---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : G:Abdijen en kloosters, commanderijen
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : Ca. 660-1796
Waarschijnlijk Johannes, volgeling en vertrouweling van Sint-Amandus, stichtte de Sint-Pietersabdij, alhoewel Sint-Amandus in naam wel de eerste abt schijnt geweest te zijn. Dit gebeurde naar alle waarschijnlijkheid in de periode 650-675, veeleer in de jaren 650-660. De abdij werd opgericht op de Blandijnberg, voordien een domein dat koning Dagobert had afgestaan. Aanvankelijk was de abdij toegewijd aan Sint-Pieter en Sint-Paulus. Karel Martel zette abt Celestinus in 719 bij politieke twisten af, sloeg de abdijgoederen aan en verdeelde ze onder zijn vazallen. Daardoor geraakte de abdij in diep verval. De monniken werden door kanunniken vervangen. Onder Karel de Grote en vooral onder Lodewijk de Vrome begon een nieuwe bloei (1e helft 9de eeuw) vooral door toedoen van Eginhard, secretaris van de koning en eerste gekende lekeabt van de Sint-Pietersabdij. Door de vele schenkingen breidde het abdijdomein zich opnieuw uit. Aan deze voorspoedige periode kwam een einde door de invallen van de Noormannen (851-852 en 876-879). De Sint-Pietersabdij zelf had niet al te erg van de invallen te lijden. Omstreeks 870 schonk Boudewijn I, graaf van Vlaanderen, het belangrijke domein Temse aan de abdij. Tijdens en na de Noormanneninvasies eigenden de graven van Vlaanderen zich grote delen van het abdijdomein toe. Onder impuls van graaf Arnulf I en Transmarus, bisschop van Doornik, begon een nieuwe bloeiperiode. De abdij werd heropgebouwd en de graaf gaf de meeste ontvreemde goederen terug. Nieuwe schenkingen volgden. Omstreeks 930 werd Gerard van Brogne de eerste geestelijke abt van de Sint-Pietersabdij sinds eeuwen. Hij voerde allerlei hervormingen door. Monniken kwamen in de plaats van kanunniken. Zij volgden voortaan de regel van de Benedictijnen. De abdij verwierf in die tijd een groot aanzien. In 964 kwam de abdij zelfs in het bezit van goederen in Engeland (Lewisham en Greenwich). In 1117 werd de strengere regel van Cluny ingevoerd. Vanaf het einde van de 12de eeuw gaat de abdij er door wanbeheer financiëel bestendig op achteruit. Omstreeks 1280 zit ze volledig aan de grond en moet er van hogerhand een saneringsplan opgelegd worden. Het Liber Inventarius (1281) vloeide hieruit voort. In de eerste helft van de 14de eeuw verbeterde de toestand; ook de politieke invloed van de abdij nam weer toe. In 1377-1379 teisterden branden de abdijgebouwen. Rond dezelfde tijd en in de 15de eeuw gingen heel wat abdijdomeinen in de polders door overstromingen verloren. Dat bracht de abdij weer in een moeilijke financiële toestand. Niettemin behield ze haar politieke en religieuze uitstraling en leidden abten en monniken er een prinselijk leven. In de 1e helft van de 16de eeuw verbeterde de materiële toestand van de abdij merkelijk. De beeldenstorm van 1566 verwoestte een deel van de abdij, o.a. de bibliotheek. Door zware overstromingen gingen in 1570 de belangrijke domeinen van de Sint-Pietersabdij in het Land van Saaftingen verloren. In 1578 onder de calvinistische Gentse republiek liet Ryhove de abdij militair bezetten. Een tweede beeldenstorm verwoestte het grootste deel van de abdij, waarvan delen zelfs openbaar werden verkocht. De monniken vluchtten naar Douai en later naar Doornik. Na de val van het calvinistisch bewind keerden abt en monniken terug (1584-1585). De materiële en financiële toestand was uiteraard lamentabel. Met de kloosterdiscipline en het spiritueel peil in de abdij was het inmiddels ook erg gesteld. Men trachtte dit op te lossen door de strengere regel van Monte Cassino in te voeren. Vanaf 1632 wilde men de nog strengere hervorming van Lorreinen doorvoeren. De meeste monniken bleven zich hiertegen verzetten en met de discipline ging het van kwaad tot erger. Vanaf de laatste jaren van de 16de eeuw begon de heropbouw van de abdij. Omstreeks 1620 leken de financiële problemen van de abdij voorbij te zijn. Rond het midden van de 17de eeuw zat de abdij echter weer financiëel in de problemen. De financiële toestand en het gebrek aan discipline werden zo erg dat de vorst in 1683 besloot de boekhouding van de abdij toe te vertrouwen aan vertegenwoordigers van de wereldlijke overheid. In de 2de helft van de 17de eeuw werden heel wat abdijgoederen in Frankrijk en de Verenigde Provinciën geconfisqueerd. Vanaf 1720 kwam er een einde aan de disciplinaire en financiële moeilijkheden. De ordonnantie van 1683 werd herroepen. In de 2de helft van de 18de eeuw was de Sint-Pietersabdij met haar ondanks alles nog altijd immense goederen en rechten de rijkste abdij van de Nederlanden. Dit uitte zich o.a in een geweldige bouwactiviteit en een luxueuze uitrusting en levensstijl. De abten van Sint-Pieters, die altijd al sedert de middeleeuwen een belangrijke politieke rol hadden gespeeld, kwamen nu nog meer op de voorgrond o.a. als vertegenwoordigers van de Geestelijkheid in de Staten van Vlaanderen. De laatste abt was dan ook betrokken bij de "regering" van de Staten van Vlaanderen tijdens de Brabantse omwenteling (1789-1790). In 1793 werd de abdij tijdelijk door Franse soldaten bezet. Het Franse bewind schafte de abdij in 1796 af en sloeg alle goederen aan. In 1797 werd de hele inboedel openbaar verkocht. In de daaropvolgende jaren werd een deel van de gebouwen gesloopt. De overblijvende gebouwen zouden tot 1950 dienst doen als legerkazerne
Archief van de Abdij van Sint-Pieters te Gent. Bij de eerste Franse invasie in 1793 waren monniken hals over kop met abdijarchief naar Nederland gevlucht met de bedoeling het naar Hamburg over te brengen. Ze werden echter door de Fransen onderschept en naar Gent teruggestuurd. Na de afschaffing van de abdij in 1796 werd het archief, dat zich nog ter plaatse bevond, in beslag genomen maar voorlopig ter plaatse gelaten. Inmiddels waren de abdijgebouwen in gebruik genomen als kazerne. In die omstandigheden is heel wat archief verloren gegaan, vernield en verdwenen, voordat het terechtkwam in het Archief van het Scheldedepartement, de voorloper van het RG. Van het verdwenen archief is in de loop van de 19de en 20e eeuw heel wat door aankopen, schenkingen, ruil en overdrachten in het RG terechtgekomen. De nrs. I-Div. 705-712 werden samen met het KA van Destelbergen in 1968 neergelegd (Aanwinst 1968/35); 659bis is afkomstig uit het archief van het Scheldedepartement. I-Rekeningen, nr. 757/2 is via het Stadsarchief afkomstig uit het archief van het Bureel van Weldadigheid van Gent (Aanwinst 1955/14 ?). Anderzijds werden bepaalde bescheiden uit dit archief verwijderd. Zo werden de handschriften I-Div. 15 en 20 in 1975 bij een ruil aan de Universiteitsbibliotheek Gent overgedragen. De tweede reeks (het vroegere "supplement") van het fonds van de Sint-Pietersabdij groeide in de loop der jaren met tientallen nummers aan. Velen daarvan zijn in feite geen archief van de Sint-Pietersabdij. Maar een aantal ervan horen wel thuis in het abdijarchief. De nrs. II 1667-1668 (Aanwinst 1911/5), 228bis (Aanwinst 1921/11) en 2/5 (Aanwinst 1983/9) zijn overdrachten uit het Algemeen Rijksarchief. De nrs. II 13 en 610 zijn afkomstig van de verkoop J. De Meyer (a° 1869), nr. 8 van de verkoop Vyt (a° 1895). Een aantal nummers uit de tweede reeks zijn schenkingen: nr. 11 van Schoorman, nr. 712 van Desmanet de Biesme (Aanwinstnr. 1892/1), nrs. 1660-1665 van d'Hane (Aanwinstnr. 1878/1), nr. 1670 van de Limon Triest (Aanwinst 1915/3), nr. 1681 van van Crombrugghe (Aanwinst 1943/1). Nr. II 25bis komt voort van een ruil met de Kon. Bibliotheek te Brussel (Aanwinst 1980/26 = ex-Hs. 3741/21475). Nr. II 112bis is een fotokopie van Hs. 587 uit de Universiteitsbibliotheek van Mons (Aanwinst 1979/8). Een ander deel van het archief van de Sint-Pietersabdij kwam vermengd en samen met het oud Archief van het Bisdom Gent en de Sint-Baafskathedraal in 1952 over naar het RG (Aanwinst 1952/12). De charters werden bij de charters van de Sint-Pietersabdij gevoegd; de overige bescheiden zijn terug te vinden in de series B en K van het Archief van Sint-Baafs/Bisdom Gent. Nr. S 350 is afkomstig van het Stadsarchief van Gent (Aanwinst 1955/14). De nrs. uit de serie R van Sint-Baafs/Bisdom Gent berusten sedert de 19de eeuw in het RG. R 1027 en 1075/1 waren in de 19de eeuw geklasseerd als 2de Varia, 2676 en 1342. Charter "Van Lokeren", 2024 is afkomstig uit de vroegere verzameling charters van het Land van Aalst (Aanwinst 1994/2)
Stadsarchief Gent, Oud Archief, reeks LXII: 16de-18de eeuw (DECAVELE J. en VANNIEUWENHUYSE J., Archiefgids. I. O.A. (Sa. Gent), nr. 467). - Gent, Universiteitsbibliotheek, Handschriften, nr. 2423 (Rekeningen, 1302-1321)
BERINGS G. en VAN SIMAEY Ch., Abbaye de Saint-Pierre au Mont-Blandin à Gand, in Monasticon belge. Tome VII. Province de Flandre Orientale, I, Luik, 1988, p. 69-154 [met uitgebreide bibliografie]. - De Sint-Pietersabdij te Gent. [Deel I] Historisch en archeologisch onderzoek (Stad Gent. D.M.S.A. Afdeling Stadsarcheologie. Archeologische Monografie, 1), Gent, 1979. - Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 4nb Stad Gent. Zuid-West, Gent, 1979, p. 426-429 en 433-441
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_108233_DUT