Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- 4335 Jan Vermeere, zoon van Alaert, doet verhef van zijn leen zijnde twee delen van een half bunder op DEN HOVECAUTERgelegen naast het goed van het klooster TEN ROOSEN en paalt aan het goed van de kerk van Baardegem, aan het goed van de erfgenaam van Corneel van den Broecke. Het eerste perceel met het tweede maken twee delen van anderhalf dagwand en palen aan TPERREVELT, aan het goed van de wezen van Hendric Verdoort en aan Anthonis Kints goed. Die twee percelen behoren nu toe aan Jan Vermeere door koop van Adriaen de Schietere. Het derde perceel omvat de twee delen van zesendertig roeden zijnde een hofstede en paalt aan DEN NEST en aan de wezen van Hendric Verdoorts hofstede. Nu in het bezit van Jan van de Voorde, zoon van Gillis, door koop van Adriaen de Schietere. Deze partijen staan Pauwels Hofman ten gevolge. Het rapport werd gezegeld door Jan Vermeere op 26 augustus 1604.
- 4336 Jan Vermeere, zoon van Alaert, doet verhef van zijn leen van een dagwand gelegen op TBOESVELT palende aan DEN BLAUWERE en aan DEN WITTEN WECHMEERSCH. De leenhouder kocht het goed van Adriaen de Schietere. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder met zijn merk en met zijn zegel gezegeld op 26 augustus 1604.
- 4337 Jan van den Broucke zoon van Daneel doet verhef van zijn leen gelegen op DE HOFSTADT BEKE is anderhalf dagwand groot. Het leen ligt in twee percelen. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 22 januari 1605.
- 4338 Anthonis Beecman, zoon van Charles, doet verhef van zijn leen van een half dagwand groot gelegen op DAMELSBROECK. Het leen paalt aan Cornelis de Bolle, Joos de Stroopere en aan het goed van het klooster van DE ROOSEN en aan Jan van Damme, zoon van Hillewaert. De leenhouder erfde het goed van zijn moeder Margriete sKints, dochter van Antoon. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 27 maart 1605.
- 4339 Cornelis van den Broecke zoon van Gillis doet verhef van zijn leen van een half bunder land gelegen op AMELSBROUCK. Het leen paalt aan het goed van het klooster van DE ROOSEen aan Jan van Damme. De leenhouder kocht het goed van Jan de Strooper, zoon van Joos. De leenhouder ondertekende het rapport met zijn merk omdat hij geen zegel bezit op 22 oktober 1606.
- 4340 Joos de Coninck, zoon van Pieter, doet verhef van twee lenen zijnde twee heerlijke leenrollen bestrekkende in Opwijk, Lebbeke en Mespelare. Deze leenrollen werden gekocht van Joos Moortgat zoon van Gillis. Van deze leenrollen worden diverse achterlenen en diverse erfgronden gehouden geldende diverse hoender renten. Verdere verwijzing naar het denombrement van 1607. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend op 11 februari 1607.
- 4341 Jacob van der Hulst, zoon van Gillis in teken van aankoop van Lucas van Hoorenbeke en Jan Ketels causa hun vrouwen, erfgenamen van Joos en Jan de Hertoghe doen verhef van een cijnsrol. De cijnsen worden geheven op verscheidene erfgronden waarvan achttien achterlenen gehouden worden. Rapport van 8 februari 1609, Denombrement ontbreekt.
- 4342 Jan de Ruddere zoon van Jan doet verhef van zijn leen van een bunder groot palende aan WEMMELSHOFF naast het straatje aan TCLEEN MEERE VELTen aan de hofstede van Jan van Guchte en aan het goed van de erfgenamen van Joos de Clercq. Het rapport werd ondertekend met een merk van de leenhouder op 9 juni 1609.
- 4343 Cornelis van den Broeke, namens de kinderen van Jan van Schuerbeke, doet verhef van een leen van een half bunder palende aan Jan Moortgat. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder met zijn merk omdat hij geen zegel bezit op 22 juni 1609.
- 4344 Pieter Moortgat, zoon van Pieter, ten profijte van Adriaene Moortgat zijn dochter, doet verhef van een leen van twaalf dagwand gelegen te DROESHOUTE. Het leen paalt aan de beek tussen Vlaanderen en Brabant, aan Jan van Damme en Hendrick Verspecht. De leenhouder heeft van de 12 dagwand slechts vier dagwand en half in de hand en Joos Mertens staat hem met zes dagwand te gevolge. Het ander anderhalf dagwand is in het bezit van Gillis van de Voorde waarin zijn hofstede ligt. Deze laatste staat ook de leenhouder met zijn deel te gevolge. Het rapport werd gezegeld door Pieter, vader van de leenhouder op 13 oktober 1610.
- 4345 Charles de Tassis, zoon van Jonker Charles, Ridder, postmeester van hunne hoogheden woonachtig in Antwerpen, doet verhef van een leen THOFF TEN EECKEN genoemd is drieëntwintig bunders groot en ligt in Opwijk. De leenhouder erfde het leen van zijn vader. Het hoofdleen is onderworpen aan een paardendienst. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 8 november 1611.
- 4346 Zie bijlage voor beschrijving.
- 4346 /BIS Zie bijlage voor beschrijving.
- 4346 /TER Zie bijlage voor beschrijving.
- 4347 Charles de Tassis zoon van jonker Charles, ridder, postmeester van de hoogheden in Antwerpen doet verhef van een leen in Opwijk gelegen aan THOFF TEN EECKEN genoemd TCLEYN HOFF. Het rapport werd door de leenhouder gezegeld op 8 november 1611.
- 4349 Jaques de Smet, zoon van Philips, doet verhef van zijn leen van een dagwand door erfenis bekomen van zijn vader. Het leen paalt aan het goed van Jan Verhuist en aan zijn goed genoemd VRANCX BROUCK.Het rapport werd gezegeld door Pauwels Moens op verzoek van de leenhouder omdat die geen zegel bezit op 2 januari 1612.
- 4350 Jaspar d'Hauwere, zoon van Jan, doet verhef van zijn leen van anderhalf dagwand groot waarvan het dagwand ligt op de CUTSEREROO MEEREpalende aan het goed van de erfgenamen van Joos van den Breen, en aan het goed van de erfgenamen van Willem Vermeere. Het ander half dagwand ligt op DE BEKEen paalt aan het goed van de erfgenamen van Joos van den Breen, noort aan het goed van de erfgenamen van Willem Vermeere en oost aan DE CUTSERO MEERE. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder op 2 januari 1612.
- 4351 Arnoult van Damme, zoon van Adriaen, doet verhef van zijn leen van twee dagwand en half. Van het perceel ligt een dagwand op CUTSEROOMEERE palende aan Barbara sHauwers en aan TBEKEVELT.Het ander anderhalf dagwand ligt aan Philips Spanoghe gehuwd geweest met Catharina van Damme op T VELT de BEKE genoemd en paalt aan het vorig dagwand dat de leenhouder te gevolge staat. Het rapport werd ondertekend door de leenhouder omdat hij geen zegel bezit op 4 november 1613.
- 4352 Joos van Nuffele zoon van Adriaen doet verhef van zijn leen van drie dagwand en vijfentwintig roeden waarvan een half bunder meers is. Het leen paalt aan Anthuenis Kindt, aan DEN BRABANTSCHEN BOCHT en het dagwand en vijfentwintig roeden zijn in het bezit van Digne sKeersmakers op HET CAPELLEVELT aan DE CLUYSE gelegen en staat de leenhouder te gevolge. Het rapport werd door de leenhouder ondertekend met zijn merk bij gebrek aan zegel op 26 mei 1614.
- 4353 Thomas van den Broecke, zoon van Daniel, doet verhef van zijn leen van vijf dagwand en vijfentwintig roeden. Hiervan is een dagwand een gesloten veld TVELKEDEKEN VAN RODEgenoemd palende aan BOSSCHERVELT. Een dagwand en vijfentwintig roeden liggen op DE BAVEGHEM CAUTERen is in het bezit van de leenhouder via zijn vrouw Tanne van den Bossche. Dit leen paalt aan Antheunis Kints aan het goed van het klooster TEN ROOSEN.Nog doet hij verhef van een dagwand op de zelfde kouter in het bezit van Cornelis van den Broucke palende aan Brabant. Nog een dagwand op DAMELSBROECde voornoemde Cornelis toebehorende en paalt aan Antuenis Kints en aan het bos van de kinderen van Jan Schoormans. Nog een weide toebehorende Hendric van Lysbetten palende aan Jan van Damme. Het rapport werd gezegeld door de leenhouder op 9 juni 1614.
186 gevonden, 101 t/m 120 getoond, pagina 6 van 10