((1) De stad Antwerpen bestond bij de oprichting van de gerechtelijke kantons, op 25 pluviôse jaar X (14 februari 1802), uit vier gerechtelijke kantons: Antwerpen eerste kanton (Noord), Antwerpen tweede kanton (Oost), Antwerpen derde kanton (Zuid) en Antwerpen vierde kanton (West). De voorloper van deze gerechtelijke kantons was de kantonmunicipaliteit Antwerpen, opgericht bij Besluit van 14 fructidor jaar III (31 augustus 1795)(2). Vijf verkozen vrederechters waren toen bevoegd voor een "section" of wijk(3). Antwerpen eerste kanton (Noord) omvatte een deel van de stad Antwerpen (het deel tussen de "Mechelse Poort" en de "Kipdorp-Poort") en de gemeenten Deurne en Borgerhout. Antwerpen tweede kanton (Oost) omvatte een deel van de stad Antwerpen (het deel tussen de "Kipdorp-Poort" en de "Slijkpoort", en het deel links van de Dam) en de gemeente Merksem. Antwerpen derde kanton (Zuid) omvatte een deel van de stad Antwerpen en de gemeente Berchem. Antwerpen vierde kanton (West), tenslotte, omvatte een deel van de stad Antwerpen (het deel tussen Kiel en Austruweel) en de gemeente Austruweel. De vier kantons werden bij het Besluit van het Voorlopig Bewind van 11 januari 1831 herleid tot twee kantons: Antwerpen eerste kanton (Noord) en Antwerpen tweede kanton (Zuid). Antwerpen eerste kanton (Noord) werd gevormd door het opgeheven tweede kanton en het opgeheven vierde kanton en omvatte het deel van de stad Antwerpen ten noorden van de lijn "Poort Borgerhout-Schelde" en de gemeenten Austruweel, Borgerhout, Deurne en Merksem. Antwerpen tweede kanton (Zuid) werd gevormd door het opgeheven eerste kanton en het opgeheven derde kanton en omvatte het deel van de stad Antwerpen ten zuiden van de lijn "Poort Borgerhout-Schelde" en de gemeente Berchem. Bij de Wet van 30 december 1883 (B.S. 4 januari 1884) werd een derde Antwerps kanton opgericht. Antwerpen derde kanton omvatte de gemeenten Hoboken en Berchem. Deze laatste gemeente behoorde voorheen tot Antwerpen tweede kanton. Op hetzelfde ogenblik werd de gemeente Deurne overgeheveld van Antwerpen eerste kanton naar Antwerpen tweede kanton en werd de gemeente Borgerhout opgesplitst over de twee eerste kantons. Bij de Wet van 18 augustus 1887 (B.S. 26 augustus) werden de gemeenten Berchem, Borgerhout, Deurne en Merksem overgeheveld naar het kanton Borgerhout. Een vierde Antwerps kanton werd opgericht bij de Wet van 2 oktober 1913 (B.S. 8 oktober). Daarnaast werd de gemeente Austruweel van Antwerpen eerste kanton naar het kanton Ekeren overgeheveld. Op 31 maart 1923 werden de gemeenten Burcht en Zwijndrecht overgeheveld naar Antwerpen vierde kanton. Hetzelfde gebeurde met de gemeenten Austruweel, Oorderen en Wilmarsdonk, bij de Wet van 22 maart 1929 (B.S. 25/26 maart), en met de gemeenten Berendrecht, Lillo en Zandvliet, op 22 maart 1958. Op 1 november 1970 (Wet van 17 juli 1967, houdende het Gerechtelijk Wetboek) tenslotte, werden een vijfde Antwerps kanton en een zesde Antwerps kanton opgericht. Antwerpen zesde kanton omvatte de gemeente Wilrijk. Het archief dat in deze inventaris wordt beschreven, omvat uitsluitend stukken betreffende burgerlijke zaken, gevormd door het Vredegerecht van Antwerpen tweede kanton. Voor de bescheiden over strafzaken, gevormd door het Vredegerecht van Antwerpen tweede kanton alsook voor het archief van de Politierechtbank van Antwerpen (opgericht op 2 oktober 1913 (B.S., 8 oktober)), dient de inventaris van A. Jamees te worden geraadpleegd(4). Deze inventaris vermeldt de volgende reeksen: registers van uitgaande briefwisseling (1897- 1919), minuten van vonnissen (jaar VI-1934), vonnisregisters (1874-1896) en tabellen van vonnissen (1897-1913), zittingsregisters (1892-1925), alfabetische indices op minuten van vonnissen (1913-1934) en op zittingsregisters (1895-1924). Het archief van het Vredegerecht van Antwerpen tweede kanton werd in 1958 overgedragen aan het Rijksarchief Antwerpen. In februari 1989 verhuisde dit archief naar het Rijksarchief Beveren. De belangrijkste reeksen worden gevormd door de zittingsbladen (jaar XI-1857), de minuten van akten (jaar VI-1857) en de minuten van vonnissen (jaar VI-1830). De omvang van de bescheiden bedraagt 5,735m en als toegang was een inventaris van A. Bousse voorhanden. (2) Pasin., 1ste reeks, dl. VII, p. VI-VIII. (3) Recueil des arrêtés, Brussel, jaar III, p. 224. (4) A. JAMEES, Inventaris van de archieven van de Politierechtbank van Antwerpen (1798-1949). Bij de oprichting van de Politierechtbank van Antwerpen werden de minuten van vonnissen in strafzaken en de vonnisregisters, voortgebracht door de Vredegerechten van Antwerpen, overgebracht naar de griffie van de Politierechtbank van Antwerpen.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Beveren -
R170A -
69
Vorige (nr 68)
|
Volgende (nr 70)