Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 67, Robert Platteau, neef van wijlen Peter Le Plat, geïntimeerde. Lambertus Baerts, licentiaat in de godgeleerdheid, kanunnik en plebaan van Sint-Rombout te Mechelen, testamentuitvoerder van Peter Le Plat, reformant. Inv. nr. 970, f.390-405. 3 april 1700. Reformatie magistraat van Mechelen. Betwisting van het recht om het testament van Peter Le Plat uit te voeren en te besluiten wie als begunstigde wordt aangeduid. In concreto beweert Robert Platteau dat Baerts hem als naaste verwant een overzicht moet geven van alle goederen en effecten in het sterfhuis van Le Plat en hem bovendien als belangrijkste erfgenaam moet aanwijzen. Le Plat heeft immers in zijn testament bepaald dat de opbrengsten uit zijn sterfhuis naar een aantal armen moeten gaan; Platteau beweert dat hij en zijn kinderen zelf arm zijn en dat hij dus als eerste recht heeft op het sterfhuis of althans een deel ervan. Hij wenst dan ook aangesteld te worden als testamentuitvoerder in plaats van Baerts. Op 26 november 1698 verklaart de magistraat van Mechelen in een tussenvonnis dat Robert Platteau het recht heeft om zijn vermeende armoede te bewijzen en beveelt Robert Baets om een overzicht te geven van alle penningen die hij uit het sterfhuis ontvangen heeft en die er na aftrek van schulden en kosten nog overblijven. De magistraat veroordeelt Baets om voorlopig 100 pattacons uit het sterfhuis aan Robert Platteau te geven, die daarvoor geen waarborg moet stellen. Over de kosten zal later worden beslist. De Grote Raad hervormt het vonnis van de magistraat van Mechelen, verklaart dat de geïntimeerde geen rechten kan doen gelden op het sterfhuis van Le Plat en veroordeelt hem tot de boete van rekest civiel en tot de proceskosten van beide instanties.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
67