(Het K.B. van 21 oktober 1934 (B.S., 2-3 november) betreffende de huurovereenkomsten, verlengd tot 1 januari 1937 bij K.B. van 10 december 1935 (B.S., 15 december), onderwierp al de geschillen waartoe de toepassing van dit besluit aanleiding gaf aan de vrederechter van het kanton waar het goed gelegen was. Deze laatste deed uitspraak in laatste aanleg wanneer de jaarlijkse huurprijs niet meer dan 2.500 BF bedroeg. Inzake vermindering van de pachtprijzen en verbreking van de huurovereenkomst of beperking van huurprijzen, diende de behandeling van de zaak voorafgegaan te worden door een poging tot verzoening. De pachter stuurde in dat geval de vrederechter een verzoekschrift tot minnelijke schikking.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Kortrijk -
200/32 -
10
Vorige (nr 9)
|
Volgende