Regestenlijst der oorkonden van de Benediktinessenabdij te Nonnemielen bij Sint-Truiden
Inden jare duysent CCCC ende sessentwintich XVII dage in octobris. Willem van Schore, deken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Sint-Truiden en de laten van zijn cijnshof getuigen dat Willem Mobben, op 17 december 1423, uit de erfenis van zijn vader Art en zijn moeder, een erfcijns van f. 3, die hij bezat op het huis van Art Kyliaens, verdeelde onder de Minderbroeders en het klooster van Nonnemielen. Juffrouw Marie van Leuwe ontving een gulden voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen en Philips van Merwele, schepenen van Sint-Truiden de twee overige gulden voor het Minderbroederklooster. Bezegeld door Art Warniers en Dieric Grutere, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Kerstiaen van Heysselt; Henric Alart; Willem Ghistens; Jan Mesmekere. 1426, 17 oktober.
Le numéro 137 contient 2 pages numérisées .
Gegeven int jaer ons heren duysent vierhondert ende sevenentwintich in decembri X dage. De meier en de laten van het prinsbisschoppelijk cijnshof te Sint-Truiden, oorkonden dat Mechtelt van Nulant, kellersse van Nonnemielen, aan Geert van Entbroeck voor 50 lutslage jaarlijks een hoeve in erfpacht heeft gegeven, die eertijds toebehoorde aan Robeert van Stapel, schepen van Sint-Truiden, en gelegen is ter Linden, bij de stad. Voor de meier en de laten van het cijnshof der kellerije te Sinte-Katline-Buiten-de-Muren heeft Geert als onderpand een gulden jaarlijks en erfelijk gesteld, op zijn huis, gelegen naast de bedoelde hoeve. Bezegeld door Ard Warniers, Arde Greve en Gielis van Horne, schepenen van Sint-Truiden. Prinsbisschoppelijk cijnshof: Meier: Ard van Houthem. Laten: Ard Warniers; Ard Greve, Gielis van Home; Dangel vander Borch; Jannes Sprute; Gheert Geerarts. Cijnshof kellerije: Meier: Warniers. Laten; de bovenvermelde Greve, Sprutee en Geerarts en Jannes vanden Engelbampde. 1427, 10 december.
Le numéro 138 contient 2 pages numérisées .
Inden jare der gheboerten ons heren dusent vierhondert ende neghenentwintich des sessentwintichste daechs in de maent van novembre. Art Smeyers, wonende te Gingelom, verklaart voor de meier en de laten van het cijnshof van Nonnemielen te Cameric, dat hij van Mabilien van Streels, priores van Mielen, in erfpacht heeft genomen, 1/ 2 bunder land, gelegen te Gingelom, voor 10 vaten rogge jaarlijks, waarvoor hij als onderpand een vat rogge heeft gezet op 3 grote roeden, gelegen bij dat Borkeluken. Meier: Ghilijs van Vleytinghen. Laten: Johan Willems; Art Smeyers. 1429, 26 november.
Le numéro 139 contient 2 pages numérisées .
Datum anno domini M° CC° XL° tertio, mense januar(io) in octavo Epyphanie. Thomas, abt van Brogne verklaart dat hij, mits de toestemming van Robertus, bisschop van Luik, aan de priores en de kloostergemeenschap van Sint- Catherina te Nonnemielen de grote en de kleine tienden die hij in de parochie Mielen bezat, overmaakt tegen een erfrente van 8 1/2 lb., Leuvense munt, per jaar. 1244, 13 januari (n.s.).
Le numéro 13 contient 2 pages numérisées .
Inden jaere der geboerten ons heren dusent vierhondert ende tweendertich inder teenster indictien in sprockille des achtienste daechs. Notaris Arnoldus Hane van Sint-Truiden geeft akte van een nieuwe pachtovereenkomst tussen Mabilie van Streels priores van Nonnemielen en Joris vanden Laere, zoon van Ard, die wenne was te Minsingen. Het pachthof wordt opnieuw voor een tijd van 12 jaren verhuurd voor 100 vaten rogge jaarlijks en een hele reeks andere verplichtingen in speciën en in natura. Getuigen: Lambrecht van Werfengeys, schout van de abt; Art Warniers; Ghielis van Horne; Dieric Grutere; Jan Abertijns, schepenen van Sint-Truiden. 1432, 18 februari.
Le numéro 140 contient 2 pages numérisées .
Int jair der gheboirte ons heren XIllI° ende drijendeertich in in apprillis XXIII daghe. Lauwerijs Baeckhove, meier in zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden en zijn eigen genoten oorkonden dat Hendrick Zillen een zekere erfcijns heeft opgedragen ten voordele van de kosterij van Nonnemielen. Bekrachtigd door de Prinsbisschoppelijke schout en de schepenen van Sint-Truiden. 1433, 23 april.
Le numéro 141 contient 2 pages numérisées .
Int jair ons heren XIIII° ende drijendertich in mey. Lambrecht van Stapele, meier, en de laten van zijn eigen cijnshof te Sint-Truiden, konden dat Jan Peextert aan Herman van Metthecoven 1/2 bunder eusels verkocht heeft, gelegen ten Roede, dat boven de grondcijns belast was met een mudde rogge erfelijk, ten voordele van genoemde Herman van Metthecoven. Bezegeld door Jan Abertijns en Stas van Nijsem, schepenen van Sint-Truiden. Laten: Jan Abertijns; Henrick Uten Broeke; Henric Vos; Henric Alaert. 1433, Mei.
Le numéro 142 contient 2 pages numérisées .
Inden jare ons heren dusent vierhondert ende vierendertich in sprockille XVII daghe. De meier en de laten van het cijnshof dat de abdij van Park bezit te Runkelen oorkonden dat Baudewijn Weden zijn ongelijk erkent en belooft aan Mabilie van Streels, priores van Nonnemielen, weer jaarlijks een erfrente te betalen van 4 kapuinen en 3 oude groten, waarvoor zijn huis, gelegen te Duras, op het Haenrode, als onderpand dienst doet. Meier: Jan van den Natenbampde. Laten: Willem van de Lare; Henric Godijns van Duras; Jan Salijs; Henric Salijns; Henric Begarts; Wouter Velpart; Jan Witmuys; Jan Beceman. 1434, 17 februari.
Le numéro 143 contient 2 pages numérisées .
Inden jare dusent vierhondert ende vierendertich in meye twee dage. De schout en de schepenen van de heerlijkheid Duras oorkonden dat Jan Smeets, priester, en Daniël vander Borgh, gemachtigden van vrouwe Mabilie van Streels, priores van Mielen, Henric Godijns van Wilderen en zijn vrouw Mabilie Evers in gebreke verklaren voor de betaling van een erfpacht van 2 mudden koren, Sint-Truidense maat, staande op twee halve bunders land, waarvan de ene uitgaf opt Roet en de andere op de Wilrestrate. De schepenbank verklaart Henric Godijns en Mabilie Evers vervallen van hun rechten op voorgenoemde land, te voordele van Mabilie van Streels. Schout: van de heerlijkheid: Jan van Duras; van de bank: Weyn vander Linden. Schepenen: Willem vanden Lare, alias van Minsinghen; Boudewijn Weden; Willem vanden Natenbampde; Claes Tgroer; Jan Loewis van Gorsemme, 1434, 2 mei.
Le numéro 144 contient 3 pages numérisées .
Inden jare ons heren gheboerte doen men scref dusent vierhondert ende XXXIIIItich des XVI, daechs in die maent van decembris. De meier en de laten van het hof van Gingelom oorkonden dat Peter Tilmans, zoon van Willem, aan Marie van Leuwe, voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Mielen, 5 vaten koren, Sint-Truidense maat jaarlijks en erfelijk verkocht heeft op 7 grote roeden land, gelegen in het dal, naast de weg naar Attenhoven. Meier; Jan Louwix van Brustem. Laten: Ghert Tuteler den Alde; Goetscalc Robeerts; Jan Willems; Claes Reyners; Peter Visschers. 1434, 16 decembe.
Le numéro 145 contient 2 pages numérisées .
Gedaen ende gesciet in den jare ons heren geborden duen men screef dusent vierhondert ende sesse en dertich en die maent van januarien des vertoende daechs. De meier en de schepenen van het Sint-Truidense proosthof te Borlo oorkonden dat Willem Lodduen uit een erfpacht van 2 mudden koren, die hij bezat op 2 stukken grond te Buvingen, Berlo en Montenaken, een mud koren opgedragen heeft voor het Onze-Lieve-Vrouwaltaar van Nonnemielen in handen van Jan Albertijns, rector van het konvent. Proost van Sint-Truiden: Jan van Beest. Meier: Baudewijn vanden Kerckhove. Schepenen: Laurens vande Kerckhove; Johannes Bauwijns; Paulus Pervenen; Henric Ulrix; Art Tilmans; Jacob Puttheys; Art Veylarts. 1436, 14 januari.
Le numéro 146 contient 2 pages numérisées .
Kopie van een bekrachtiging van pauselijke voorrechten aan de kongregatie van Bursfeld. 1436.
Le numéro 147 /BIS contient 2 pages numérisées .
Int jaer der gheboirten ons heren J. Chr. duysent vierhondert ende sessendertich in decembri eenentwintich dage. De meier en de laten van het cijnshof vanden Cruce te Sint-Truiden, toebehorend aan Claes Pruymen, oorkonden dat joffrouw Yde Kervers, begijn in het Sint-Agnetenbegijnhof te Sint-Truiden, uit de erfenis van haar ouders een erfrente van haar ouders een erfrente van 8 oude groten, die dezen bezaten op een huis en hof te Zerkingen, heeft overgedragen aan Henrick Aelbrecht. Deze overdracht wordt bekrachtigd door de prinsbisschoppelijke schout en 4 schepenen van Sint-Truiden. Cijnshof: Meier: Henrick Hoefnaghel. Laten: Wouter Uyt den Broecke; Henrick Alaert; Lauwerijs Baeckhoven; Wouter vander Moeien; Govaert Ackerman; Willem vander Masen. Schepenbank: Schout: Willem van Scoenbeeck. Schepenen: Henrick int Scep; Art Greve; Gielis van Hoerne; Stas van Nyssem.
Le numéro 147 contient 2 pages numérisées .
Gegeven inden jare der geboirten ons heren duesent vierhondert ende sevenendertich des twellefste daechs in julio. Johan van Beesde, abt van Sint-Truiden, oorkondt dat zijn abdij, om een einde te stellen aan de onenigheid tussen hem en Mabilie van Streels, priores van Mielen, jaarlijks en erfelijk 2 mudden rogge zal betalen aan het konvent van Mielen, op voorwaarde dat laatstgenoemd klooster zijn tiendeaanspraken zal verzaken op de goederen van Sint-Truiden, die onder de jurisdictie van Nonnemielen liggen. 1437, 12 juli.
Le numéro 148 contient 2 pages numérisées .
Inden iaere der gheboerten ons heren duysent vierhondert ende XXXVIII inder maent van januaris des sesde daechs. De meier en de laten van het cijnshof dat de vrouwe van Colum bezit te Duras oorkonden dat Otto Comans, priester, en Willem Greven, als ghemechtichde voorghangers van Mabilie van Streels, priores, de bekrachtiging hebben gevraagd van een rente van 4 oude groten op een zille weide, gelegen bij de dries, tegenover de Haenroden kouter, grenzend aan het land van Willem Ghedijns en Lambrecht van de Bossche en hun erfgenamen. Na getuigenis van de gherf luden, hebben meier en laten de erfrente bekrachtigd. Meier: Willem vanden Natenbeemde. Laten: Jan vanden Natenbeemde; Jorijs van Lare; Jan van Duras; Claes Tyser; Henric Godijns; Henric Bogarts; Weynen vander Linden; Willem van Minsinghen. Cherf luden: de broeders Willem Hilloten, wonende te Sint-Truiden, Hendrik Hilloten, wonende te Winde; Lambrecht Cole en Mathijs Speken, als mombers en echtgenoten van Aleydis en Kerstine Hilloten, wettige zusters van de eerstgenoemden; Jan Hilloten en zijn zuster en Jan Woeste als ghesuster kinder Willems ende sijnre broeder. 1438, 6 januari.
Le numéro 149 contient 2 pages numérisées .
Afschrift van n° 13. 1244, 13 januari, (n. s. ).
Le numéro 14 contient 2 pages numérisées .
In den jare ons heren dusent CCCC ende XXXVIII XV daghe in die maent van decembri. De meier en de schepenen van het cijnshof van Sint-Jan uit Luik te Gingelom oorkonden dat joffrouw Marie van Schoor een jaarlijkse erfrente van 11 vaten koren, die zij trok op een bunder akkerland te Gingelom, gelegen op de Nyelschebergh, langs de weg naar Wezeren, heeft opgedragen ten voordele van de pitantie van Nonnemielen. Meier: Wouter Tuteler. Laten: Ghert Tuteler der Auwe; Toelen Colcast; Ghert Tuteler der Jonghe; Jan Scellens. 1438, 15 december.
Le numéro 150 contient 2 pages numérisées .
Int jair ons heren Xllll° ende negenendertich in sprockille XVII daghe. Meier, schepenen en laten van het proosthof van Nonnemielen oorkonden dat Katline, wettige dochter vanwijlen Robijnvan Scuerhoven een huis met toebehoren, gelegen te Metsteren, heeft overgedragen aan Merten Mertens. Deze staat, met dit huis als onderpand, een jaarlijkse erfrente af aan de pitantie van Nonnemielen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghisebrecht Abertijns; Ghielis van Hoerne; Dierick Gruyters. Laten: Jan van Heze; Art Stas. 1439, 17 februari.
Le numéro 151 contient 2 pages numérisées .
Ghegheven int jair der gheboirten ons heeren Jhesu Christi duysent vierhondert ende neghenendertich in aprill sess daghe. De schout van de abt en de schepenen van Sint-Truiden oorkonden dat joffrouw Margriet Meeus alias vande Berghe, non in het klooster van Nonnemielen, in ruil voor een zekere som geld, van Goyvaert van joeck, erfgenaam en zoon van Henrick van Beringhen, een erfelijke rente vaneen mud koren heeft verkregen, die zij schenkt aan het klooster van Nonnemielen, om kaarsen te branden voor het Heilig Sakrament. Schout: Lambrecht van Werfengeys. Schepenen: Art Waerniers; Henrick int Scep; Stas van Nyssem; jan Cruyere. 1439, 6 april.
Le numéro 152 contient 2 pages numérisées .
Int jair der gheboirten ons heeren Christi duysent vierhondert ende neghenenderttich in meye XXII daghe. Schout en schepenen van het cijnshof van Nonnemielen verklaren dat Lambrecht vander Kelen, priester, een jaarlijkse erfrente van een mud rogge verkocht heeft aan Willem vander Kempenen. Schout: Daengel vander Borch. Schepenen: Art Waerniers; Ghielis van Hoerne; Ghisebrecht Abertijsn; Lambrecht van Staple. 1439, 22 mei.
Le numéro 153 contient 2 pages numérisées .
327 trouvés, 41 jusqu'à 60 montré, page 3 de 17