Inventaire des archives du château d'Elseghem. Tome I . Famille de Ghellinck + Fonds de Ghellinck-Vaernewyck. Tome III, 1270-1905
BE-A0514_107336_105225_DUT
Identificatie van de toegang:
BE-A0514 /
FM24
Das Staatsarchiv in Belgien
1919
This finding aid is written in
Dutch.
Beschrijving van het archief
Identificatie van de toegang:
BE-A0514 / FM24
Naam archiefblok:
- Fonds de Ghellinck-Vaernewyck. Familie de Ghellinck
Zeitraum:
1270-1905
Familien und Personen (Y)
LAATSTE BESTANDDEELNUMMER
9286.00
OMVANG GEïNVENTARISEERD
15.20 m
Archiefbewaarplaats
Rijksarchief te Gent
Archiefvormers
- Schepenbank van Elsegem, 13de eeuw - 1795
- Heren en leenhof van Elsegem, 1595-1795
- Armentafel van Elsegem, 13de eeuw - 1796
- de Potter d'Indoye (familie), 15de eeuw - heden
- de Kerchove (familie), 16de - 19de eeuw
- Spijker van Kortrijk, 12de eeuw - 1795
- van den Berghe (familie), 14de - 19de eeuw
- Borluut (familie), 13de - 20e eeuw
- de Ghellinck (familie), 13de - 20e eeuw
- Heren van Ten Doorne te Elsegem, 12de eeuw - 1795
- Heren van Ter Schelden te Elsegem, 12de eeuw - 1795
- Schepenbank en dorpsbestuur van Elsegem ['parochie'], 13de eeuw - 1795
- Leenhof van Elsegem, 13de eeuw - 1795
- Gilde van Sint-Sebastiaan te Elsegem, 1763-1893
- Heren van Ter Ruwen en Kalmont te Ruien, 13de eeuw - 1795
- Dorpsbestuur van Ruien ['parochie'], 13de eeuw - 1795
- Leenhof van Ter Ruwen te Ruien, 13de eeuw - 1795
- Heren van Halle en Troysmote, 13de eeuw - 1795
- Heren van Imbiese, 13de eeuw - 1795
- Heren van Gorchem, 13de eeuw - 1795
- Heren van Steenbrugge en Walle, 13de eeuw - 1795
- Heren van de Ammanie van Harelbeke, 14de eeuw - 1795
- Heren van Bauvekerke, 13de eeuw - 1795
- Heren van Cordes, 13de eeuw - 1795
- de Buus (familie), 16de - 18de eeuw
- Wallaert (familie), 14de - 18de eeuw
- de la Deuze (familie), 15de - 17de eeuw
- Bette (familie), 15de eeuw - 1792
- van de Vivere (familie), 16de - 19de eeuw
- van den Haute (familie), 16de - 18de eeuw
- de Valenzi (familie), 18de - 19de eeuw
- de Maulde (familie), 17de - 19de eeuw
- de Navigheer (familie), 17de - 19de eeuw
- de Colenbuèn, 19de-begin 20e eeuw
- Heren van Wingene te Desselgem, 13de eeuw - 1795
- Heren van Ter Malse te Geluwe, 13de eeuw - 1795
- Heren van Drogenstroom, 13de eeuw - 1795
- Heren van Ter Koutere te Menen, 13de eeuw - 1795
- Heren van Heule, Woestijne en Perre te Menen, 13de eeuw - 1795
- Heren van Nokere ter Borcht, 12de eeuw - 1795
- Heren en Laathof van Sint-Baafs te Oudegem, 14de eeuw - 1795
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
- 1 Bezetting van een rente van 3 pond parisis, te vervallen op Kerstmis, ten voordele van Nicolas Gheylinc en zijn erfgenamen, door Jean Gheentsone, die erkent het kapitaal ervan te hebben ontvangen en de hypotheek van 2 bunders en een halve dagwand grond in Morenbroek, met goedkeuring van Heineman, zijn broer en naaste erfgenaam. 27 januari 1287 1 charter
- 3 Overdracht van Rasse van Liedekerke, heer van Boelare, ridder, ten voordele van Simon den Meyer, voor vier bunders grond, gelegen bij Vosholeputte, gekocht van Jean den Brabantere, van der Beken genaamd, en de molen genaamd Clementienmolen, met bijbehorende gebouwen en grond, alsook de beek stroomopwaarts en stroomafwaarts, op heel de heerlijkheid van de heer van Boelare, met de feodale rentes de er van afhangen. Februari 1296 1 charter
- 8 Testament van Jean Gheylinc, zoon van Jean, inwoner van Geraardsbergen, betreffende schenkingen, o. m. aan het Sint-Adrianusklooster in Geraardsbergen, aan het hospitaal, het leprozenhuis, het begijnhof en de armen van Geraardsbergen, aan zijn zuster Beatrix Gheylinc, zuster van het hospitaal, aan familieleden die bij hem in zullen wonen bij zijn overlijden. 1330 1 stuk
- 12 Codicil opgemaakt door Jean Gheylinc om aan zijn testament te worden toegevoegd. Bevat o.m. de vermelding dat Nicolas Gheylinc en Rasse moeten uitbetaald worden wat Jean hen verplicht was, en dat daarvoor al zijn roerende en onroerende bezittingen kunnen worden aangewend. De erfenis moet ook worden aangewend tot het bouwen van een kerk op de plaats waar zijn vrouw Elisabeth is begraven. 8 november 1332 1 stuk
- 14 Tweede codicil door Jean Gheylinc aan zijn testament. De hierboven genoemde schenking van de rente wordt herhaald. De schenking aan Elisabeth Gheylinc, dochter van Adrien, wordt vermeerderd met 100 pond parisis, en met een bunder weide genaamd Gaver en een andere in drie verdeelde bunder in de parochie van Vloesergem. Elisabeth zal gebruik kunnen maken van deze gronden tot ze in het bezit komt van de haar geschonken som. 11 augustus 1333 1 stuk
- 15 Tweede testament van Jean Gheylinc, zoon van Jean, burger van Geraardsbergen. Bevat vele schenkingen: aan verschillenden geestelijken en kloosters, aan armen; de schenkingen aan Nicolas Gheylinc en Rasse, Elisabeth dochter van Adrien en het kartuizerklooster van Sint-Martens-Bos worden bevestigd. Schenking aan de Heilige Geesttafel van Sint-Martens-Lierde. 21 september 1333 1 charter
- 17 Schenking door Nicolas Gheylinc zoon van Rasse, ten voordele van het kartuizersklooster van Sint-Martens-Bos, door Jean Gheylinc gesticht. Het betreft goederen in de parochies van Hasselt (Sandberghe) en Hemelverdegem; hij behoudt het vruchtgebruik ervan tot aan zijn dood. 6 januari 1336 1 chirograaf
- 19 Willem I, graaf van Namen, stemt toe dat de kartuizers van Sint-Martens-Bos in Lierde een leenman aanduiden voor de leenverheffing van 6 1/2 bunders bos in Nederbrakel, uit liefdadigheid geschonken door Jean Gheylinc aan de kartuizers. De graaf stelt het klooster vrij van het betalen van de rechten aan de graaf en zijn opvolgers. 1 april 1347 1 charter (vidimus)
- 20 Gerard Gheylinc en Louis van Vilbeke, schepenen van Geraardsbergen, treden op als getuige bij de verkoop van een rente van 8 schellingen parisis, door Gerard van Vianen ten voordele van zijn zuster Elisabeth. Als hypotheek dient een huis gelegen in de Brinkstraat (Brincxstraete) in Geraardsbergen. 10 augustus 1354 1 chirograaf
- 21 Schenking van diverse gehypothekeerde rentes op huizen in Geraardsbergen, door Jean de Vincke en Jean de Scunière, genaamd de Zelversmet, ten voordele van de abdij van Beaulieu in Petegem. Betreft o.m. een huis van Gerard Gheylinc gelegen op de markt van Geraardsbergen. 7 december 1361 1 chirograaf
- 24 Verkoop van Laurent Kerstiaens, van Sint-Martens-Lierde, aan Josse van Nederdorpe van gronden en een hoeve met weiden in Sint-Martens-Lierde. Deze gronden werden geërfd door Jean Gheylinc; bepaalde opbrengsten komen toe aan de kapelanie van het hospitaal van Geraardsbergen. 20 mei 1369 1 chirograaf
- 26 "Publicum instrumentum" van Jean Nicasius van Anderlen (?), openbare notaris, priester van het bisdom van Kamerijk, dat vaststelt dat Ghiselbert, vander Beken genaamd, een rente erkent ten voordele van het kartuizerklooster van Sint- Martens-Bos, bezwaard met akkerland van 36 roede in Deftinge. 1 december 1370 1 charter
- 31 Schenking aan het klooster van Sint-Martens-Bos door Georges van den Boede, secretaris van de hertog van Bourgondië, van alle huizen, gebouwen en muren die hij liet bouwen op een terrein behorende tot het klooster. Hij behoudt het recht om er te wonen tot aan zijn dood. 11 april 1418 1 chirograaf
- 33 Jean de Sceppere, echtgenoot van Marguerite Gheylinc, dochter van Adrien, neemt afstand van alle rechten op stukken grond in Sint-Martens-Lierde, gegeven als borg aan Arnould van Voshole voor een rente van 20 schelling gr., destijds opgesteld door Adrien Gheylinc en gehypothekeerd op 7 bunders in het Capelleveld en het Dinnelenveld in Sint-Martens-Lierde. 28 april 1419 1 stuk
- 38 Schenking van Georges van den Boede, raadsheer van de hertog van Bourgondië, aan het kartuizerklooster van Ten Bossche, van het leen van Ten Borre, in Sint-Martens-Lierde. Het stuk grond is 3 dagwand groot. Hij onterft zich ervan en stelt de abt van Ten Bossche aan als erver. 18 maart 1422 1 charter
- 39 Jean van Mullem, erfmeier van de gemeenschap van Geraardsbergen, koopt aan Gilles Collagen een rente van 25 schelling parisis voor een som geld dat hij heeft betaald. De rente, vervallend op Kerstmis, wordt gewaarborgd door een andere rente van 40 schelling, gehypothekeerd op stukken grond in Sint-Martens-Lierde. 1 maart 1423 1 chirograaf
- 41 Vonnis van de schepenen van de Gentse Keure, met als partijen het kartuizerklooster van Sint-Martens-Bos en Nicolas Gheylinc, die een stuk grond had verkocht aan Georges van den Borre, die het op zijn beurt aan het klooster had geschonken. Nicolas Gheylinc betwist de meting van het stuk grond. 10 mei 1424 1 stuk
- 44 Jean Gheylinc en zijn vrouw Marie Polaerts geven aan Jean de Moldere, in eeuwige verpachting, een perceel grond gelegen in Sandberghe, een dagwand groot, op voorwaarde dat hij er binnen het jaar een huis zal bouwen. Jean Gheylinc en zijn vrouw behouden het recht van overpad om de hoofdweg te kunnen bereiken. 31 mei 1431 1 charter
- 45 Florent van Maercke en Marguerite S'Vaes, zijn vrouw, doen afstand van alle rechten op een goed genaamd Ter Nieuwpoort in Sint-Maria-Oudenhove, ten voordeel van het kartuizerklooster van Sint-Martens-Bos, die het in bezit had. De prior verplicht zich ertoe een lijfrente te betalen van 16 pond gr. hun leven lang. Als waarborg geeft hij het goed genaamd Ten Bossche en de rentes op de goederen van Gilles Hergots. 28 september 1432 1 charter
- 53 Gilles Hergoet, van Sint-Martens-Lierde, Paroene, zijn vrouw en hun zonen Gilles en Pierre Hergoet krijgen hun leven lang in het stuk grond in pacht genaamd Ter Weede, en andere stukken grond in Lierde, mits het betalen van een jaarlijkse aandeel alsook de renten en cijnsen verbonden aan het stuk grond. De kartuizers behouden het recht een bron te gebruiken, en zand te innen. 16 oktober 1451 1 charter
- 54 "Publicum instrumentum" waarin wordt vastgesteld dat Jean van den Hecke, prior van het kartuizerklooster van Sint-Martens-Bos, al de gronden genaamd Ter Weede en andere in Lierde in pacht heeft gegeven aan Gille Hergoet van Sint- Martens-Lierde, aan Peroenen, zijn vrouw en aan zijn twee zonen Gilles en Pierre. 16 oktober 1451 1 stuk
- 55 Vonnis van de schepenbank van Neder-Boelare, waarin Gilles van Laerebeke, vertegenwoordiger van de prior van de kartuizers bij Gent, een achterstallige rente van 12 schelling gr. tournois voor de rechtbank eist, tegen Etienne Hoeybaert, die de rente sinds enkele jaren niet meer had betaald. 12 december 1454 1 charter-chirograaf
- 56 Josse de Steelant, jurist, heer van Ten Broeke in Sint-Martens-Lierde, op vraag van de prior en het kartuizerklooster, bevestigt dat de genoemde geestelijken in het bezit komen van 3 dagwand en 80 roedes bos, zijnde een heerlijkheid; zij hadden het gekocht met de opbrengst van aalmoezen. 8 augustus 1487 1 charter
- 58 Twee grote dossiers met charters, staten van goes, verkoopsakten van gronden en renten, enz., gekopieerd in het Rijksarchief en in de registers van Gedele en de Keure van Gent, de archieven van Geraardsbergen en Kortrijk, betreffende de Gheylinc, Gheilinck en Ghellinck. Bevat ook andere kopieën van charters uit de Archives départementales du Nord in Rijsel en de stadsarchieven van Brugge en Ieper. 1279-1680 ca. 300 stukken
- 63 Akte van onterving en erfstelling van de heerlijkheid Reynsakker, dat afhangt van Ooigem, gelegen in Wevelgem en Menen, waar een baljuw en zeven schepenen recht op hebben. Burggrafelijk gerecht gesproken door Gilles-Philippe de Crombrugghe, zoon van Georges, ten voordele van Jean-Baptiste Ghellinck en zijn zuster Cornélie Ghellinck, weduwe van Jean Cocle. 21 februari 1686 1 stuk
- 67 Schenkingsakte van Jean-Baptiste Ghellinck, burgemeester van Kortrijk en zijn vrouw Isabelle Marre, voor de schenking aan hun zoon Jean-Baptiste, echtgenoot van Marie-Marguerite Wallaert, van de heerlijkheid van Reynsacker en een tweede heerlijkheid op de parochie van Beveren, op de heerlijkheid van Wingene. 18 februari 1698 1 stuk
- 77 /BIS Aanwerving van de erfelijke inkomsten uit de spijker van Kortrijk, leengoed, en van de heerlijkheid van Halle in Harelbeke, voor een som van 400.000 gulden, door Jean-Baptiste Ghellinck, van François-Gilbert-Joseph du Chastel, graaf van Blangerval, markies van Rollegem. Met onterving en erfstelling, ten voordele van Jean-Baptiste Ghellinck, van de spijker (leengoed) van de stad en kasselrij van Kortrijk en grond in Menen en Wervik. 22 augustus 1715 1 stuk
- 80 Staten van goed en inventaris van alle onroerende goederen nagelaten door Marie-Marguerite Wallaert, dochter van Adrien, echtgenote van Jean-Baptiste de Ghellinck. De erfgenamen zijn haar zes kinderen: François-Bonaventure, Adrien-Xavier, Jean-Baptiste-Mathieu, Joseph-Ignace-Bernard, Louis-Charles en Isabelle-Marguerite-Josèphe-Bernarde. 14 mei 1716 1 register
- 92 - 95 Verkoopakte van de grond en heerlijkheid van Elsegem, Rockeghem, Ten Doorne, Ter Schelden, Mortaigne, van een heerljkeid onder Ter Schelden, alsook Ter Ruwen in Ruien bij Berchem, en het bos van Calmont. Verkoop door Jean-Joseph burggraaf van Berghes aan Jean-Baptiste de Ghellinck. Volgen: een kwitantie van de aankoopprijs betaald aan de burggraaf van Berghes; twee aktes van onterving van de burggraaf van Berghes en de erfstelling Jean-Baptiste de Ghellinck. Annexen met goedkeuringen van andere leden van de familie de Berghes. 22 augustus 1718
- 137 Onkostendeclaraties voor het feodale hof van Sint-Eloois-Vijve, dienend als stukken in het proces waarin Robert-François baron de Beer bezwaar aantekent tegen de verkoop van het domein van Elsegem door Jean-Baptiste de Ghellinck. Robert François de Beer doet beroep op zijn naastingsrecht. (Hij daagt echter niet op, waardoor de verkoop doorgaat). 1718 1 stuk
- 139 Ridder Jean-Baptiste de Ghellinck, heer van Reynsacker, staat toe dat Robert-François baron de Beer de Meulebeke, gebruik kan maken van zijn rechten en hem de prijs van 42 000 gulden terugbetaalt, met alle onkosten, leenheffingen enz., en vraagt hem dat hij een kwitantie geeft om de verwerving te bevestigen. 8 november 1718 1 stuk
- 153 Akte van overdracht van de heerlijkheid van Calmont, ten voordele van Jean-Baptiste de Ghellinck, zoon van Jean-Baptiste, ridder en heer van Reynsacker, na de verkoop door Jean-Joseph burggraaf van Berghes. Bevat een procuratie van Jean- Baptiste Van Lerberghe voor de uitvoering overdracht aan het feodaal hof, en de complete akte van verkoop van de gronden en heerlijkheid van Elsegem. 26 september 1719 1 stuk
- 154 Jean-Baptiste van Lerberghe, bij volmacht voor Jean-Baptiste de Ghellinck, ridder en heer van Reynsacker, zoon van Jean-Baptiste, residerend in Kortrijk, verschijnt voor de grootbaljuw, leenheren en de griffier van de baronie van het Land tussen Marke en Ronne, en de heerlijkheden van Melden en Nukerke. Hij verklaart het leen te verheffen van de heerlijkheid van Calmont. 26 september 1719 2 stukken
- 156 Hubert den Dooven, zoon van Arnouls, verschijnt voor de baljuws en leenheren van het feodaal hof van Berchem, voor de opstelling van een verkoopcontract, opgesteld voor de burgemeester en schepenen van Kortrijk op 12 augustus 1718. Jean- Joseph burggraaf van Berghes, zoon van Pierre, verkoopt aan Jean-Baptiste de Ghellinck, zoon van Jean-Baptiste, ridder, heer van Reynsacker, enz. Volgt de opsomming van de leengoederen en gronden. 13 november 1719 1 stuk
- 157 Jean-Baptiste van Lerberghe, als procureur en namens Jean-Baptiste de Ghellinck, verschijnt voor de baljuws en leenheren van het feodaal hof van Berchem. Hij verklaart het leen te verheffen, genaamd t'hof te Ruen, 9 bunders greet, met 52 achterleengoederen, dat hij had verworven van Jean-Joseph burggraaf van Berghes. 13 november 1719 1 stuk
- 158 Ontvangstbewijs door Jean-Baptiste Ghesquière, grootbaljuw van de baronie van het Land tussen Marke en Ronne en de heerlijkheden van Melden en Nukerke, voor de leenverheffing door Jean-Baptiste-François Van Lerberghe, procureur namens Jean-Baptiste de Ghellinck. Leenverheffing van de heerlijkheid van Calmont. 14 november 1719 1 stuk
- 160 Benoeming, door Jean-Baptiste de Ghellinck, van Pierre Mesdach tot griffier van de heerlijkheid van Elsegem voor een periode van vier jaar, van 20 januari 1719 tot 20 november 1723. Volgt de vernieuwing van de commissie van de griffier als voogd van de minderjarige kinderen van Jean-Baptiste de Ghellinck. Vernieuwingen van de commissie van de griffier voor drie jaar (tot 1726 en tot 1729). 20 november 1719 1 stuk
- 164 Plakkaat van de belastingsadviseurs van H. M. in Vlaanderen, meldend dat alle titels en adellijkheidsverklaringen verleend aan onderdanen van H. M. in de Nederlanden gedurende de bezetting door de graaf van Anjou nietig zullen worden verklaard. Andere diploma's zullen geldig zijn indien de originelen werden gestuurd en ze ingeschreven zijn in de registers "ad hoc", met goedkeuring van de Staat der Nederlanden. 23 september 1720 1 stuk
- 167 Jean-Benoit, voogd van de kinderen van wijlen Jean-Baptiste de Ghellinck, verschijnt voor de baljuws en schepenen van het Land tussen Marke en Ronne, en verklaart, in naam van de kinderen, de heerlijkheid van het bos van Calmont te verheffen. Ignace Ghesquière wordt benoemd als "bediendelijke man". 11 december 1721 1 stuk
- 168 Ontvangstbewijs van Jean-Baptiste Ghesquière, grootbaljuw van het Land tussen Marke en Ronne en van de heerlijkheden van Melden en Nukerke, voor de leenverheffing door Matthieu-Xavier de Ghellinck, ridder en heer van Reynsacker, Elsegem, Rokegem, Ten Doorne, Ter Schelden, Mortagne, ter Ruen, enz., van de heerlijkheid van Calmont. 24 december 1721 1 stuk
- 169 "Controlle van den onfanckbouck" van Matthias-Xaverius Ghellinck, ridder en heer van Walle, enz. voogd bij testament van Adrianus-Xaverius, Joannes-Baptiste-Mattæus, Josephus-Ignatius-Bernardus, Ludovicus-Carolus en Isabelle- Marguerite-Josephe-Bernarde Ghellinck, kinderen van Jean-Baptiste Ghellinck. 1721-1721 1 register
- 171 - 314 Stukken van een proces tussen Matthieu-Xavier de Ghellinck, ridder en heer van Walle, voogd van de minderjarige kinderen van Jean-Baptiste de Ghellinck, en Pierre-Philippe de Béchade, heer van Rochepine, Hemsrode en de parochie van Ansegem. Het betreft de afbakening van de respectievelijke jachtrechten. 1721-1731
- 318 Jean Benoit, baljuw van Ansegem, naar aanleiding van een volmacht gegeven in Kortrijk op 13 november 1721, verschijnt voor de baljuws en schepenen van het feodaal hof en verklaart er het leen te verheffen genaamd 't hof te Ruyen in Ruien en Berchem, namens Matthieu-Xavier de Ghellinck, als testamentaire voogd van de minderjarige kinderen van wijlen Jean-Baptiste de Ghellinck. 21 januari 1722 1 stuk
- 320 Ontvangstbewijs geleverd door Jacques de Backer, grootbaljuw van H. M. keizer Karel VI, als graaf van Vlaanderen, voor de stad, parochie, prinselijk huis en feodaal hof van Harelbeke, van de leenverheffing van de heerlijkheid van Halle in Harelbeke door de erfgenamen van wijlen Jean-Baptiste de Ghellinck, vertegenwoordigd door Matthieu-Xavier de Ghellinck. 29 december 1722 1 stuk
- 321 Ontvangstbewijs geleverd door Jacques de Backer, grootbaljuw van H. M. keizer Karel VI, als graaf van Vlaanderen, voor de leenverheffing van de heerlijkheid van Troysmote in Harelbeke, door Matthieu-Xavier de Ghellinck, voogd van de minderjarige kinderen van Jean-Baptiste de Ghellinck. 29 december 1722 1 stuk
Vaste URL: https://search.arch.be/ead/BE-A0514_107336_105225_DUT
Bookmark url: https://search.arch.be/ead/BE-A0514_107336_105225_DUT