Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 72, Jacques Co[u]lon, koopman uit Luik, geïntimeerde. De deken en eed van het smedenambacht te Brugge, appellanten. Inv. nr. 970, f.475-496. 4 december 1700. Derde instantie - beroep uit Vlaanderen (Burgemeesters en schepenen van Brugge; Raad van Vlaanderen). Heeft het smedenambacht te Brugge het recht om kennis te nemen van elk ijzer- of smeedwerk dat binnen de stad wordt gebracht en daarop tol te heffen?. Op 19 juli 1697 verklaren de burgemeesters en schepenen van Brugge het verzoek van Colon om zijn drie in beslag genomen wapens terug te krijgen ongegrond en veroordelen ze hem om de door het smedenambacht verzochte boete van 25 gulden evenals de proceskosten te betalen. De Raad van Vlaanderen hervormt op 25 oktober 1698 dit vonnis, verklaart de inbeslagname van de wapens ongegrond en beveelt de geïntimeerden die kosteloos terug te bezorgen. De Raad van Vlaanderen veroordeelt de schepenbank van Brugge tot een boete van 30 gulden, het smedenambacht tot de kosten van het proces voor burgemeesters en schepenen van Brugge en zowel de schepenbank van Brugge als het smedenambacht tot de kosten van het proces voor de Raad van Vlaanderen. De Grote Raad bevestigt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en veroordeelt de appellanten tot de boete van frivool appel, tot de boete van rekesten civiel en tot de proceskosten.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
72