---------------------------
http://www.arch.be
De archiefbewaarplaatsen
Beschikbaar in de talen: nl | EAC-CPF XML
Soort archiefvormer : Bedrijf/Instelling
Rubriek : G:Kerkelijke liefdadigheidsinstellingen
Bron : Archievenoverzicht RA Gent
Periode : Ca. 1250-1863
De eerste vermelding van het Sint-Jacobsgodshuis, aanvankelijk een hospitaal, dateert van 1257. Het was gelegen op het Nieuwland in de Heilig-Kerstparochie, toen buiten de stadspoorten van Gent. In 1283 kregen de provisors en broeders van het Sint-Jacobshospitaal de toelating om in hun kapel de goddelijke diensten te vieren en een kapelanij op te richten. Het hospitaal werd vermoedelijk opgericht door de broederschap van Sint-Jacob van Compostela. De broederschap zelf ontstond op initiatief van bedevaarders naar Sint-Jacob van Compostela. Het bestuur van het hospitaal was volledig in handen van het broederschapsbestuur in zoverre dat broederschap en hospitaal quasi één instelling vormden. De oorspronkelijke opdracht van het hospitaal was onderdak en verzorging te verlenen aan "arme" pelgrims op doortocht of gewezen bedevaarders naar Sint-Jacob van Compostela. Zoals in de Sint-Anna- en Hebberechtshospitalen evolueerde ook het Sint-Jacobshospitaal naar een godshuis, waar proveniers opgenomen werden. Deze proveniers moesten gildeleden van Sint-Jacob zijn met een voorkeur voor gewezen bedevaarders naar Compostela. De dagelijkse leiding was in handen van een meesteres en huismeester; de "technische" zaken werden beredderd door een knaap; er was ook een ontvanger. Vanaf begin 16de eeuw had ook het stadsbestuur medezeggenschap. In 1540 liet Karel V het godshuis onder overheidstoezicht plaatsen. Het broederschapsbestuur verdween van het toneel. De hoogbaljuw en de twee Gentse voorschepenen stonden voortaan in voor het beheer. Aanvankelijk (1286) bood het hospitaal aan tenminste 12 "armen" een onderkomen; later vonden 20 proveniers er een onderkomen, na 1518 32 à 34. In 1787 waren er 34 waarvan 31 vrouwen. Zoals alle godshuizen kwam ook het Sint-Jacobsgodshuis tijdens het Frans bewind onder het toezicht van de Burgerlijke Godshuizen van de stad Gent. Het godshuis gaf voortaan alleen nog aan vrouwen onderdak; in 1845 waren het er 38. In 1862-1863 verlieten de kostgangers Sint-Jacobs en namen hun intrek in het Sint-Elizabetbegijnhof. De gebouwen werden verkocht (1864), de kapel gesloopt (1869)
Archief van het Sint-Jacobsgodshuis te Gent. Maakt deel uit van het archieffonds Sint-Baafs / Bisdom Gent
Stadsarchief Gent, Oud Archief, Reeks LXIV: 1282-1805 (DECAVELE J. en VANNIEUWENHUYSE J., Archiefgids. I. O.A. (Sa. Gent), nr. 504)
TRIO P., De Gentse broederschappen (1182-1580). Ontstaan, naamgeving, materiële uitrusting, structuur, opheffing en bronnen (VMGOG, XVI), Gent, 1990, p. 29-35. - MEERSSEMAN S., Het "Sente Jacopshuus up Nieuwland" te Gent. Godshuis of politieke instelling (ca. 1257-1540), in HMGOG, 1991, XLV, p. 5-32. - DAEM M., Het Sint-Jacobsgodshuis te Gent, in Oostvlaamse Zanten, 1989, 64, 2, p. 113-129
Vaste URL : https://search.arch.be/eac/eac-BE-A0500_117902_DUT