---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : G:Abdijen en kloosters, commanderijen
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : 1608-1763
Door de vervolging (na 1558) van de rooms-katholieken in Engeland weken veel katholieke Engelse geestelijken uit naar het buitenland, o.a. naar de Zuidelijke Nederlanden. De bisschop van Sint-Omaars (Saint-Omer), Jacobus Blasaeus, schonk in 1608 aan Engelse jezuïeten in ballingschap de kloostergebouwen, of wat er nog van overbleef, van de voormalige Onze-Lieve-Vrouwproosdij* (Prévôté Notre-Dame) van Watten (of Waten) samen met een deel van de goederen, inkomsten en rechten van de vroegere proosdij. De goederen en rechten van de voormalige proosdij waren na 1565 door Gerardus d'Haméricourt, bisschop van Sint-Omaars, geïncorporeerd geweest in het bisschoppelijk domein (mensa episcopalis). Behalve de gewezen proosdijgoederen ontvingen de Engelse Jezuïeten van Watten ook talrijke giften van vooraanstaande Engelse katholieken. Na Leuven en Luik vond het eigen noviciaat definitief onderdak in het klooster te Watten (1622 ?). Watten, dat tot de kasselrij Cassel (graafschap Vlaanderen) behoorde, werd in 1678 bij Frankrijk ingelijfd. In 1762-1764 werden de jezuïeten uit Frankrijk verbannen en werd de orde bij koninklijk besluit in Frankrijk opgeheven. De Engelse Jezuïeten van Watten brachten daarom in 1763 hun noviciaat over naar Gent. Daar nam het zijn intrek in het klooster van de Engelse Jezuïeten* aan de Steendam, dat al vanaf 1621 het "Derde Jaar" huisvestte. Het klooster en noviciaat van Watten stond onder leiding van een rector; verder waren er nog een minister, een novicenmeester, een procureur, twee "Vlaamse" predikanten-biechtvaders, een prefect en twee regenten van het pensionaat en een aantal lekebroeders. Op het ogenblik van de opheffing waren er te Watten 23 kloosterlingen (waarvan 2 invalide) en 18 novicen. De gebouwen werden omschreven als zeer oud en bouwvallig
Archief van het Klooster en noviciaat van de Engelse Jezuïeten te Watten. Bij hun vertrek uit Watten (1763) namen de Engelse jezuïeten, klaarblijkelijk, een deel van het archief, waaronder heel wat charters, mee naar Gent. Daar werd het toegevoegd aan het archief van de Gentse (Engelse) Jezuïeten* en belandde het, na de opheffing van de Jezuïeten (1773), als onderdeel van de "Vlaamse" Jezuïetenarchieven bij de Raad van Vlaanderen en later in het RG. Wat in Watten achterbleef, geraakte verspreid of ging verloren. Jezuïeten, nr. 122, is afkomstig uit de geconsigneerde papieren van de Raad van Vlaanderen
BROUWERS L., De Jezuïeten te Gent, 1585-1773, 1823-heden, Gent, 1980, p. 132-133. - Handschriftelijke historische notities in: RG, Archief van de Jezuïeten, vooral nr. 76
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_119588_DUT