(Filips, aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië, enz. maakt de eerste voor het navolgende aangesproken deurwaarder of wapensergeant bekend dat de procureur-generaal hem liet weten dat Willem de Merica een pauselijke aanstellingsbrief verkregen had als abt van Boudelo en dientengevolge bezit had genomen van deze abdij, zonder voorafgaandelijk om het placet van Filips te verzoeken. Filips gelast Willem de Merica te doen afbrengen van zijn aanspraken op straf van zware boeten, hechtenis van het lekepersoneel van Boudelo en inbeslagname van de abdij goederen. Bij weerspannigheid moet Willem de Merica gedaagd worden voor de Grote Raad in Mechelen. Nota: Par monseigneur l'archiduc a la relacion du Conseil. (S. ) G. Parisot. A. Origineel. Perkament (hoogte: links 254, rechts 183; breedte: boven 449, onder 450). Twee ingesneden zegelstaarten (bovenste 67 mm breed deels afgesneden, onderste 10 mm breed afgescheurd). Geen zegel bewaard. Affix aan het rescript van 20 december 1504 (regest nr. 1003; R.G., Abdij van Boudelo, O. 112). R.G., Abdij van Boudelo, O. 111. Op de rug: 1) hand s. XVII: "A. 3. n°. 20". Vermelding: Kersbergen, Het archief van Boudeloo, p. 49.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
999
Vorige (nr 998)
|
Volgende (nr 1000)