---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : G:Vorst en provinciale centrale instellingen
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : 1329-1386
Sedert het midden van de 13de eeuw werd binnen de Raad (Curia) van de Graven van Vlaanderen op bepaalde tijdstippen aan sommige raadsheren de opdracht gegeven rekeningen van aan de graaf verantwoording verschuldigde ontvangers en "officieren" te "horen" en te controleren. Vanaf de 14de eeuw werd deze opdracht aan sommige gedelegeerden voor een zekere tijd of zelfs voor het leven gegeven. In 1329 stelde Lodewijk van Nevers voor de eerste maal een rekenmeester («maistre des comptes», «meester van der rekeninghen») aan: Pierre de Douay. Zijn uitsluitende taak was de controle van alle rekeningen, die aan de graaf van Vlaanderen moesten voorgelegd worden. Na de slag van Cassel (1328) waren daar ook de rekeningen van de meeste steden en kasselrijen bijgekomen. Naast het "horen", onderzoeken en corrigeren van de rekeningen hadden de rekenmeesters ook de opdracht er bij de graaf verslag over uit te brengen en de (dubbelen van de) rekeningen en alle nodige bewijsstukken te bewaren, ook van voor hun ambtsperiode. De rekenmeesters hadden personeel in dienst: klerken en «commis aux comptes». De rekenmeesters hadden aanvankelijk geen vaste ambtelijke residentie. Omstreeks 1350 verbleef Pierre de Douay te Kortrijk. Vanaf 1372 had de auditie van de rekeningen in Rijsel plaats. Rekenmeester Jan Brune (of Jean le Brun) werd met zijn titel opgenomen in de in 1386 opgerichte "Camere van den Rade in Vlaendren", waarvan de financiële sectie tot Rekenkamer van Vlaanderen zou uitgroeien
Archief van de Rekenmeester van Vlaanderen. Toen rekenmeester Jan Brune in 1386 bij het personeel van de "Camere van den Rade" werd opgenomen, nam de "Camere" ook zijn archief en het archief, dat hij in bewaring had, over. De Rekenkamer van Vlaanderen, die uit de "Camere" groeide, bleef deze bescheiden bewaren. Ze deelden verder het lot van het Archief van de Rekenkamer van Vlaanderen te Rijsel (zie daar). De eerste overdracht van "dubbelen" van de Rekenkamer uit het AR in 1870 bevatte heel wat bescheiden van vóór 1386, vooral rolrekeningen (Indic. nr. 1263). De nrs. 4488, 4492 en 4515 van deze overdracht werden in 1956 naar het AR teruggezonden (Aanwinstnr. 1956/24bis). Een tweede overdracht, 32 14de-eeuwse rolrekeningen van baljuws (Saaftingen, Oudenaarde, Biervliet, Vier Ambachten), volgde in 1892 (Indic. nr. 2361). Nog eens het AR maakte in 1956 de huidige nrs. 13-14 van "Rekenkamer. Dubbelen" over (Aanwinstnr. 1956/18). De nrs. 30-36 en 38-42 komen waarschijnlijk via het archief van de Raad van Vlaanderen tot ons. Nr. 37 is afkomstig uit het archief van de Wetachtige Kamer van Vlaanderen (oud-nr. 89). De nrs. 364-388 werden na 1870 als "dubbelen" uit het archief van de Rekenkamer (AR) aan het archief van het Land van Aalst (toen RG) toegevoegd, in 1994 eruit verwijderd en aan het RG overgemaakt (Aanwinstnr. 1994/12)
AR, Archieven van de Rekenkamers, Rolrekeningen: eind 13de - begin 15de eeuw (NELIS H., Chambres des Comptes de Flandre et de Brabant. Inventaire des Comptes en rouleaux [1914]. Naar geannoteerd exemplaar Leeszaal A.R. (Algemeen Rijksarchief. Toegangen in beperkte oplage, 120), Brussel, 1992, p. 1-115. - AR, Archieven van de Rekenkamers, "Registers" (GACHARD L.P., PINCHART A.L. en NELIS H., Inventaire des Archives des Chambres des Comptes, 6 dln., Brussel, 1837-1931). - Rijsel, Archives départementales du Nord, série B, Chambre des Comptes de Lille (o.a. BRUCHET M., Répertoire numérique. Série B (Chambre des Comptes de Lille), 2 dln., Rijsel, 1921)
BLOCKMANS F., Le contrôle par le Prince des comptes urbains en Flandre et en Brabant au Moyen Âge, in Finances et comptabilité urbaines du XIIIe au XVIe siècle. Financiën en boekhouding der steden van de XIIIe tot de XVIe eeuw. Colloque International. Internationaal Colloquium Blankenberge 6-9-IX-1962. Actes. Handelingen (Pro Civitate. Historische Uitgaven, in-8°, 7), Brussel, 1964, p. 287-338. - MONIER R., Les institutions financières du Comté de Flandre du XIe siècle à 1384, Parijs, 1948, p. 61-67
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_114541_DUT