Grote Raad voor de Nederlanden te Mechelen. Banden en delen.
Nadere toegang op de geëxtendeerde sententies van de Grote Raad van Mechelen, 1693-1772
- Nadere toegang
- 86, De proost, baljuw en schepenen van de heerlijkheid Sint-Pieter te Gent, geïntimeerden. De schepenen van de Keure van Gent, appellanten. Inv. nr. 971, f.67-76. 17 februari 1703. Beroep uit Vlaanderen. Bevoegdheidsgeschil tussen de schepenen van de heerlijkheid Sint-Pieter en de schepenen van de Keure van Gent over de berechting van een misdadiger - niet-poorter van Gent - gevangen genomen binnen de jurisdictie van de heerlijkheid Sint-Pieter door de officieren van de Keure van Gent. Op 3 februari 1699 verklaart de Raad van Vlaanderen dat - op bevel van de landvoogd - de berechting van de verdachte, die in militaire dienst is geweest, zal gebeuren door de auditeur van Oost-Vlaanderen. De Raad van Vlaanderen oordeelt wel dat, indien het hier niet om een ex-soldaat was gegaan, de proost, baljuw en schepenen van Sint-Pieter terecht het renvooi hadden verzocht en veroordeelt de schepenen van de Keure van Gent tot de proceskosten. De Grote Raad bevestigt het vonnis van de Raad van Vlaanderen en veroordeelt de appellanten tot de boete van frivool appel en tot de proceskosten.
Aanvraaginstructie [ archiefdienst - inventaris - archiefbestanddeel ]:
Algemeen Rijksarchief / Archives générales du Royaume -
I 547 -
86