---------------------------
http://www.arch.be
Les dépots d'archives
Disponible en: nl | EAC-CPF XML
Type de producteur d'archives : Entreprise/Organisation
Rubriek : Abbayes et couvents, commanderies
Source : Archievenoverzicht RA Gent
Période : 1641 - heden
In 1641 vestigden zich enige Karmelieten van de Theresiaanse hervorming, meestal Ongeschoeide Karmelieten of (Karmelieten-) Discalsen genaamd, in de kluis van de Sint-Quintinuskapel op de Sint-Pietersheerlijkheid. Ze hadden de kapel en kluis onder allerlei restrictieve voorwaarden van de Sint-Pietersabdij verkregen. De oprichting van de kleine gemeenschap stuitte echter op verzet van de schepenen en de gevestigde bedelorden van Gent. Niettemin werden de Discalsen in 1644 de predikers en biechtvaders van het Spanjaardenkasteel. In 1648 kregen ze van de schepenen en van de bisschop van Gent de toelating te Gent een klooster op te richten. In 1649 verhuisden de Discalsen naar de Oude Houtlei en in 1650 naar de Burgstraat. In 1651 konden ze de Leeuwenmeers en bijhorende gebouwen naast het Prinsenhof aankopen. In de bestaande gebouwen richtten ze hun klooster in. Een nieuw klooster werd in 1664-1687 opgetrokken; de kloosterkerk in 1703-1714. In de 18de eeuw baatten de Gentse Ongeschoeide Karmelieten in hun klooster een wolweverij uit. Het klooster bezat goederen te Gent, Evergem, Oostakker, Sint-Baafs-Vijve, Landegem, Sint-Martens-Latem, Berlare, Serskamp, Schellebelle en Meigem. In 1773 bestond de gemeenschap van de Gentse Discalsen uit 51 kloosterlingen; in 1781 uit 47, in 1796 uit 37. In 1796 hief het Franse bewind het klooster op en werden de paters verdreven. Toen het kloostercomplex in 1797 openbaar verkocht werd, konden ze het via een tussenpersoon inkopen. Na 1801 konden de 28 overblijvende Discalsen, verenigd in een soort vennootschap, opnieuw hun intrek in de kloostergebouwen nemen. De gemeenschap stierf de eerste decennia van de 19de eeuw bijna uit. Financiële en materiële zorgen dwongen de overblijvende paters ertoe grote delen van hun klooster te verhuren. Na 1830 begon de gemeenschap terug aan te groeien. In 1843-1844 stelden de Discalsen hun klooster ter beschikking van de zusters Theresianen, die door een brand uit hun klooster verdreven waren. Na hun terugkeer werd in 1848 de religieuze gemeenschap in de Burgstraat opnieuw officieel tot een klooster van Ongeschoeide Karmelieten omgevormd, dat nog steeds bestaat.
Archief van het Klooster van de Ongeschoeide Karmelieten. Na de opheffing in 1796 werd in de abdij aanwezig archief aangeslagen en overgebracht naar het Archief van het Scheldedepartement, het latere RG (= Karmelieten, nrs. 1-13). Heel wat archief was toen blijkbaar al in "veiligheid" gebracht en/of werd door het Franse bewind ter plaatse achtergelaten. Dit niet aangeslagen deel van het archief kwam in ieder geval terug in handen van de paters die na 1801 opnieuw hun intrek in het klooster namen. "Karmelieten, nr. 14" werd in 1923 door het AR overgemaakt (Aanwinstnr. 1924/7). De nrs. 16-18 zijn afkomstig van het Stadsarchief van Gent na de ruilovereenkomst van 1955 (Aanwinstnr. 1955/14)
Gent, Karmelietenklooster (Burgstraat 46). - Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks VII: 1641-1914 (DECAVELE J. en VANNIEUWENHUYSE J., Archiefgids. I. O.A. (Sa. Gent), nr. 456). - Stadsarchief Gent, Parochieregisters, Ongeschoeide Karmelieten: overlijdens, 1667-1789
HENRICUS a S. FAMILIA, Geschiedenis van het Klooster der Karmelieten-Diskalsen te Gent, Gent, 1925. - Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 4nb Stad Gent. Noord-Oost, Gent, 1979, p. 88-94
URL fixe : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_114527_DUT