---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : G:Onderwijs. Scholen. Universiteiten.
Bron : Latijnse Scholen
Periode : 1762-1775
Datering: 11 augustus 1762 (aankomst en voorlopige vestiging te Brugge); 19 augustus 1762 (voorlopige toelating landvoogd voor vestiging college Sint-Omaars te Brugge); 2 september 1762 (voorlopige toelating landvoogd voor vestiging college Watten te Brugge); 1 december 1762 (officiële toelating tot vestiging te Brugge); 1773 (overname door de Engelse dominicanen van Bornem).
Studentenaantallen: ca. 170 (1762); 81 in het Klein college en 90 in het Groot college (1764); 40 in het Groot college (25 oktober 1773); 7 in het Groot college (11 december 1774).
Historische notitie
Toen in 1762 de Sociëteit van Jezus in Frankrijk werd afgeschaft, moesten de Engelse jezuïeten van het college van Sint-Omaars en van het zogenaamd Klein Engels college te Watten op zoek naar een nieuwe vestigingsplaats. Brugge werd daarbij als meest geschikt verkozen, onder andere omwille van de gemakkelijke verbinding met het thuisland. Rekening houdende met het financiële en commerciële voordeel dat de komst van ca. 170 Engelse studenten met zich bracht en de uitgelezen kans die aldus aan de plaatselijke (Brugse) jeugd werd geboden om kosteloos Engels dé handelstaal bij uitstek te leren, was de Brugse magistraat een vestiging van de Engelse paters en hun colleges uiteraard zeer genegen
Na een twee dagen durende exodus vanuit Duinkerke kwamen de eerste Engelse jezuïeten op 11 augustus te Brugge aan. Ze huurden aanvankelijk twee huizen, waarin hun colleges werden ondergebracht. De humaniorastudenten van het Groot college verbleven tot 1773 in het huis genaamd De Zeven Torens of Gouvernement in de Hoogstraat. Het Klein college vestigde zich in het vroegere natiehuis en consulaat van de Engelse wolhandelaars (Hotel Agile) op de hoek van de Spiegelrei en de Schrijnwerkersstraat. Het huidige gebouw dateert althans ten dele uit 1768 en werd in opdracht van rector William Aston uitgebreid naar het plan van architect Henri Pulinckx. Daarnaast bezaten de Engelse jezuïeten ook nog een buitengoed, Momelbeke genaamd, gelegen te Koolkerke. Dat zij voornemens waren te Brugge te blijven, blijkt tevens uit het feit dat zij in 1764 een terrein kochten op de Vrijdagmarkt en door Paul De Cock, professor aan de Brugse Tekenacademie, plannen lieten maken voor de bouw van een nieuwe vestiging van het Groot college. Die plannen werden echter nooit uitgevoerd
Beide instellingen deden het zeer goed en genoten grote bijval van de plaatselijke bevolking. Bij de opheffing van de Sociëteit in 1773 telde het Groot college 90 scholieren, het Klein 81. Naast Latijn en Engels werd er ook Grieks, Frans en aardrijkskunde gedoceerd. Niet alleen Engelse kostgangers, maar ook enkele Zuid-Nederlandse scholieren liepen er school; in 1773 waren dat er negen in het Groot en 17 in het Klein college. Vermits de overgrote meerderheid van de scholieren echter van Engelse afkomst was, verbleven de meesten onder hen als pensionaris in één van beide colleges
Over de lotgevallen van de Engelse colleges sinds de opheffing van de jezuïeten zijn wij goed gedocumenteerd. Zowel de Brugse bisschop, Joannes-Robertus Caïmo, als de magistraat van de stad waren sterk gekant tegen de sluiting van beide colleges. Vanuit het bisdom konden niet snel genoeg vervangers worden aangeduid, die ook de Engelse taal machtig waren. In afwachting plaatste men Thomas Berington, directeur van de Engelse augustinessen van Windesheim te Brugge, samen met de priesters J.F. de Gryse en Bernard Moens aan het hoofd van het Groot college. Uiteindelijk werden de Engelse dominicanen van Bornem bereid gevonden om beide colleges over te nemen. De overdracht gebeurde op 15 oktober 1773. Het Groot college herbergde toen nog 21 jezuïeten (zeven paters, zeven scholastieken en zeven lekenbroeders) terwijl in het Klein college nog negen ordeleden verbleven (vijf paters, twee scholastieken en twee lekenbroeders)
Bij het overbrengen van de jezuïetenleraars naar het college van de Vlaamse jezuïeten aan de Verversdijk brak onder de scholieren van het Groot college een spontane opstand uit die door de dominicanen niet kon worden bedwongen. Meerdere studenten ontsnapten als gevolg daarvan uit de school. Door tussenkomst van de Brugse bisschop en de stadsmagistraat kon de orde tijdelijk worden hersteld, maar uiteindelijk diende het Groot college reeds op 25 oktober 1773 te worden gesloten. De pas geïnstalleerde dominicanenregent Albert Underhill kon onverrichter zake naar Bornem terugkeren. Een gedeelte van de scholieren werd eveneens meteen naar Bornem overgebracht. De overige studenten ca. 40 in totaal werden in afwachting van de beslissing van hun ouders over de stad verspreid. Een aantal van hen werd overgebracht naar het Klein college. De grootste heethoofden werden tijdelijk in enkele Brugse religieuze instellingen geplaatst (cellebroeders, dominicanen en karmelieten). Rond 15 december 1773 werden ook laatstgenoemde scholieren waarvan er maar negen of tien meer overbleven naar het Klein college overgebracht. Daar verbleven op dat moment nog zon zestien tot zeventien scholieren. Ondertussen waren in november de beide rectoren van de Engelse jezuïeten Aston (Klein college) en Angier (Groot college), samen met procurator Plowden naar de augustijnen van Gent overgebracht. Daar werden ze uiteindelijk pas in mei 1774 opnieuw vrijgelaten op voorwaarde dat ze onmiddellijk de Oostenrijkse Nederlanden zouden verlaten
Aston bleef vanuit Luik aanvankelijk regelmatig contact houden met de Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde betreffende de plannen voor een mogelijke heroprichting van een Engels college te Brugge. Onder leiding van een seculiere geestelijke zouden de ex-jezuïeten samen met andere seculiere priesters opnieuw voor het onderwijs aan Engelse studenten worden ingeschakeld, waarbij Aston zelfs de functie van studieprefect kreeg aangeboden. Toen na enig rondschrijven evenwel bleek dat dit plan op weinig enthousiasme kon rekenen van de ouders in Engeland, werd het al snel afgeblazen. Het wanbeleid van dominicanenregent Augustin Noël en de steeds slechter wordende financiële toestand zorgden er tenslotte voor dat ook het Klein college op 15 januari 1775 de deuren diende te sluiten. De ouders van de 34 nog aanwezige scholieren werden op voorhand op de hoogte gebracht. Hen werd de keus gelaten om ofwel hun kinderen te laten ophalen ofwel ze te laten overplaatsen naar het college van de Engelse dominicanen te Bornem (voor scholieren jonger dan 14 jaar) of het Engels pensionaat te Wilhours bij Ath (voor scholieren ouder dan 14). Uiteindelijk werden in 1775 nog een zevental jongeren over Bornem en Wilhours verdeeld
Kort na het gedwongen vertrek van de Engelse jezuïeten te Brugge in 1773 bestonden aanvankelijk ook plannen om het Groot Engels college herop te richten in de leegstaande gebouwen van de afgeschafte Gentse Sociëteit (zie Jezuïetencollege Gent). Vroeger al waren het noviciaat en tertiaat vanuit Watten naar Gent overgebracht. Deze plannen werden definitief opgeborgen toen Maria-Theresia in 1777 besloot er het nieuw opgerichte Koninklijk college-pensionaat in onder te brengen
Een aaneengesloten archiefbestand van het college van de Engelse jezuïeten te Brugge werd niet teruggevonden. Een aantal losse stukken zitten verspreid over de volgende bestanden.
RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nrs. 2731-2737/5 (toegang: Sociëteit van Jezus te Brugge. Brussel, 1992) betreft voornamelijk documenten omtrent de vestiging en opheffing van beide Engelse colleges te Brugge. Het onderdeel werd inmiddels aangevuld met enkele niet-geïnventariseerde nummers (zie infra, nrs. 1 en 3).
RA Brugge, Cumulus Ecclesiasticus (toegang: M. NUYTTENS. Inventaris van de verzameling Cumulus Ecclesiasticus. Brussel, 1998) bevat voornamelijk losse processtukken.
RA Brugge, Oorkonden met blauw nummer, nr. 1034 (toegang: M. VANDERMAESEN. Inventaris van de verzameling oorkonden met blauw nummer. Rijksarchief Brugge. Brussel, 1996) betreft een testamentaire schenking waarin Marie Lovell een huis met gronden in de Brugse Carmerstraat ter beschikking stelt van de overste van de Engelse jezuïeten van Gent, met de bedoeling een huis van de Engelse Sociëteit in Brugge te vestigen. Aldus zouden reeds in 1628 plannen hebben bestaan om de Engelse jezuïeten naar Brugge te halen.
SA Brugge, Oud Archief, nr. 473 (toegang: A. VANDEWALLE. Beknopte inventaris van het stadsarchief van Brugge, deel I: Oud Archief. Brugge, 1979) bevat voornamelijk bundels processtukken betreffende het Vlaamse college, maar ook een aantal documenten betreffende de vestiging en afschaffing van de Engelse colleges.
RA Gent, Raad van Vlaanderen, nrs. 31.519-31.523 (toegang: J. BUNTINX. Inventaris van het Archief van de Raad van Vlaanderen, 9 dln. Brussel, 1964-1979) betreffen het beheer van de goederen van de afgeschafte Engelse jezuïetencolleges te Brugge.
SA Brugge, Plakkaten, ordonnantiën en reglementen, nr. 1790 (toegang: Inventaris der Plakkaten, ordonnantien en reglementen der stad (XVI tot XVIII eeuw). S.l., s.d. (handgeschreven inventaris)): een verbod op 17 augustus 1769 door de stad uitgevaardigd om aende pensionnairen der Ingelsche Jesuiten te insulteren of te naerroepingen te doen.
Archiefmateriaal over de relatie van de Nederduitse met de Engelse jezuïetenprovincie is te vinden in RA Antwerpen, Nederduitse jezuïetenprovincie, nrs. 3523-3545 (toegang: H. CALLEWIER. Inventaris van het archief van de Nederduitse provincie der jezuïeten (Provincia Belgica, vervolgens Provincia Flandro-Belgica) en van het archief van het professenhuis te Antwerpen, (1388) 1564-1773. Brussel, 2006).
1.Stukken met betrekking tot de oprichting van de school
RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2737/5: Kopie van de patentbrief van keizerin Maria-Theresia betreffende de vestiging van het college van de Engelse jezuïeten van Sint-Omaars te Brugge (1 december 1762). De voornaamste documenten betreffende de vestiging van beide Engelse colleges te Brugge zijn te vinden in RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nrs. 2731-2737 en verspreid tussen de stukken over het Vlaamse jezuïetencollege in SA Brugge, Oud Archief, nr. 473. Zie ook RA Brugge, Cumulus Ecclesiasticus, nr. 616: processtuk aangaande de aankoop door de Engelse jezuïeten van huizen en terreinen aan de Vrijdagmarkt te Brugge (1764) en SA Brugge, Politieke oorkonden 16de-18de eeuw, nr. 700: octrooi- en amortisatiebrieven van huizen en gronden ten voordele van de Engelse jezuïeten te Brugge (1764).
2.Historiografische bronnen m.b.t. de geschiedenis van de school
RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2731 bevat onder meer een handgeschreven Nederlandstalig ooggetuigenverslag betreffende de afschaffing van de Engelse colleges te Brugge. Eveneens ingebonden in hetzelfde register is een Engelse uitgave van dit verslag en enkele bijgevoegde bronnen (An account of the distruction of the English colleges, at Bruges, in the year 1773). Auteur en herkomst zijn onduidelijk. W. ROBINSON. 'Notice sur les collèges des pères jésuites anglais à Bruges'. Annales de la Société dEmulation pour létude de lhistoire et des antiquités de la Flandre, 34 (1884) p. 110 verwijst tevens naar een ooggetuigenverslag van de hand van pater Charles Plowden procurator van het Groot college ten tijde van de opheffing bewaard in de archieven van Stonyhurst college te Lancashire. Ditzelfde archief zou ook een aantal andere ooggetuigenverslagen bevatten, onder meer van pater Joseph Reeve betreffende het overbrengen van beide Engelse colleges naar Brugge (1762). Uittreksels uit deze en andere historiografische bronnen bewaard te Stonyhurst, werden uitgegeven in het genoemde artikel van Robinson. ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24A bevat een Rapport général concernant les deux collèges des ci-devant jesuites anglois à Bruges van 7 december 1773 dat onder meer een histoire de létablissement de ce quon nomme le grand et petit collège à Bruges bevat.
3.Stukken met betrekking tot de afschaffing van de school
Het dossier in ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24 kan worden aangevuld met de stukken bewaard in ARA, Secretarie van Staat en Oorlog, nrs. 1889-1893; RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2731; RA Brugge, Cumulus Ecclesiasticus, nr. 2885; SA Brugge, Oud Archief, nr. 473; ARA, Rekenkamer, nr. 28.501 en RA Gent, Raad van Vlaanderen, nrs. 31.519-31.523. Het dossier betreffende de afschaffing van het Vlaamse college te Brugge bevat ook enkele processen-verbaal betreffende de ondervraging en vrijlating van de Engelse jezuïeten uit de gebouwen van hun Vlaamse collegas aan de Verversdijk (22-28 oktober 1773) (ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 23). Zie ook de historiografische bronnen over de opheffing van de Engelse jezuïetencolleges te Brugge, zoals hierboven vermeld, evenals R. CLEMENT. 'Mgr. Caïmo en de afschaffing van de Engelse S.J. colleges te Brugge in 1773'. Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis gesticht onder de benaming Société dEmulation te Brugge, 111 (1974) p. 5-31.
4.Plattegronden, plannen en andere afbeeldingen
RA Brugge , Sociëteit van Jezus, nr. 2734: bouwplannen voor het Groot Engels college op de Vrijdagmarkt te Brugge (1764). W. ROBINSON. 'Notice sur les collèges des pères jésuites anglais à Bruges'. Annales de la Société dEmulation pour létude de lhistoire et des antiquités de la Flandre, 34 (1884) p. 112-113 vermeldt het bestaan van een bouwplan voor de constructie van het Groot college op de Vrijdagmarkt actuellement entre les mains de Mr. Gilliodts-Van Severen (toenmalig archivaris SA Brugge). Het betreft ontwerptekeningen door architect Paul De Cock, schilder en leraar aan de Brugse Tekenacademie. De weergegeven afbeelding komt evenwel niet overeen met de plannen zoals teruggevonden in RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2734. Uitgegeven in W. ROBINSON. 'Notice sur les collèges des pères jésuites anglais à Bruges'. Annales de la Société dEmulation pour létude de lhistoire et des antiquités de la Flandre, 34 (1884) p. 127-130 (zie Koninklijk college-pensionaat Brugge). Zie ook: A. SANDERUS. Flandria Illustrata sive provinciae ac comitatus hujus descriptio(
). Dl. 2. Brussel, 1735, f° 38 en 39: Domus Anglorum Brugae. In dit gebouw werd vanaf 1762 het Groot Engels college ingericht.
7.Scholierenlijsten
ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24A: naamlijsten van de overblijvende scholieren van het Groot Engels college te Brugge die na de onlusten in het college respectievelijk bij de cellebroeders, de Brugse dominicanen, de Brugse karmelieten en in het Klein college werden ondergebracht (1773); ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24B: naamlijst van de overblijvende scholieren die na de sluiting van het Klein Engels college over het college van de Engelse dominicanen te Bornem en het Engels pensionaat te Wilhours moeten worden verdeeld (1775).
8.Pensionaatsregisters
RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2737/2: Etat des pensions du petit collège Anglois à Bruges, staat van nog door de pensionarissen verschuldigde onkosten bij de afschaffing van het klein Engels college te Brugge, 1773; met alfabetische index (p. 212-223). Vermeldt: naam, leeftijd (soms), geboorteplaats, datum van het al of niet verlaten van het college, verblijfstarief, naam en adres van ouders of voogd, staat van open staande schulden. RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2737/3: Etat des pensions du grand collège Anglois à Bruges, staat van de nog door de pensionarissen verschuldigde bedragen bij de afschaffing van het Groot Engels college te Brugge, 1773; met alfabetische index (p. 422-424). Gelijkaardige staten ook in RA Gent, jezuïeten Gent, nr. 76 en ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, 24B.
11.Lijsten van onderwijzend en leidinggevend personeel
Een lijst van paters van beide colleges ten tijde van de afschaffing in 1773 werd opgenomen in het ooggetuigenverslag bewaard in RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2731 (zie nr. 3).
Namenlijsten van de overgebleven paters worden ook bewaard in ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24A (1773); ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24B : bevat een overzicht van de weddes toegekend aan de dominicanenleraars van het Klein Engels college te Brugge, 20 februari 1775.
12.Bibliotheekcatalogi
KB Brussel, Handschriften, nr. 20.373: lijst van geconfisceerde boeken uit de bibliotheek van de Engelse jezuïeten te Brugge, gereserveerd voor de Koninklijke Bibliotheek te Brussel (1775). Van de 283 boeken vermeld in deze lijst, bevinden er zich zeker nog 71 in de verzameling Ville de Bruxelles van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Zie hieromtrent B. OP DE BEECK. 'Boeken uit de bibliotheken van de Engelse jezuïetencolleges te Brugge bewaard in de verzameling Ville de Bruxelles'. P. DELSAERDT en K. DE VLIEGER-DE WILDE (eds.). Boekgeschiedenis in Vlaanderen. Nieuwe instrumenten en benaderingen. (Handelingen van het Contactforum gehouden te Brussel, 28 november 2003). Brussel, 2004, p. 79-89. Met betrekking tot de lotgevallen van de jezuïetenbibliotheken na de afschaffing, zie tevens: J. MACHIELS. Van religieuze naar openbare bibliotheek. Brussel, 2000. ARA, Koninklijke Commissie der Studiën, nr. 32A: Catalogus van de boeken afkomstig van het klein Engels college te Brugge (1779). Zie ARA, Secretarie van Staat en Oorlog, nrs. 1889 1893. Andere catalogi en inventarissen opgesteld naar aanleiding van confiscatie en verkoop van boeken uit de Brugse collegebibliotheek in ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 24A. Zie ook ARA, Comité voor de opheffing van de jezuïetenorde, nr. 38B.
15.Prospectussen
RA Brugge, Sociëteit van Jezus, nr. 2735: Conditions de la Pension du Collège Anglois de la Compagnie de Jésus établi à Bruges en Flandre, pensionvoorwaarden in het Engelse college (s.d.).
Het basiswerk over de geschiedenis van beide colleges van de Engelse jezuïeten te Brugge is nog steeds G. HOLT. St.-Omers and Bruges Colleges 1593-1773. A biographical dictionary (Catholic Records Society Publications, 69). Londen, 1979. Van dezelfde auteur verscheen ook reeds 'Free places at the English College of St.-Omers and Bruges and the Liège Academy'. Archivum historicum societatis Iesu, 52 (1983) p. 115-126. In beide publicaties vindt men verwijzingen naar oudere literatuur, zoals het omwille van zijn bronnenpublicaties nog steeds lezenswaardige artikel van W. ROBINSON. 'Notice sur les collèges des pères jésuites anglais à Bruges'. Annales de la Société dEmulation pour létude de lhistoire et des antiquités de la Flandre, 34 (1884) p. 101-131. Laatstgenoemde studie vermeldt tevens een aantal historische bijdragen in het kader van de geschiedenis van het Engelse Stonyhurst college te Lancashire, dat zich vandaag nog steeds als de erfgenaam van het college van Sint-Omaars beschouwt (http://www.stonyhurst.ac.uk)
Gegevens met betrekking tot de afschaffing van de Engelse colleges te Brugge kan men vinden in het artikel van R. CLEMENT. 'Mgr. Caïmo en de afschaffing van de Engelse S.J. colleges te Brugge in 1773'. Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis gesticht onder de benaming Société dEmulation te Brugge, 111 (1974) p. 5-31. Dit kan worden aangevuld met gegevens uit H. CHADWICK. St Omers to Stonyhurst. A history of two centuries: St Omers, 1593 Bruges, 1762, Liège, 1773 Stonyhurst, 1794. Londen, 1962 en S. FOSTER. 'The life and death of a victorian seminary: the English college, Bruges'. Recusant History, 20 (1990-91), p. 272-290.
Daarnaast dient ook de bijdrage vermeld te worden in L. BROUWERS. De Jezuïeten te Brugge, 1570-1773, 1840-heden. Mechelen, 1986, p. 271-285. Voor meer algemene informatie betreffende de colleges van de Engelse jezuïeten in de Zuidelijke Nederlanden kan onder meer verwezen worden naar het artikel van F. CORTNEY. 'English Jesuit Colleges in the Low Countries, 1593-1794'. The Heytrop Journal, 4 (1963) p. 254-263; G. HOLT. The English Jesuits 1650-1829. A Biographical Dictionary. Londen, 1984 en het standaardwerk van P. GUILDAY. The English catholic refugees on the Continent, 1558-1795 : the English catholic colleges and convents in the catholic Low Countries, 1558-1795 (Université Catholique de Louvain. Recueil de travaux publiés par les membres des conférences dhistoire et de philologie, 39). Leuven-Parijs, 1914. Uiteraard wordt het aandeel van de Engelse jezuïeten ook behandeld in de ordesgeschiedenis van A. PONCELET. Histoire de la Compagnie de Jésus dans les anciens Pays-Bas: établissement de la Compagnie de Jésus en Belgique et ses développements jusquà la fin du règne dAlbert et dIsabelle, 2 dln. Brussel, 1927-1928. Recentere informatie is tevens te vinden op de website van het Spencer-project getiteld From suppression to restauration: the educational work of the English ex-Jesuits in continental Europe and Britain, 1773-1814 dat onder leiding van Maurice Whitehead loopt aan de Universiteit van Wales te Swansea.
(http://www.swan.ac.uk/history/research/spencer_project).
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_117831_DUT