(Urbanus VI roept het jaar 1390 uit tot jubeljaar, met volle aflaat voor de Romeinen die 30 dagen lang en voor de buitenlanders die 15 dagen lang kerkbezoek en biecht afleggen in Sint-Peters-Rome. Bonifatius VIII had reeds het jaar 1300 tot jubeljaar uitgeroepen (1) met volgende hernieuwingen alle honderd jaren. Maar Clemens VI had reeds 1350 tot jubeljaar uitgeroepen, met volgende vernieuwingen alle vijftig jaren (2). Nu roept Urbanus VI de levensduur van Christus in, namelijk 33 jaar, alsook het feit dat vele mensen niet 50 jaar oud worden. Daarom herleidt hij de hernieuwingen van de jubeljaren na 1390 tot alle 33 jaren. A. Origineel: niet voorhanden. B. Afschrift uit 1544, naar A. B. G., Abdij van Boudelo, nr. 8, ff. 28v°-32v°. Analyse: 1) uit 1877, naar A.R.G., Abdij van Boudelo, nr. 6, sub no. 355. Uitgaven: a) Fredericq, Codex documentorumsacratissimarum indulgentiarum neerlandicarum, 1922, p. 18-19, nr. 24 (fragmentair). - b) Gastout, Suppliques et Lettres d'UrbainVI (1378-1389) et de Boniface IX (cinq premières années: 1389-1394), 1976, p. 110-113, nr. 121, naar B. Vermeldingen: Sanderus, Flandria Itlustrata, II, 1643, p. 59; I, 21732, p. 308. (1) Potthast, Regesta pontificum romanvorm, nr. 24. 917: 22 februari 1300. - Antiquorum ha-bet FIFA. (2) Mollat G., Clément VI, kol. 1143 in D. H. G. E., XII, Parijs, 1953: bul Unigenitus van 27 januari 1343.)
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Rijksarchief te Gent -
K164 -
774
Vorige (nr 773)
|
Volgende (nr 775)