Rekenkamer te Rijsel. Denombrementen en andere stukken van de grafelijke leenhoven.
Het Leenhof van Dendermonde tijdens de vijftiende eeuw. Nadere toegang op het archief van de Rekenkamers, delen en banden, nr. 1102 en denombrementen van Vlaanderen, leenhof van Dendermonde tot 1473 /
- XXXVI.Lebbeke
- 3935, Willem van Montenaken heer van Grasen en van Wilderne doet verhef van vijf lenen namelijk : Eerst de meierie van Lebbeke waaraan zes mannen behoren die een leen houden van zes bunders en half en zestien roeden in diverse percelen gelegen. Van dit leen worden acht bunders erfgrond gehouden gelegen in Opwijk en zeven dagwand en een half gelegen in Lebbeke. Het ander leen wordt het GOED TEN CONKELE genoemd met een tiende genoemd DE CONKELTIENDE en andere goederen. Het derde leen is een cijns genoemd CHEINS VAN EREMBODEGHEM geldende jaarlijks [vijf of zes] pond par. Tot dit cijnsleen behoren twee mannen die elk een leen houden van beide tien dagwand. Het vierde leen wordt PLUMS MERSCH genoemd en is drie dagwand groot. Deze vier opgesomde lenen liggen in Lebbeke en het vijfde leen ligt in Sint-Gillis. Dit vijfde leen is een rente van vier zakken rogge Dendermondese maat, die de leenhouder heft op drie bunders leen toebehorende Janne den Knijf. Het leen betreffende de meierei van Lebbeke geldt een paardendienst door de leenhouder te volbrengen. Het rapport is door Joos van den Bossche, dienaar van de leenhouder, gezegeld omdat de leenhouder geen zegel bezit. Gedaan op 31 augustus 1430.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 548 -
3935