1430.
- 4165 Gillis van Hemelrike doet verhef van zijn leen van vijf dagwand gelegen in NAMEVELT. Nog doet hij verhef van een ander leen van zes dagwand waarvan een bunder gelegen is op PERREVELT en een dagwand achter Gillis van der Dort en een dagwand in de hofstede waar Jan van der Dort op woont. Het derde leen is een half bunder groot en ligt op de BAERDEGHEM COUTERE.Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4166 Joos van den Bossche zoon van Claus doet verhef van zijn leen zijnde de tweede schoof van een tiende waarvan de priesterage van Opwijk het resterende derde toebehoort. De tiende wordt geheven op achtien bunders land in diverse percelen gelegen op MASEZEEL COUTER. De percelen gelden in ervelijke rente van veertien schellingen zeven deniers obool par. in speciën, achtien hoenderen, negen kapoenen en twee vierling brood in natura die de leenhouder heft. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 28 juni 1430.
- 4167 Peter Pypenpoy doet verhef van zijn leen van tien bunder gelegen op DE LANGE VELDEN waarvan de leenhouder heft in erfelijke renten vijftien en een halve schelling par. Tot het leen behoort nog een man genoemd Jan de Wostinen die men noemt de Briedere die anderhalf dagwand en drie roeden bezit naast Willems van der Ertbrugghen. Het perceel land wordt DE HUERINGE genoemd. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 30 juni 1430.
- 4168 Gheert Coreman doet verhef van zijn leen van vijf dagwand in vijf percelen gelegen namelijk: Eerst een half bunder op DE BAERDEGHEM COUTERen een dagwand op DAMERS BROECen een dagwand zijnde een veldje daarnaast aan Willem der Bloemen hofstraat nog een dagwand in het FELT TEN RODE.Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden omdat de leenhouder geen zegel bezit op 30 juni 1430.
- 4169 Jan van der Oeven over Arende van der Oeven doet verhef van een leen van een half bunder liggende in drie percelen. Namelijk de twee delen van een half bunder op de OEVER COUTREaan DE EEKE en de twee delen van een dagwand aan TPERREVELT zijnde meers en de andere in de nabijheid gelegen en is zestien roeden groot. Al deze stukken hebben een gezamelijke oppervlakte van een bunder. Arend van der Oeven heeft nog een dagwand gelegen op BOESVELT.Het rapport werd gezegeld door Jan van der Oeven op 30 juni 1430.
- 4170 Jan de Bloc dingelijk man en voogd over Joese den Bloc fs Herman doet verhef van een leen van negen bunder waarvan de acht bunder helftwinningen zijn gelegen UP VOOGHT VELT en sommige op BROUCVELT TE NEDERVELDE en sommige op TVELDEKEN. Van de helftwinning men heeft de helft van wat in het vat blijft als het graan gedorst is, De jaarlijkse opbrengst is drie zakken graan. Volgende personen houden de helftwinninge : namelijk Willem van Nedervelde houdt vijftien dagwand en geldt twintig deniers par. en een vierde van een hoen. Daneel van Nedervelde houdt een bunder en een half dagwand en geldt vijf deniers par. Beatrijs van den Nuwenhove houdt drie dagwand en geldt een half denier. Coene van den Nuwenhove houdt een bunder en geldt vier deniers par. Deze acht bunders zijn ook de tiende penning geldende. Het ander bunder van de totale negen bunders houdt Gillis Caus een half bunder DEN KIEKEN HOF genoemd en geldt zes obool par. Het andere half bunder houdt Daneel van Nedervelde te leene en is zijn hofstede. Jan en Hendrick de Bloc kinderen van Joes staan te samen de leenhouder te gevolge van een vierendeel en Jan de Bloc staat een vierendeel alleen de leenhouder te gevolge. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 30 juni 1430.
- 4171 Lambrecht van der Meere als dingelijk man en voogd over Janne de Bloc fa. Joes doet verhef van een leen van een dagwand en vijfentwintig roeden op de BRUNGHE COUTERnaast Joes Smeets hof. Het rapport werd door Lambert van der Meere gezegeld op 30 juni 1430.
- 4172 Henric van der Houve als voogd en dingelijk man van Maergrieten sPaermortiers zijn vrouw doet verhef van een leen van een bunder liggende tussen het land van Gheerd Scellincx en het land van Jan Hellen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 2 juli 1430.
- 4173 Benoit Raulin als voogd en dingelijk man van Hannkin der Blommen die men Yde noemt dochter van Willem doet verhef van een leen van anderhalf dagwand groot liggende aan de BAERDEGHEMCOUTER tussen het land van het klooster van Affligem en het land van het klooster van den Roosen. Het rapport werd gezegeld door Benoit Raulin op 1 juli 1430.
- 4174 Heynric van den Nuwenhove zoon van Joos doet verhef van zijn leen van twee dagwand en half gelegen naast het land van Willem Yden en het goed van het godshuis van Ten Rosen. Het rapport werd gezegeld door Pieter van den Bruele op 2 juli 1430.
- 4175 Jan van der Schure pastoor van Opwijk doet verhef van zijn leen van een half dagwand gelegen tussen TVRANXKERIJCHE VELTen DE QUADE BEKE. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 4176 Jan de Deckere doet verhef van zijn leen wezende een heerlijkheid van drie manschepen. Adriaen de Keyser houdt in TMEERSVELT, Daneel van der Eerdbrugghen houdt een dagwand bos in TGHEBERREDE BROUC. De derde is Louis van der Mare die een dagwand meers houdt dat ligt tussen de MEERSVELDE en ASHAGHE. Het rapport werd gezegeld door Gillis van den Breeden op 3 juli 1430.
- 4177 Jan Leeman zoon van Floris doet verhef van zijn leen van een bunder palende aan het land van mijn heer van Bigaerden. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 3 juli 1430.
- 4178 Gillijs Capellaen doet verhef van zijn leen gelegen op CUTSSERODE geldende in jaarlijkse rente twee kapoenen of vier schellingen par. voor elke kapoen. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 7 juli 1430.
1.204 trouvés, 101 jusqu'à 120 montré, page 6 de 61