(De raadslieden van de hertog van Bourgondië in Vlaanderen berichten Guys van Blaersvelt, baljuw van de Vier Ambachten, dat zij een Suppliek ontvingen van de abt en het convent van Boudelo én als hoofd-ingelande Van de eveninge Van Rietvliet én namens de abdijen Van Sint-PietersGent, Cambron en Waasmunster, alsook namens Willem de Wintre, Jakob Robin en andere mede-ingelanden. De ingelanden hadden volledig de procedure gevolgd om de sluis in Rietvliet te onderzoeken en het slechte hout te vervangen. Toen de werken begonnen waren, bedreigde heer Joos van Cruninghe niet enkel de arbeiders zodat zij weggingen, maar bovendien de schepenen van Hulsterambacht die geen vonnis van goedkeuring der herstelling durfden vellen. Door dat uitstel liep de sluis schade op en liep de eveninge zelf groot gevaar. De raadslieden gelasten de baljuw om de sluis te doen herstellen. Verleden jaar reeds (zie regest nr. 943) kreeg Joos van Cruninghe van de ingelanden 10 lb. gr. om hem te paaien. De baljuw moet ook met de schepenen van Hulsterambacht het nodige doen om de sluis-herstelling correct bestuurlijk te begeleiden. Zegelaankondiging: het zegel van de kamer van de Raad van Vlaanderen. Nota: By mynen heeren van den Rade gheordinert in Vlaendren. (S.) Baert. A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1544-1545, onder koptitel "Rietvliet", naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 9, ff. 174r°-176r°.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
944
Vorige (nr 943)
|
Volgende (nr 945)